Redactie

Vandaag is het 75 jaar geleden dat communiste en verzetsheld Hannie Schaft op 24-jarige leeftijd door de nazi-bezetters in de duinen bij Bloemendaal werd doodgeschoten. Hannie, ook bekend als ‘het meisje met het rode haar’, blijft een van de meest bekende en heldhaftige verzetsstrijders uit de Nederlandse geschiedenis.

In 1943 weigerde de Haarlemse de zogeheten “loyaliteitsverklaring” aan de bezetter te tekenen, en moest daarom stoppen met haar studie Rechten. In haar studietijd had ze enkele Joodse vrienden gemaakt. Uit woede voor de beestachtige vervolging van joden door de nazi’s sloot ze zich aan bij de Raad van Verzet. Ze werd lid van de Communistische Partij van Nederland (CPN), die een vooraanstaande rol speelde in het verzet tegen de bezetter.

Samen met andere verzetsstrijders, waaronder Jan Bonekamp, en de zusjes Truus en Freddie Oversteegen, streed Hannie tegen de fascistische bezetting. Ze achterhaalde geheime informatie en verspreidde illegale kranten, maar liquideerde ook bepaalde nazi’s, collaborateurs en verraders die gevaarlijk waren voor het verzet. Zo saboteerden de verzetsstrijders de plannen van de nazi’s en lieten ze de brute onderdrukking en uitroeiing van joden, communisten en andere minderheden niet ongestraft gaan.

Hannie werd opgepakt toen Duitse soldaten haar controleerden en illegale kranten vonden in haar tas. Het waren exemplaren van ‘De Waarheid’, de krant van de CPN, die Hannie verspreidde. Drie weken voor het einde van de oorlog in de duinen van Bloemendaal werd zij geëxecuteerd.

De herdenking van Hannie Schaft verboden door de regering

Hannie Schaft, het meisje met de rode haren, dat zo dapper verzet had gevoerd en zo kort voor het einde van de oorlog was vermoord, werd na de oorlog een groot symbool van het verzet. Zij was immers niet de enige communistische verzetsheld. Duizenden CPN’ers hebben hun leven opgeofferd in de strijd tegen het fascisme. Dit geldt niet alleen voor Nederland; in heel Europa hadden communisten voorop gestaan in het verzet.

Het zinde de naoorlogse burgerlijke regeringen echter helemaal niet dat een communiste werd herdacht voor haar heldhaftige rol in het verzet. De burgerlijke politiek wilde en wil nog steeds het liefst dat de rol van de CPN in het verzet wordt vergeten. Doel is niet alleen om de rol van de CPN te marginaliseren. Maar vooral ook om de oorzaken van het fascisme en de Tweede Wereldoorlog, het verband tussen fascisme, oorlog en kapitalisme, te verdoezelen.

In 1951, onder de sociaaldemocratische premier Willem Drees van de PvdA, ging de regering zo ver dat de Hannie Schaft herdenking werd verboden. Toch kwamen duizenden mensen naar haar begraafplaats in Bloemendaal, waaronder vele oud-verzetsstrijders, die echter geconfronteerd werden met de politie en zelfs het leger en vier pantserwagens. Die waren ingezet om de herdenking te verhinderen. Zeven oud-verzetsstrijders, die er later op de dag toch in slaagden bloemen bij haar graf neer te leggen, werden daarvoor veroordeeld.

Tegenwoordig wordt Hannie in het onderwijs en bij allerlei burgerlijke herdenkingen nog altijd genoemd, maar dat ze communiste was wordt veelal verzwegen. Sterker nog, in burgerlijke herdenkingen en media wordt communisme en fascisme zelfs aan elkaar gelijkgesteld onder de noemer ‘totalitarisme’. 75 jaar na haar dood, heeft de herinnering aan Hannie Schaft dus nog steeds “veel tegenstanders onder de goede Nederlanders…

Maar voor ons jonge communisten blijft Hannie een bron van inspiratie. De heldhaftigheid die zij heeft getoond in haar verzet tegen het fascisme, tegen deze barbaarse laatste verdediging van het verrotte kapitalisme, die eren wij door ons eigen verzet te organiseren. Toen niet, nu niet, nooit weer fascisme!

“En toen we jou op 5 Mei misten
bleef slechts het ruisen van de zee
en de duinen die je zwijgend troosten
voor alle woede en de pijn
die ik soms voel als ik aan jou denk
want mijn strijd is nog niet voorbij.”

 

– Lied van de band Valium, ‘Hannie Schaft’.