Ronald Maassen

Ondertussen is het bijna legendarisch, de uitspraak van toenmalig minister van Wonen Stef Blok (VVD): ‘Ik ben de eerste vvd’er die een heel ministerie heeft doen verdwijnen!’ [1]. Deze uitspraak, het opheffen van het ministerie van Wonen, en de bestuursperiode van Stef Blok werden het startschot van de grootste wooncrisis die Nederland sinds de Tweede Wereldoorlog kende. Echter heeft Blok ons nog een gift nagelaten welke de afgelopen jaren de huurmarkt radicaal heeft veranderd met een enorme verslechtering van de positie van huurders tot gevolg: het tijdelijk contract. Deze maand deed minister Ollongren (D66) een voorstel om de huurmarkt nog verder te flexibiliseren. Tijd dus voor huurders om in het geweer te komen.

De Wet Doorstroming Huurmarkt. Zo heet het pakket aan wetten dat jaren aan bevochten verworvenheden van huurders op de tocht zette. Vóór deze wetswijziging van 2015 was namelijk slechts één huurcontract gangbaar in Nederland: het onbepaalde tijd contract. Met dit contract heb je als huurder veel zekerheid. Je kunt niet uit je woning gezet worden voor zolang als je er wilt wonen en je geniet ook van huurprijsbescherming. Dat is ook meer dan logisch. Als huurder ga je immers een totaal scheve machtsrelatie met je huisbaas aan. Jij bent van je thuis, je dak en je zekerheid afhankelijk van je huisbaas en daarom biedt de wet bescherming zodat je niet zomaar op straat belandt.

Dat veranderde dus in 2015. De wet voorzag in het creëren van tijdelijke huurcontracten en doelgroepcontracten. Doelgroepcontracten zijn contracten die het mogelijk om een contract op te zeggen als de huurder niet langer tot een bepaalde doelgroep behoort, zoals student, jongere, senior of hulpbehoevende. Vanaf dat moment is het mogelijk om een huurcontract voor maximaal twee (zelfstandige woningen) of vijf (onzelfstandige woningen) aan te gaan. Na deze termijn eindigt het contract vanzelf en moet de huurder op zoek naar nieuwe woonruimte. Dat is natuurlijk een enorme extra onzekerheid voor huurders, die hiervoor er vanuit konden gaan dat hun thuis hun thuis zou blijven. Het argument van de regering was dat het afbreken van de rechtspositie van huurders meer ruimte voor verhuurders zou creëren en de doorstroming zou bevorderen. De verhuurders zouden hierdoor meer geneigd zijn om te investeren in verhuur en het aanbod zou vergroot worden. Critici zagen bij invoering al dat dit een enorm machtsmiddel voor verhuurders zou betekenen. Na de termijn in het contract ben je als verhuurder direct af van een verhuurder die voor zijn recht opkomt. No questions asked. Minister Blok sprak het verontrustte publiek echter sussend toe: ‘Onbepaalde termijn contracten zullen de norm blijven’ [2].

Ook Blok’s hedendaagse tegenhanger, minister Ollongren, spreekt er nog altijd van dat het onbepaalde tijd contract de norm ‘is en blijft.’ Echter kwam een recent onderzoek van Investico tot een radicaal andere conclusie: de helft van de contracten op de particuliere markt zijn tijdelijke contracten geworden en het aanbod van huur is amper gegroeid [3]. Dit komt overeen met de signalen die huurrechtenorganisaties al jaren geven. De rechten van huurders zijn afgebroken en in ruil daarvoor zijn de huurprijzen explosief gestegen en is er geen huurwoning bij gekomen. Bovendien blijkt dat niemand echt zicht heeft op de toepassing van tijdelijke huurcontracten. Het CBS moest, na aandringen van de Groene Amsterdammer, dan ook toegeven dat hun monitor over de huurmarkt ‘niet betrouwbaar genoeg is om de ontwikkeling van de tijdelijke huurcontracten goed vast te stellen.’

Een ander gevolg van de invoering van tijdelijke contracten is de wildgroei aan contractvormen en alle –al dan niet intentionele- foute contractvormen die dit tot gevolg heeft. Zo zijn er contracten voor korte termijn, doelgroepcontracten, minimumduurcontracten en ‘naar zijn aard van korte duur’-contracten met ieder hun eigen bepalingen en mogelijkheden. Je moet als huurder -en verhuurder overigens- wel heel goed geïnitieerd zijn in het huurrecht om te weten wat bij welk contract mag en niet mag. Zo onderzocht Investico ook het gebruik van een minimumduurtermijn bij tijdelijke contracten. Een minimumduur is een soort zekerheidsregeling voor verhuurders die ingebouwd kan worden bij onbepaalde tijd contracten. Tijdens deze periode kan de huurder het contract niet opzeggen en zo heeft de verhuurder wat zekerheid dat hij de woning in ieder geval voor die periode verhuurd heeft. Dit mag echter niet bij tijdelijke huurcontracten gebruikt worden. Toch ontdekte Investico dat bij een derde van de tijdelijke contracten toch zo een illegale bepaling wordt opgenomen. Een gevolg van de totale chaos die ontstaan is sinds 2015.

Blijkbaar is het voor de kapitalistische huisjesmelkers van Nederland nog niet genoeg. Ondanks dat de huurprijzen, mede door deze flexibilisering [4], enorm stegen de afgelopen jaren zijn de winsten nog niet hoog genoeg. Eind november bracht minister Ollongren namelijk een nieuw wetsvoorstel tot internetconsultatie in dat de flexibilisering nog verder doorzet en  de balans nog verder in het voordeel van verhuurders doet uitslaan [5].

Niet alleen maakt dit wetsvoorstel het mogelijk om tijdelijke contracten tijdelijk te verlengen en langer aan te bieden, maar ook moet dit wetsvoorstel het mogelijk maken om de eerder genoemde minimumduur op te nemen in een tijdelijk contract! Dat betekent dat de volledige rekening van flexibilisering op de huurder afgeschoven wordt. Waar de huurder al de onzekerheid van een flexibel contract moet accepteren, kan hij/zij ook de ‘voordelen’ niet langer plukken, want voor deze periode kan de huurder de huur niet opzeggen.

Daarnaast wordt de rechtspositie van huurders nog verder ondermijnd met dit wetsvoorstel, doordat het contract tijdelijk verlengd kan worden. In plaats van dat je als huurder na je tijdelijke contract automatisch overgaat naar een contract voor onbepaalde tijd, zoals nu het geval is, wordt het mogelijk om het contract nog eens tijdelijk met een jaartje te verlengen. Zo wordt het wel heel makkelijk om huurders die opkomen voor hun rechten onder de duim te houden.

Het moge duidelijk zijn dat met deze twee wetswijzigingen het verlanglijstje van de huisjesmelkers en beleggers wordt afgewerkt door het kabinet, of in ieder geval als inzet dient bij de opkomende formatieonderhandelingen. Het is van belang om hier tegengas aan te geven, voordat de woononzekerheid voor huurders dadelijk compleet is. Als communisten zijn we sowieso tegen het bezit van en verdienen aan andermans woning, maar nu zijn we genoodzaakt om ons in te zetten om deze basale verworvenheden te verdedigen.

Het kapitalisme heeft onze basisbehoeftes, zoals een dak boven je hoofd, gemaakt tot marktwaren. Grote en kleine kapitalisten investeren in woningen als product, terwijl de arbeidersklasse van Nederland met moeite genoeg geld bij elkaar kan lenen om aan een koopwoning te komen. Voor velen blijft dit een onmogelijkheid, aangezien zij door de hoge huren amper rond kunnen komen, laat staan sparen. Wij wijzen de markt als oplossing van onze problemen af. Zij creëert deze juist. Daarom moet de huisvesting voor en door de bevolking zelf zijn. Een geplande economie kan de benodigdheden voor de bouw aanwenden zonder dat de vruchten daarvan in de zakken van speculanten verdwijnen.

Wat kan je doen? Belangenorganisaties als de Woonbond en de LSVb hebben zich al uitgesproken tegen het voorstel, maar er loopt ook een grotere campagne van de Woonbond ‘Weg met de Wooncrisis.’ Hier kun je je inzetten om het onderwerp wonen lokaal en landelijk op de kaart te zetten en dit soort wetgeving tegen te werken. Kijk voor meer informatie op: https://wegmetdewooncrisis.nl/.

Voetnoten

  1. https://fd.nl/economie-politiek/1221025/stef-blok-ik-ben-de-eerste-vvd-er-die-een-heel-ministerie-heeft-doen-verdwijnen
  2. https://www.groene.nl/artikel/tijdelijke-contracten-zijn-er-voor-de-huisjesmelkers
  3. https://www.platform-investico.nl/artikel/helft-van-de-huurhuizen-aangeboden-met-tijdelijk-contract/
  4. Vooral bij een wisseling van bewoners treedt namelijk een enorme verhoging van de huur op. Vorig jaar gemiddeld 9,5% stijging bij een bewonerswissel tegenover 2,9% stijging over de hele linie. Juist deze bewonerswissels zijn makkelijker geworden met de tijdelijke contractvormen.; https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2020/37/grootste-huurstijging-in-zes-jaar
  5. https://www.internetconsultatie.nl/opkoopbescherming_en_tijdelijke_verhuur