Het bedrijf waarvoor je werkt wordt overgenomen. Onzekerheid, wat nu? Houd ik mijn baan? Blijft die cao waar je samen met collega’s voor gestreden hebt? Super de Boer is overgenomen door Jumbo. In het goed georganiseerde distributiecentrum in Beilen slijpen ze de messen. ‘Ze blijven met de vingers van ons af’, zegt een strijdbare Klaas van der Galiën, voorzitter van de FNV Bondgenoten kadergroep. ‘Solidariteit is de basis: samen doen.’

Annabelle Schouten en Mark Jan Smit

Het is niet de eerste keer dat de werknemers in Beilen een overname meemaken. En dat dit gepaard gaat met veel onzekerheid, ontslagen en strijd weten ze maar al te goed. Dat stamt uit de periode van Laurus. ‘Dat was een hele slechte periode’, herinnert Van der Galiën zich, werkzaam als slotter bij het DC. ‘Het was toen: of op de fles, of een overname’. De jaren daarna ging het weer een stuk beter, als Super de Boer, maar het bedrijf kon niet op tegen de veel sterkere concurrent Jumbo.

Rimpels
Van der Galiën vindt de communicatie over de overname vrij goed. De vakbond wordt hier intensief bij betrokken. Dit was vroeger wel anders, weet Van der Galiën. ‘Ze hebben hun les geleerd van de staking van twee jaar geleden. Daar zijn ze flink van geschrokken en die schrik zit er nog steeds in.’ (Zie: ‘De bond ben je zelf samen met je collega’s’, een interview met Bart Plaatje, Manifest nr. 1, januari 2010).

Op het DC in Beilen werd al vroeg volgens het organizingmodel gewerkt. Er is een uitgebreid vakbondsnetwerk opgebouwd van kaderleden en contactpersonen op alle afdelingen van het bedrijf met zo’n 350 werknemers. Van der Galiën, al jarenlang lid van de bond, is in die tijd binnengekomen als vice-voorzitter van de kadergroep. FNV-organizer Bart Plaatje was destijds voorzitter. Sinds Plaatjes vertrek heeft Van der Galiën die rol overgenomen. De organisatiegraad ligt momenteel op 65-70%. Niet-leden worden benaderd in één-op-ééngesprekken, een belangrijk onderdeel van organizing. ‘Zeker met deze overname benaderen we niet-leden of het niet eens tijd wordt om lid te worden’, vertelt Van der Galiën.

De leiding van het bedrijf is nog steeds benauwd voor de bond. Van der Galiën: ‘De leiding loopt regelmatig bij mij binnen om te vragen wat er speelt op de werkvloer’. De houding van de site-manager in deze overnameperiode is duidelijk: ‘Hij wil geen rimpels zolang Jumbo met harmonisatie bezig is. Wij gaan juist op zoek naar bakstenen om deze rimpels te veroorzaken’, zegt een vastberaden Van der Galiën. Inzet van die rimpels is behoud van de eigen cao.

Geen nieuwe Bentley
De DC’s van Jumbo vallen onder de GIL-cao (voor groothandels). Super de Boer valt onder de VGL-cao en er is een aparte cao voor de DC’s. De verschillen tussen deze cao’s zijn vrij groot. Het DC in Beilen heeft één van de beste DC-cao’s van Nederland. Zo krijgen werknemers 14% toeslag voor de uren in ploegendienst en ze krijgen 10% personeelskorting bij vestigingen van Super de Boer, die met het salaris op hun rekening wordt bijgeschreven. Hulpkrachten, veelal scholieren en studenten in avond en weekenddiensten, krijgen een toeslag die 150-175 euro netto per vier weken kan bedragen. Verder krijgen chauffeurs een toeslag voor goed rijgedrag en schadevrij rijden, dat kan oplopen tot 1500 euro per jaar. Deze goede regelingen zijn er niet zomaar gekomen, maar door jarenlange vakbondsstrijd. Van der Galiën: ‘Die cao zou voor alle DC’s van Jumbo moeten gelden.’

Jumbo zit hier echter niet op te wachten. Het beweert dat het geen uitzondering kan maken voor het DC in Beilen en dat ‘het duur is om die cao overal in te voeren’. Van der Galiën veegt dit resoluut van tafel. ‘Ze zeggen niet: te duur. De leiding weet dat wij veel waarde hechten aan onze cao en als dat te duur is, dan koopt Frits maar geen nieuwe Bentley!’ (Van der Galiën doelt op Frits van Eerd, directeur van Jumbo en een autoverzamelaar).

Van der Galiën verwacht dat Jumbo met een voorstel voor een sterfhuisconstructie komt: iedereen die er nu is, blijft onder de cao-regelingen vallen. Toekomstige medewerkers zouden dan onder een uitgeklede cao vallen. ‘Daar ben ik helemaal niet blij mee. Collega A gaat dan anders behandeld worden dan collega B. Wij gaan voor de top, ook voor nieuwe collega’s.’ Het zou de werkvloer verdelen en dat tast ook de vakbondsmacht aan.

Solidariteit
De basis van de vakbond in het DC Beilen is solidariteit. Chauffeurs, hulpkrachten, iedereen heeft belang bij behoud van deze cao. ‘Als er mensen uit moeten, krijgen we mensen massaal in beweging’, aldus Van der Galiën. Hij krijgt nu soms al de vraag ‘Wanneer gaan we weer eens staan?’ Maar die solidariteit is toch niet uit de lucht komen vallen? ‘Nee, we sturen erop. We wijzen mensen op hun belang, we overtuigen hen. Zo van: wij hebben dit niet veroorzaakt, maar de rekening komt wel bij ons. Net als met de crisis. Die hebben we ook niet veroorzaakt, maar we krijgen wel de rekening.’
Van der Galiën geeft aan dat nu deze overname speelt, over dingen als crisis en flexibilisering minder wordt gesproken. ‘Maar straks is er meer werk, meer zekerheid en ook meer aandacht hiervoor, dat komt wel weer’. Het belangrijkste nu is de strijd voor behoud van banen en cao. ‘In je eentje lukt het niet. Als je het maar met zijn allen doet. Dat is de kern van organizing: samen doen.’

Bondgenootje
In het noorden is een groep van kaderleden actief in Bondgenootje. Ook daar staat samen dingen doen centraal. Hoe ziet Van der Galiën de rol van Bondgenootje? ‘De vakbond weer terugbrengen waar ie hoort. Er is te veel gepolderd. Praten helpt niet altijd, je hebt strijd nodig.’ Een andere rol voor Bondgenootje ziet hij in het organiseren en sterker maken van kaderleden. ‘Het inspireert om een stapje extra te zetten, om rimpels te veroorzaken.’ De vakbond is in het DC Beilen volgens hem sterk genoeg om die rimpels te veroorzaken. Volgens Jumbo zit de passie voor de klant in hun genen: het unieke Jumbo-gen. Het supermarktconcern kan zijn borst nat maken: in Beilen heb je een ander gen, die van vakbondsstrijd!