Tijdens de coalitiebesprekingen tussen PvdA en VVD creëren de media een sfeer die moet herinneren aan de eerdere paarse kabinetten in de jaren negentig. Het idee wordt verspreid dat met gedurfde hervormingen, die het resultaat zijn van uitruil van zeer uiteenlopende politieke standpunten, de crisis te overwinnen is. Het ziet ernaar uit dat een oud recept wordt gebruikt: verdere flexibilisering van de arbeid en het stimuleren van speculatieve financiële constructies. De vraag is: hoelang is hiermee de systeemrot te verbergen?
In de jaren negentig was het creëren van werkgelegenheid het hoofddoel van het hervormingsbeleid, na een decennium dat gekenmerkt werd door chronische (jeugd)werkloosheid. Dat is toen alleen voor elkaar gekregen door drastisch de rechten van werkenden en uitkeringsgerechtigden in te perken. Zo werd arbeid veel goedkoper en flexibeler inzetbaar.
Nederland liep in die jaren in Europa voorop met het invoeren van interim- en uitzendwerk. Ook werden de sociale rechten bij werkloosheid, met name die voor jongeren, afgebroken. Met speciale contracten, de zogenaamde Melkert-banen, werden uitkeringsgerechtigden aan het werk gezet, maar wel met minder rechten dan het reguliere personeel. De belofte die de sociaaldemocratie deed aan de protesterende vakbeweging, dat deze flexibiliteit een tijdelijke maatregel zou zijn, is niet nagekomen.
Inmiddels heeft Nederland een arbeidsmarkt waar het krijgen van een vast contract een hoge uitzondering is. Maar in de machtscentra van Nederland worden de nog resterende collectieve arbeidsrechten als een groot obstakel voor de winstgevendheid van de bedrijven gezien. Een kapitalistische crisis kan alleen overwonnen worden door de mate van uitbuiting drastisch op te voeren, of een oorlog te beginnen. Men poogt nu nog het eerste.
Flexibilisering van werkvloer
Terwijl in de jaren negentig vooral de sociale- en arbeidswetten werden aangepast aan de eisen van flexibele inzet van arbeid, is nu een stevige hervorming in de bedrijven en instellingen zelf gaande. Steeds meer signalen komen er dat het management bezig is met het flexibiliseren van werkuren en inzet. Werknemers die jaren met een bepaalde zekerheid hun werk konden doen, worden nu in arrangementen gedwongen die hen bijna niet meer onderscheiden van uitzendkrachten. Alleen op plekken waar een hoge organisatiegraad van de vakbond is wordt nog een deel van deze ingrepen tegengehouden. Maar het wordt overal geprobeerd.
Jarenlang hebben werkgevers druk uitgeoefend om regelingen in de cao op te nemen die werknemers minder zeggenschap geven over wanneer en waar ze werken. Ondanks de hippe term is het zogenaamde ‘Nieuwe Werken’, waardoor met inzet van techniek meer thuiswerk, altijd oproepbaar zijn en extreme piekbelasting bij deadlines mogelijk is, niets anders dan grotere uitbuiting. Wie niet meekomt met deze vorm van werken en psychisch en lichamelijk ziek wordt, wacht niets meer dan een uiterst minimaal sociaal vangnet.
Karakter
Studies over het functioneren van de extreem flexibele Amerikaanse arbeidsmarkt, zoals die door Robert Reich en Richard Sennet, laten zien dat deze manier van werken een specifieke karakterstructuur vereist en ook vormt. Waarden als continue inzet, discipline, kwaliteit en solidariteit delven hierbij het onderspit op de werkvloer. In veel sectoren tast de ‘race to the bottom’ wat arbeidsvoorwaarden betreft de kwaliteit van het arbeidsproduct ernstig aan. Goed werk kunnen leveren is alleen nog maar mogelijk bij zeer dure en kostbare producten die gemaakt worden voor de elite.
Een groot deel van de productie en de dienstverlening in Nederland is verworden tot een vechtcultuur, waarin alleen de sterkste en meest flexibele werknemer overleeft. Schoonmakers, maar nu ook beveiligers, proberen het tij met acties te keren. Maar tegelijkertijd wordt in sectoren waar eerder nog relatief zekere en vaste arbeidsvoorwaarden golden, zoals de kinderopvang en het welzijnswerk, de flexibele inzet van arbeid ingevoerd.
Systeemrot
Er bestaat voor het kapitalisme geen enkele grens wat betreft het aantasten van de kwaliteit van arbeid en leven. De illusie dat de economie weer een evenwicht opzoekt, waardoor werk en welvaart van gewone werknemers gegarandeerd is, wordt nog elke dag actief door de media verspreid. Het inleveren van arbeidsrechten en tijdelijke acceptatie van flexibel werken wordt gebracht als noodzakelijk om door de crisis te komen. Maar er zijn ook genoeg voorbeelden over de hele wereld te vinden dat deze aantasting van arbeidsrechten, denk aan Chili onder Pinochet, binnen het kapitalisme niet gerepareerd wordt.
Het is dus zaak, zonder uit het oog te verliezen dat het systeem rot is en moet worden vervangen, zoveel mogelijk arbeidsrechten te verdedigen. Wat nu op de bouwplaats gebeurt is schrijnend. De concurrentie is zo moordend tussen vaste werknemers, zzp-ers en Oost-Europeanen, dat iedereen slachtoffer is. Ook de koper van een huis, waar vaak veel aan mankeert. Er is voor gewaarschuwd. In de jaren negentig analyseerde Manifest al waarom het kapitaal zo ijverde voor het toelaten van Poolse arbeidsmigranten.
Geen enkele sector is gevrijwaard van deze door winstmaximalisatie aangedreven flexibilisering van arbeid. Het zit diep in het huidig economisch systeem om de maatschappij richting barbarij te duwen. Daar helpt een sociaaldemocratische roep om wat minder marktwerking en meer menselijke maat niet tegen. Vooral het bewustzijn dat het hele systeem rot is en we moeten zoeken naar de kiemen in onze maatschappij van het nieuwe, socialistische systeem, hoort de leidraad voor het handelen zijn.
Overgenomen uit Manifest nr 10 – 2016