Redactie
Toen aan het begin van deze eeuw de gevolgen van de klimaatcrisis alsmaar duidelijker werden, werd ook de roep om maatregelen die de uitstoot van CO2 verminderen groter. Ook de EU zag de noodzaak in van het nemen van maatregelen in multinationaal verband. Niet alleen de druk vanuit de maatschappij zette de EU daartoe aan, maar ook dat bepaalde delen van het kapitaal mogelijkheden zagen om te investeren en winst te maken, bijv. bedrijven rond de groene energiesector. In 2008 zette de EU daarom een aantal klimaatdoelstellingen uit die behaald moesten worden in 2020: verminderen van broeikasgassen met 20% (40% voor 2030), verhogen van het aandeel duurzame energieproductie tot 20%, en efficiëntie van energieverbruik verbeteren met 20%.
Het voor de EU belangrijkste middel om deze doelen te halen is de CO2-emissierechtenhandel (ook wel de ETS: Emission Trade System). Dat systeem werkt als volgt. Jaarlijks geeft de EU een beperkt aantal emissierechten vrij. Deze rechten geven bedrijven het recht om een bepaalde hoeveelheid CO2 uit te stoten per jaar. Het aantal emissierechten dat beschikbaar is neemt elk jaar af, met het idee dat op deze manier ook de CO2-uitstoot jaarlijks afneemt, overeenkomstig met de klimaatdoelen van de EU. 47% Van die emissierechten worden gratis toegewezen aan bedrijven, waarbij grotere vervuilers meer emissierechten krijgen dan kleinere vervuilers. 48% wordt via een veiling verkocht aan bedrijven. Bedrijven die verwachten meer uit te stoten dan hun gratis toegewezen rechten, kunnen dus voor een prijs toch meer uitstoten. Namelijk door emissierechten bij te kopen via veiling of van bedrijven die emissierechten ‘overhouden’. De resterende 5% wordt in reserve gehouden voor nieuwe bedrijven die op de markt komen. Als de uitstoot van bedrijven dan gedurende het jaar meer of minder is dan verwacht, kunnen ze er voor kiezen deze te verkopen of kopen.
De EU zette haar emissierechtenhandel op in 2005 en is sindsdien uitgegroeid tot de grootste markt voor emissierechten ter wereld, groter dan die opgezet door de VN bijvoorbeeld. De beginselen van zogenaamde CO2-markten zijn terug te leiden tot het Kyotoprotocol van 1997. Harde limieten op de CO2 uitstoot van landen werd door veel van de deelnemers gezien als een inflexibele maatregel die te veel economische schade kon toebrengen. Dus werd er voor gekozen een aantal internationale mechanismen toe te staan om dit te beperken. Door het succes van een emissierechtenmarkt voor zwavel- en stikstofoxiden in de VS koos men voor de handel in broeikasgassen emissierechten als één zo’n mechanisme.
Dit systeem komt met een aantal problemen. Ten eerste is er het feit dat er voor bedrijven geen reden is om hun productie binnen de EU te houden, en niet te verplaatsen naar plaatsen waar geen emissierechten zijn. Daar kunnen dus broeikasgassen worden uitgestoten zonder (of in ieder geval met minder) extra kosten. Dit wordt door de EU “carbon leakage” genoemd. Om dit tegen te gaan wordt bij elk bedrijf geëvalueerd hoe groot het gevaar is dat zij hun productie verplaatsen. Bedrijven waar dit gevaar het grootste is, worden meer gratis emissierechten gegeven. In de praktijk zijn dit grote multinationals, die het budget hebben om hun productie te verhuizen.
Dit verergert een ander probleem, namelijk dat de grootste vervuilers, die dus de meeste gratis emissierechten krijgen, meestal ook de bedrijven zijn met de grootste omzet en winst. Zij kunnen daardoor ook het makkelijkst meer emissierechten bijkopen. Juist voor de grootste bedrijven en vervuilers is er in dit systeem dan ook minder stimulansen om te verduurzamen. De gratis gegeven emissierechten werken op deze manier praktisch als een subsidie voor de grootste vervuilers.
Daarnaast lijdt dit systeem aan dezelfde problemen als andere markten. De emissierechten markt is verworden tot één groot casino, met vrij spel voor speculanten en handelaars. De prijs van emissierechten schommelt dan ook gigantisch, en is soms zo laag dat de kosten van uitstoot verwaarloosbaar zijn. De oorspronkelijke prijs van €30,- per ton CO2 uitstoot stortte al gauw in totdat in 2013 een bodemprijs van slechts €3,- werd bereikt. Dit kwam voornamelijk door de economische crisis, die zorgde voor een verminderde productie en dus ook verminderde uitstoot. De prijs bleef schommelen tussen de 5 en 10 euro voor een aantal jaar voordat de prijs verviervoudigde in 2017, en fluctueert sindsdien tussen de 25 en 15 euro. Een ton CO2 uitstoot is tegenwoordig dus bijna 8 maal zoveel waard als zeven jaar geleden, maar nog steeds slechts 80% van de oorspronkelijke prijs twaalf jaar geleden. En deze prijs zou weer voor langere tijd kunnen dalen dankzij de huidige crisis.
Ten slotte zorgt de emissierechten markt voor een gecompliceerde wirwar aan wetten, regels en instanties. Kapitalisten die daarvan gebruik kunnen maken om hun winsten te maximaliseren zullen dat dan ook geen problemen hebben dat te doen. Met als gevolg dat corruptie, fraude, en misbruik van regels wijdverspreid zijn. Denk hierbij aan constructies die ervoor zorgen dat men geen belasting hoeft te betalen over transacties en administratieve vervalsing zodat rechten dubbel verkocht kunnen worden.
Ook heeft dit gezorgd voor het ontstaan van een ware industrie van adviseurs en consultancy bureaus gespecialiseerd in emissierechten. Een parasitaire industrie die dus winst maakt op de CO2-uitstoot van andere bedrijven, en om te blijven kunnen bestaan helemaal niet wil dat de schade aan het klimaat echt vermindert.
Een rode draad bij al deze problemen is dat ze vooral de grote bedrijven helpen. Niet raar natuurlijk, het zijn juist de grote bedrijven die ontzettend veel inzetten om te lobbyen bij de EU. Het zijn dan ook geen onverwachte negatieve bijwerkingen van een systeem dat ontworpen is om CO2-uitstoot te verminderen, maar zo ontworpen om de grootste bedrijven te ontzien. Eens te meer wordt duidelijk dat de EU vooral bestaat om de positie van de Europese grootindustrie te verdedigen.
Het feit blijft dat echte maatregelen om klimaatverandering te bestrijden niet mogelijk zijn binnen het kapitalisme. Vanaf het begin is de CO2 handel opgezet om de winsten van kapitalisten zo veel mogelijk te ontzien. Wat er overblijft aan goede bedoelingen om de CO2-uitstoot te verminderen wordt vervolgens om zeep geholpen door de lobby en fraude van de monopolies. De emissierechtenhandel is een afspiegeling van de kapitalistische economie: een chaotische markt in handen van de bedrijven, die uiteindelijk ineffectief is.
In een socialistische economie, waarin de bedrijven in handen zijn van het volk en de economische ontwikkeling wetenschappelijk en centraal gepland wordt, kan de klimaatcrisis planmatig en daadkrachtig worden aangepakt. Zo kunnen bijvoorbeeld de nieuwste duurzame, klimaatneutrale en milieuvriendelijke technologieën en productietechnieken direct worden geïmplementeerd in de productie, zonder dat dit eindeloos vertraagd wordt omdat dit ten koste gaat van de winst of de concurrentiepositie van bedrijven. Alleen een socialistische maatschappij kan daadwerkelijk de klimaatcrisis oplossen, en strijd voor het klimaat moet dan ook altijd gepaard gaan met de strijd voor het socialisme. Stop de afbraak van het klimaat, red de aarde van het kapitalisme!
Bronnen:
The European council. Climate change: what the EU is doing? https://www.consilium.europa.eu/en/policies/climate-change/
Nederlandse Emissierechtenautoriteit. Wat is emissiehandel? https://www.emissieautoriteit.nl/onderwerpen/wat-is-emissiehandel
Friends of The Earth Europe. The EU Emissions Trading System: failing to deliver. https://ec.europa.eu/clima/sites/clima/files/docs/0005/registered/9825553393-31_friends_of_the_earth_europe_en.pdf
Europese Commissie. Vierde verslag over de stand van de energie-unie. https://ec.europa.eu/transparency/regdoc/rep/1/2019/NL/COM-2019-175-F1-NL-MAIN-PART-1.PDF
Walter, Martín & Luebke, Michelle. (2013). The Impact of Corruption on Climate Change: Threatening Emissions Trading Mechanisms?. https://europa.eu/capacity4dev/file/14250/download?token=HSHId9dN&usg=AOvVaw3KnwFi9CSV7j9SaWDTNtX6