Redactie 

De nieuwste campagne van de FNV pleit voor de afschaffing van het jeugdloon voor jongeren tussen de 18 en 21 jaar onder de slogan ‘jeugdloon = halfloon’. Echter blijft een groot deel van de jeugd, zij jonger dan 18, nog te maken hebben met dit oneerlijke stelsel. Hiermee stelt de grootste Nederlandse vakbond een ‘halve eis’.

Nederland is nog een van de weinige landen dat een ‘jeugdloon’ hanteert. Het is in de jaren zeventig ingevoerd, en in de jaren tachtig al verlaagd onder het mom van bezuinigingen en met de reden dat ‘jongeren minder lasten hebben’.

Internationaal vergeleken is het ‘jeugdloon’ in Nederland stukken lager dan in andere landen. De meeste landen hanteren een vast percentage, meestal rond de 70 of 90 procent van het minimumloon dat voor elke leeftijd geldt. Nederland hanteert een ‘degressieve schaal’ die begint bij 21 jaar en doorloopt tot 15 jaar. In de praktijk betekent dit dat Nederlandse 15-jarigen het moeten doen met een miserabele €3,84 per uur, wat betekent dat ze maar 30 procent van het wettelijk minimumloon verdienen.

De tegenstellingen van het kapitalisme voeren de druk in de economie op, waardoor jongeren steeds meer moeten werken. Ongeveer 50 procent van de bevolking tussen 15 en 20 jaar heeft een bijbaan. De hoge arbeidsparticipatie betekent dat deze groep naast scholieren ook arbeiders zijn. Door de hoge huurprijzen, zorgkosten, inflatie, enzovoort, zijn families steeds meer afhankelijk van de inkomsten van minderjarigen. Geld voor bijvoorbeeld kleren of vrijetijdsbesteding, andere noodzakelijke spullen zoals een mobiele telefoon of laptop, of eten tijdens de lunch zijn normaal gesproken kosten die door de ouders worden gedragen. Daarnaast moeten minderjarigen die studeren ook veel geld uitgeven aan schoolboeken. Feitelijk komen deze kosten, die vroeger betaald werden door het loon van een of beide ouders, nu op de rug van de jongeren zelf terecht, zonder dat dit betekent dat gezinnen nu ineens in meer van hun behoeften kunnen voorzien.

Wie profiteert van het jeugdloon?

Supermarkt- en fastfoodketens maken massaal gebruik van onderbetaalde kinderarbeid. Zo zijn 36 procent van de arbeiders in supermarkten onder de 18 jaar. Deze grote arbeidsparticipatie samen met lage lonen is een perfecte combinatie voor de monopolies. De lagere jeugdlonen zijn op zichzelf al een bron van extra winst voor de kapitalisten, maar jongeren en het jeugdloon worden ook gebruikt om volwassenen onder druk te zetten en van looneisen af te laten zien. Daarom proberen kapitalisten jongeren ook in steeds meer sectoren van de economie te betrekken.

Het massaal inzetten van kinderen op de arbeidsmarkt is ook in lijn met het EU-beleid en het doel van een ‘participatiesamenleving’. Ze zien ‘potentie’ in minderjarigen die nog niet werken, en creëren illusies over ‘emancipatie’ en ‘financiële onafhankelijkheid’. In werkelijkheid worden jongeren op de arbeidsmarkt gegooid en komen daar slechtbetaalde banen en vreselijke arbeidsomstandigheden tegen.

De afschaffing van het jeugdloon

De armoede in Nederland wordt steeds groter. Voorstanders van onderbetaalde kinderarbeid beweren dat het jeugdloon moet blijven bestaan omdat kinderen zouden kunnen profiteren van het inkomen van hun ouders. Dit terwijl er in Nederland 200.000 kinderen in armoede leven en de bevolking steeds meer moeite heeft om rond te komen vanwege de stijgende kosten en dalende koopkracht. Dat jongeren ‘minder lasten’ hebben is op geen enkele manier een rechtvaardige reden om ze extra hard uit te buiten. Het geld dat door minderjarigen wordt verdiend, wordt gebruikt om kosten te dekken die normaal gesproken betaald zouden worden uit het loon van de ouders. Het jeugdloon functioneert dus als een manier om meer uren arbeid uit een gezin te halen.

Minderjarigen hebben daarnaast ook te maken met de leerplicht en moeten veel uren op school en aan huiswerk besteden. Als jongeren daarnaast nog moeten werken om extra te verdienen, eist dat een zeer grote inspanning gezien de grote werkdruk. Deze werklast heeft een sterk negatief effect op de ontwikkelingen van jongeren. Hiermee worden jongeren aan het werk gezet, niet om hun ontwikkeling te stimuleren, maar om de winstgevendheid van het kapitaal te versterken.

Het afschaffen van het jeugdloon voor 18-jarigen en ouder is een positieve ontwikkeling. Maar de (terechte) leus ‘jeugdloon = halfloon’ kan alleen worden gebruikt als we de afschaffing van het jeugdloon als geheel eisen. Door het jeugdloon alleen voor meerderjarigen af te schaffen, komt de gevaarlijke implicatie dat minderjarigen terecht minder verdienen en dat het jeugdloon een legitiem stelsel zou zijn.

Alleen het jeugdloon afschaffen voor meerderjarigen is simpelweg een tijdelijk compromis met de kapitalisten. Deze zullen niet stilzitten in hun zoektocht naar goedkope arbeid. Voor de kapitalisten betekent de afschaffing van het jeugdloon namelijk een verlaging van hun winsten. Steeds vaker worden 13- en 14-jarigen in dienst genomen, om middels hun lage lonen de huidige winst te behouden of verhogen. Het is daarom essentieel dat we deze strijd daarom ook zien als onderdeel van de klassenstrijd. De compromissen die we hier sluiten met de kapitalisten, zullen alleen maar leiden tot een sterkere uitbuiting van minderjarigen.

We moeten niet bescheiden zijn in onze eisen. We moeten hard strijden voor rechtvaardigheid in elk aspect van de strijd. Net zoals bij de verhoging van het minimumloon zullen kapitalisten allerlei redenen bedenken om de arbeiders in een achtergestelde positie te houden, zoals de mythe van de ‘loon-prijsspiraal’. Dat prijzen zullen stijgen vanwege loonsverhoging is een leugen; het enige dat gebeurt, is een daling van de gemiddelde winstvoet, wat alleen voor de kapitalisten – de allerkleinste minderheid van de bevolking – nadelig is. Net zoals in de tijd van Marx blijven dezelfde discussies naar boven komen. Ook tijdens de industrialisering van de negentiende eeuw beweerden kapitalisten dat het onmogelijk zou zijn om de condities van de werkende klasse te verbeteren. Dat de economie ‘gesloopt zal worden’ door vermindering van de 16-urige werkdag, afschaffing van kinderarbeid, invoer van de leerplicht, enzovoort. Hun leugens zijn in het verleden door de arbeidersbeweging bestreden, en wij zullen ze ook in het heden bestrijden.

De CJB eist gelijk loon voor gelijk werk. Het jeugdloon moet weg! Wij vechten voor een onmiddellijk uniform minimumloon van €16 per uur.

Loonstrijd is maar een stap

De strijd voor hogere lonen en de afschaffing van het jeugdloon is een belangrijke stap in de strijd die de Nederlandse arbeidersklasse zal moeten voeren de komende tijd. Het betreft een essentiële strijd voor overleving in een steeds brutalere wereld waarin de tegenstellingen op scherp staan.

Een beter loon is echter geen einddoel. Een salaris dient onder het kapitalisme niet om je te belonen voor je werk, maar simpelweg om je levend te houden om morgen het werk weer op te pakken voor de kapitalist. De waarde die werkers produceren wordt massaal toegeëigend door de kapitalisten. Zolang er geen sociale omwenteling plaatsvindt die de kern van de maatschappij – de economie – essentieel veranderd, zal uitbuiting de norm blijven. Daarom moeten we vechten voor loonsverhoging en de afschaffing van het jeugdloon. Deze strijd heeft de potentie om te leiden tot een verhoging van het klassenbewustzijn met een bredere horizon: de socialistische maatschappij, een maatschappij zonder uitbuiting van de mens door de mens.

Terwijl de toekomst van jongeren op de arbeidsmarkt wordt bepaald door burgerlijke politiek, worden diezelfde jongeren overgelaten aan de genade van de kapitalisten en hun politieke vertegenwoordigers. Jongeren krijgen geen actieve stem in de maatschappij. Ze worden beschouwd als onverantwoordelijk of onvoldoende politiek geschoold om te discussiëren over zaken die hen direct beïnvloeden. Dit is een tekortkoming van de burgerlijke democratie. Het is dus niet vreemd dat minderjarigen zich sterk benadeeld voelen door de afschaffing die alleen geldt voor 18-plussers. Ook minderjarigen verdienen het om gehoord te worden, niet alleen met betrekking tot hun loon, maar ook hun situatie op school en in de maatschappij als geheel. De burgerlijke politiek negeert jongeren en plaatst ze aan de zijlijn van de maatschappij.

Alleen de gezamenlijke strijd voor beter onderwijs, voor de afschaffing van het jeugdloon, voor voldoende salaris waarmee gezinnen in alle behoeftes van jongeren kunnen voorzien, waaronder natuurlijk ook de behoefte voor sociale omgang, vrijetijdsbesteding, sport, kleding, eten en nog veel meer, kan een echte stem bieden aan de jongeren en hun het vermogen geven om daadwerkelijk hun leven in eigen handen te nemen en hun dromen voor de toekomst waar te maken. Deze strijd die op elke school en werkplek gevoerd kan worden is van essentieel belang om aan te gaan, en is niet alleen in het belang van jongeren maar van de hele arbeidersklasse. Deze strijd is de strijd voor het socialisme!