Vijfduizend jongeren protesteerden vrijdag 14 november op het Malieveld in Den Haag voor toegankelijk onderwijs en tegen het leenstelsel voor studenten. Onder hen vele scholieren, die straks door het leenstelsel geraakt worden. De CJB deed mee en zag hoe de student van de toekomst actie voert.

Matthijs Dröge

‘Laten we het over de inhoud hebben, laten we realistisch blijven,’ smeekt debatleider Mitchel van Gool. De onderwijswoordvoerders uit de Tweede Kamer spelen hun grijsgedraaide plaat nog maar eens af. De menigte komt pas echt los als onderwijsminister Jet Bussemaker het podium betreedt. Ze roept aankomende studenten op zich niet gek te laten maken en belooft een ’twitterspreekuur’. Haar zalvende woorden zijn nauwelijks te horen door het geschreeuw en gefluit.

Daarbuiten is de sfeer gezellig, onbevangen zelfs. De meeste demonstranten zijn middelbare scholieren of mbo-studenten die voor het eerst in hun leven demonstreren. Ze maken selfies en hebben eigen spandoeken en borden meegenomen. Na afloop gaan ze in Den Haag shoppen of wat drinken. Enkele krantenjournalisten nemen die avond nog een slok azijn en schrijven over de sfeer en de opkomst, en wat dat zegt over de onverschilligheid van de jeugd van tegenwoordig.

leenstelsel1

Vijfduizend jongeren demonstreerden tegen het leenstelsel.

Moet een demonstratie dan een feestje zijn? Kan het niet allemaal strijdbaarder, groter, meer politiek? Dit probleem ligt eerder bij de organisatie dan bij de demonstranten. Sprekers op het podium komen met teksten als ‘Weg met Jet!’ en ‘Jesse (Klaver, red.) is stom!’ Deze verpersoonlijking is ook terug te zien in het officieuze motto van de manifestatie: It’s not over Jet.

Zouden de duizenden scholieren vrijdagochtend tegen hun ouders hebben gezegd dat ze tegen ‘Jet’ gingen demonstreren? Of heeft het misschien iets te maken met de aanval op hun levensstandaard, de realiteit van de studieschuld van tienduizenden euro’s die hen boven het hoofd hangt? De CJB sluit hier bij aan door het pamflet ‘Student geen schuldslaaf’ te verspreiden.

De zichtbare aanwezigheid van de vakbeweging is een signaal dat velen gemist hebben. Abvakabo FNV pakt uit met vlaggen en hoofdbanden, die gretig aftrek vinden, en Ton Heerts (voorzitter FNV) en Robbert Coenmans (voorzitter FNV Jong) spreken de demonstranten toe. Een belangrijke stap, gelet op de positie van afgestudeerden op de arbeidsmarkt door het leenstelsel.

De studenten van nu spelen een kleinere rol. Floris-Jan ter Bruggen, praeses van de Landelijke Kamer van Verenigingen, spreekt namens de actieve student, maar spandoeken van studentenverenigingen zijn nauwelijks te zien. Tom Hoven van de Landelijke Studentenvakbond krijgt de handen op elkaar als hij de massa vraagt wie er 13.000 euro op zijn bankrekening heeft staan, maar het kader van de lokale studentenbonden zit bijna voltallig in de ordedienst en kan daardoor inhoudelijk minder bijdragen.

Studentenorganisaties zien zich nu geconfronteerd met het feit dat de actiebereidheid het grootst is bij de jongeren die pas vanaf volgend collegejaar tot hun achterban behoren. Volgens de Volkskrant zou een op de tien huidige studenten met een leenstelsel niet meer gaan studeren. Des te belangrijker om de meerderheid die deze stap wel zet te organiseren. Deze lichting studenten moet een podium krijgen om haar positie en problemen onder woorden te brengen. Hoeveel schuld hebben zij straks? Gaan ze nog op zichzelf wonen? Hoe bereid zijn ze om tegen verdere hervormingen (bijvoorbeeld op het reisrecht of de aanvullende beurs) te knokken?

De CJB was aanwezig met pamfletten over het leenstelsel.

De CJB was aanwezig met pamfletten over het leenstelsel.

De organisatievorm van dit protest biedt daar te weinig ruimte voor. De actieve achterban van studentenorganisaties is te klein om een plek aan de gesprekstafel af te dwingen, toch proberen zij vooral de parlementaire politiek te beïnvloeden. Het Malieveld wordt zo een podium voor politici die eerder deze maand een vervroegd parlementair debat over het leenstelsel voerden om het maatschappelijk debat te ondermijnen. De nieuwe generatie studenten mag er geen genoegen mee nemen dat de helft van de spreektijd naar deze poppenkast gaat, en niet naar hun eigen vraagstukken.

Op deze vragen geven ook de links-radicale groeperingen die zich buiten of tegen de studentenbonden organiseren geen antwoord. Zij zetten zich af tegen de meerderheid van de jongeren met revolutionaire kreten die ze in de dagelijkse praktijk niet kunnen waarmaken. Zij appelleren aan de terechte woede over het schuldenstelsel, maar de veel sterker georganiseerde SP doet dat ook. Zij slagen er steeds weer in om deze woede in te kapselen en onderdeel te maken van een verkiezingsstrategie.

Om dit tegen te gaan, moeten de aankomende studenten zelf aan het woord komen. De scholieren en mbo’ers die vrijdag protesteerden behoren straks tot de lichting die niets terugziet van de beloofde kwaliteitsinvestering van Bussemaker, maar wel met een studieschuld de arbeidsmarkt op moet. De acties van de toekomst moeten daar over gaan, niet over Jet. It’s never over.

Rectificatie 2 februari 2015: in een eerdere versie van dit artikel wordt de debatleider ten onrechte in verband gebracht met uitspraken over Jet Bussemaker en Jesse Klaver. De foutieve toeschrijving is verwijderd.