Redactie

Op vrijdag 26 februari heeft de Nederlandse regering zich opnieuw gemengd in de interne aangelegenheden van Curaçao. De voltallige oppositie in Curaçao kwam voor de tiende keer niet opdagen bij de Statenvergadering (het parlement) uit onvrede over de Curaçaose regering. De Nederlandse regering heeft op aanvraag van de Curaçaose minister-president Eugene Rhuggenaath een aanwijzing gegeven. Een aanwijzing is een zware maatregel waarmee de Nederlandse regering feitelijk kan bepalen wat er in Curaçao moet gebeuren.

Curaçao is autonoom, maar Nederland bepaalt nog steeds wat er gebeurt

Sinds 10 oktober 2010 is Curaçao een autonoom land binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Althans, op papier is er autonomie, want Nederland kan nog steeds bepalen wanneer het ingrijpt of niet. Ook is de Nederlandse regering nog steeds verantwoordelijk voor buitenlands beleid en defensie. Via deze middelen probeert de Nederlandse staat haar invloed in het Caribisch gebied te behouden, waar het Nederlandse kapitaal grote belangen heeft. Curaçao is immers een belangrijke schakel in de zeehandel en heeft een belangrijke positie op het gebied van scheepsreparatie, olieraffinage en financiële dienstverlening.

Nederland houdt ook financieel toezicht op Curaçao. Dit leidde er al toe dat in 2012 en 2019 ook al een aanwijzing aan Curaçao werd gegeven. Overigens werd de aanwijzing van 2019 in oktober 2020 deels ingetrokken na beroep van de regering van Curaçao. In 2017 uitten rechtsgeleerden al hun zorgen over het ondemocratische karakter van de aanwijzingen van Nederland richting het Caribisch gebied.[i]

De regering zegt dat de boycot van de Statenvergadering door de Curaçaose oppositie slecht is voor het democratisch proces van Curaçao en dat de Rijksministerraad in Den Haag als ‘hoeder van de democratie’ wel moest ingrijpen. Toch moeten wij ons in eerste instantie afvragen hoe democratisch het is wanneer besluiten over inwoners worden genomen door politici en ministeries duizenden kilometers van hen verwijderd. De Nederlandse staat heeft sowieso vrij weinig op met het democratische proces in het Caribisch gebied. In 2018 zette het nog het gekozen bestuur op Sint Eustatius af, onder het voorwendsel van corruptie en financieel wanbeheer (Sint Eustatius heeft overigens geen autonomie, maar is onderdeel van Nederland als ‘bijzondere gemeente’). De laatste keer dat de Nederlandse overheid zover ging, was toen de Communistische Partij van Nederland (CPN) in het Groningse Finsterwolde in 1951 aan de kant werden gezet toen ze een meerderheid in de gemeenteraad hadden en de strijd van de arbeiders in de regio steunden.[ii]

Het is natuurlijk zeer ondemocratisch dat de Nederlandse regering, die niet door de bevolking van Curaçao is gekozen, zich onder de dekmantel van een ‘koninkrijksregering’ kan inmengen in de interne aangelegenheden van Curaçao. In de vorige eeuw is het koloniale stelsel dankzij de onafhankelijkheidsstrijd van de onderdrukte volkeren en de hulp die ze ontvingen van de socialistische landen afgebroken. Maar helaas zijn er nog overblijfselen van het koloniale stelsel en de staatskundige status van Curaçao is daar een voorbeeld van. Sowieso wordt het kapitalisme, in het bijzonder in zijn laatste stadium het imperialisme, gekenmerkt door ongelijkwaarde relaties en afhankelijkheidsverhoudingen tussen landen.

De Curaçaose werkers hebben het recht te strijden voor verbeteringen

De huidige regerende partij PAR heeft in de afgelopen decennia al meerdere keren geregeerd en is nu sinds 2017 aan de macht. Bij haar aantreden had de regering economische verbeteringen beloofd. We zijn inmiddels 4 jaar verder en van de beloftes is vrij weinig terecht gekomen. Sterker nog, na afgelopen jaar en de genomen coronamaatregelen is de situatie nog schrijnender want de economie is afgelopen jaar met 21,4% gekrompen.[iii] Dit leidt mede tot een werkloosheid van 19,1%. Voor jongeren tussen de 15 en 24 jaar is het percentage echter 42,2%. Van de mensen die wel hun baan hebben weten te behouden heeft 34% minder uren gemaakt of op hun secundaire voorwaarden moeten inleveren.[iv]

Door de huidige economische crisis zag de Nederlandse regering haar kans vrij om de hervormingen (lees bezuinigingen) die het al eerder wilde doorvoeren af te dwingen. Voor financiële steun moest de Curaçaose regering akkoord gaan met bepaalde voorwaarden en 2 november 2020 is de regering uiteindelijk akkoord gegaan. Eén van de voorwaarden waaraan de Curaçaose regering moet voldoen is dat ambtenaren en medewerkers in semipublieke instellingen 12,5% op hun arbeidsvoorwaardenpakket moeten inleveren. Het is belangrijk om te realiseren dat medewerkers in de zorg hier ook onder vallen en zij dus ook 12,5% moeten inleveren. Dit terwijl er al jaren een tekort is aan zorgpersoneel en er hierdoor minder operaties mogelijk zijn. Ook wordt het door de Nederlandse eisen voor kapitalisten makkelijker om werkenden te ontslaan, want het ontslagrecht wordt versoepeld. Dit was al jaren een doel.[v] Wordt er niet aan de voorwaarden voldaan, dan gelden er volgens de premier “verregaande consequenties”.

Deze maatregelen hebben als doel het eiland interessanter te maken voor buitenlandse investeerders zodat er kapitaal binnengehaald wordt. Met andere woorden: de rechten en inkomens van de Curaçaose bevolking moeten worden afgebroken, zodat er goedkope en flexibele arbeidskrachten beschikbaar zijn voor het grootkapitaal om uit te buiten. Dat is hoe economische ontwikkeling er uit ziet wanneer die gebaseerd is op het imperialisme; op de kapitalistische productieverhoudingen.

Solidariteit met de Curaçaose bevolking

Logischerwijs is de Curaçaose arbeidersklasse het hier niet mee eens en sinds vorig jaar juni wordt de strijd dan ook door de vakbonden georganiseerd. Er zijn petities, demonstraties en stakingen geweest. De NCPN en CJB zijn solidair met de Curaçaose bevolking en steunen de strijd tegen deze aanval op de rechten van de werkenden! Daarom zeggen wij geen 12,5% korting en geen soepeler ontslagrecht!

De Nederlandse regering mag niet bepalen wat er in Curaçao gebeurt en we veroordelen daarom ook deze inmenging van Nederland in de interne aangelegenheden van Curaçao. Weg met de overblijfselen van het Nederlandse kolonialisme, voor onafhankelijkheid! De bevolking van Curaçao heeft het recht om zelf over haar eigen toekomst te bepalen, om de strijd te voeren voor verbeteringen en voor een andere, betere maatschappij.

 

Voetnoten