Als Wilders op dinsdag 23 februari in Utrecht zou zijn geweest, zou hij een hartaanval hebben gekregen: Marokkanen, Nederlanders, Ghanezen, Turken, allemaal door elkaar en met elkaar. Allemaal schoonmakers die demonstreerden voor een betere CAO. ‘Allemaal in groepjes van hun eigen nationaliteit?’ – Absoluut niet! Nederlanders dansten met Surinamers op de muziek van Turkse muzikanten. Want of je nu zwart, geel of wit bent, als je in de schoonmaak werkt kom je samen met je collega’s op voor een beter loon, reiskostenvergoeding en bovenal, voor meer respect!

Edwin Vissinga

Het zal niemand verbazen dat de meeste schoonmakers niet bepaalt boven de Balkenende-norm uitkomen. Ze verdienen vaak weinig voor veel en hard werken. Om daar nog even een schepje boven op te doen, weigeren de schoonmaakbedrijven om het loon van de schoonmakers met de inflatie te laten meegroeien. De schoonmakers gaan er dus feitelijk op achteruit. Daar komt nog bij dat schoonmakers dikwijls tijdens een werkdag op meerdere plekken moeten werken. Bijgevolg zijn zij vaak de eerste paar uur aan het werk om hun eigen reiskosten te kunnen betalen. De schoonmakers komen daarom op voor een reiskostenvergoeding en een loonsstijging van 3%.

Daarnaast zetten de schoonmakers zich in voor een opleiding. Veel schoonmakers spreken slecht Nederlands en daarom is in de huidige CAO afgesproken dat nieuwe schoonmakers een vakopleiding krijgen tijdens werktijd. In ruil hiervoor is afgesproken dat zij in hun eerste jaar minder verdienen dan normaal. Nu vinden de schoonmaakbedrijven het natuurlijk geen probleem om de schoonmakers minder te betalen. Het probleem zit hem in het geven van de opleiding. Want van de 20.000 schoonmakers die vorig jaar een vakopleiding zouden moeten krijgen, hebben slechts 500(!) een opleiding gekregen.

Intimidaties
De schoonmakers zijn de verhalen en beloftes van de schoonmaakbedrijven meer dan zat. Zij pikken het niet langer! In heel Nederland zijn schoonmakers daarom in actie gekomen, met als nieuw hoogtepunt de demonstratie in Utrecht van dinsdag 23 februari. Maar het wordt de schoonmakers alles behalve gemakkelijk gemaakt om de straat op te gaan. Vrijwel iedere schoonmaker die je spreekt, geeft aan dat ze keihard worden geïntimideerd wanneer ze opkomen voor een betere CAO. Bijvoorbeeld een schoonmaker op de trein: ‘Mijn teamleider zegt dat ik minder tijd besteed aan mijn werk omdat ik met mensen praat over de acties. Ik ben daarom 60 cent per uur terug gezet.’

Ook maken de schoonmaakbedrijven dankbaar gebruik van het feit dat veel schoonmakers slecht Nederlands spreken, of dat zij hun rechten niet kennen. Een organizer verteld: ‘Het komt voor dat mensen plotseling twee contracten onder hun neus gedrukt krijgen: één waarin je akkoord gaat met minder gaat werken, de andere is een ontslag brief. Verteld wordt dat je één van beide moet tekenen, terwijl dat helemaal niet het geval is. Mensen weten simpelweg niet dat ze niets hoeven te ondertekenen.’

Strijdbaa
r
Maar ondanks het bedrog en de bedreigingen zijn de schoonmakers strijdbaar. Judy Lock, schoonmaker op Schiphol, vertelt: ‘Er zijn twee soorten mensen: zij die zichzelf respecteren en zij die dat niet doen. Alleen wanneer je voor jezelf op komt en je je niet laat intimideren, kun je wat bereiken.’ Gelijk heeft ze, want de schoonmaakbazen leveren niet vanzelf in.

De strijd van de schoonmakers kan daarom ook op  steeds meer solidariteit rekenen. Onlangs, toen de  schoonmakers in Amsterdam actie voerden, ging de  ene na de andere duim omhoog. Eenmaal bij de  belastingdienst aangekomen overstemden de  receptionisten de schoonmakers bijna, toen er  geroepen werd: ‘SCHOON GENOEG!’ Bij omstanders zijn er  al zoveel solidariteitsboodschappen op schoonmaakdoekjes verzameld, dat de schoonmakers daarmee op 23 februari bijna de halve stationshal in Utrecht konden opvullen.

Intussen zeggen de schoonmaakbedrijven (die gemiddeld zo’n 8% winst maken) niets te kunnen doen: ‘Er is geen geld, ga maar naar de opdrachtgevers toe.’ Maar de opdrachtgevers die schoonmaakcontracten betalen, maken duidelijk dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de CAO in de schoonmaakbedrijven. Beide partijen dragen dus schuld, maar niemand wil deze op zich nemen. Laten we daarom hopen dat stoffige kamers, volle prullenbakken en stinkende gebouwen de schoonmaakbedrijven en opdrachtgevers snel wat creatiever zullen maken.

Werkdruk
De verhalen van de schoonmakers liegen er niet om. Iedere keer opnieuw wanneer je met een schoonmaker spreekt, denk je: ‘Nu heb ik alles gehoord, nu kan het echt niet erger!’ Tot je met de volgende schoonmaker in gesprek komt. Een voorbeeld is de torenhoge werkdruk waarmee zij te kampen hebben. Een schoonmaker in de buurt van station Den Haag-Centraal vertelt: ‘Om een trein schoon te maken, hebben we 30 minuten nodig, maar we krijgen er maar 15’. Tegelijkertijd wordt het aantal mensen steeds verder terug gebracht. Waar eerst vier à vijf mensen werkten, werken er nu nog maar drie. Voor iedereen die zich dus afvraagt waarom de treinen zo vies zijn, terwijl de schoonmakers zich uit de naad werken, weet nu dus waarom!

Naast de hoge tijdsdruk, is het werk ook fysiek zwaar. In de treinen moeten de schoonmakers bijvoorbeeld constant door hun knieën om de prullenbakken leeg te halen. Niet voor niets hebben veel schoonmakers daarom last van hun schouders, rug, knieën, en andere gewrichten. Een schoonmaker die voor een bank werkt, merkt op: ‘Wij hebben een van de hoogste ziekteverzuimen in Nederland. En dan vraagt men zich af hoe dat komt!’

Race to the bottom
Op andere plekken is dat niet anders. De concurrentie onder schoonmaakbedrijven is moordend, wanneer gevochten wordt om een contract binnen te halen. Wordt er daarbij bezuinigd op de winsten van de schoonmaakbedrijven? Absoluut niet! Het drukken van de kosten komt volledig op de schouders van de schoonmakers terecht: minder schoonmakers, een onmogelijk hoge werkdruk, een lage beloning, enzovoort. Het gevolg is dat het werk steeds sneller moet en dat er bepaalde werkzaamheden simpelweg niet meer gedaan kunnen worden. Niet voor niets spreekt de schoonmaakbond van een ‘Race to the bottom.’

Het zal menig treinreiziger al zijn opgevallen: van tijd tot tijd stromen de pullenbakken helemaal over, er kan niets meer bij. Ook de bezoekers van de belastingdienst zullen het ‘Schoon Genoeg!’-logo gezien hebben. In heel Nederland zijn de schoonmakers de manier waarop zij behandeld worden meer dan zat en komen zij op voor een betere CAO.

De schoonmakers zetten zich in voor een reiskostenvergoeding, een betere beloning en meer respect. Het feit dat ze veel reiskosten moeten maken om zich gedurende een werkdag van locatie naar locatie te verplaatsen, dient hierbij meegenomen te worden. Het wordt tijd dat de schoonmaaksector eens serieus genomen wordt. Iedere schoonmaker heeft zo zijn of haar verhaal over de misstanden in de sector. Daarom zijn de schoonmakers op 23 februari in actie gekomen. En dit zal niet het laatste zijn wat we van de schoonmakers gehoord hebben!