Schoonmakers vanuit heel Nederland kwamen zaterdag 12 december bijeen om te discussiëren over de misstanden in hun sector. Intimidaties, hoge werkdruk en lage lonen, alles passeerde de revue. Nadat de week voorgaand aan het congres ook nog de cao-onderhandelingen mislukten, kwam op het congres één ding duidelijk naar voren: de schoonmakers hebben schoon genoeg van de manier waarop schoonmaakbedrijven met hen omgaan.

CJB Amsterdam

Ziek? Morgen gewoon aan het werk!
Uit de verhalen op het congres blijkt dat de schoonmaaksector vol misstanden zit, zoals: een veel te hoge werkdruk, een te laag loon, intimidaties. Met het congres wilden de schoonmakers dan ook vooral aandacht vragen voor de problemen in hun sector door eens een keer hun verhaal te kunnen doen en door hun witboek over de crisis in de schoonmaaksector.

Verhalen van de schoonmakers zijn schokkend: mensen die nog herstellende zijn van een operatie van drie dagen eerder, worden gewoon door de bedrijven opgeroepen en aan het werk gezet. Of iemand die de Mexicaanse griep heeft, moet ondanks alle commotie rond de ziekte gewoon aan de slag, in een ziekenhuis nota bene!

The race to the bottom
Het is het gevolg van de hoge werkdruk die ontstaan is door, wat het witboek noemt, de ‘race to the bottom’ in de schoonmaaksector: doordat bedrijven constant willen bezuinigen op het schoonmaakwerk laten zij de verschillende schoonmaakbedrijven tegen elkaar opbieden. De prijzen die hieruit voortkomen zijn zo laag dat het simpelweg onmogelijk is om fatsoenlijk schoon te maken.

Een voorbeeld hiervan is het schoonmaakwerk in treinen. In eerste instantie lijkt alles wel schoon te zijn maar dat is het niet. Een schoonmaker op het congres vertelt dat er in amper 10 minuten drie treinen helemaal moeten worden schoongemaakt, een onmogelijk opgave! Dat de treinen dan ook niet schoon zijn, ligt niet aan de schoonmakers, maar aan de opdrachtgevers en schoonmaakbedrijven.

Intimidaties en slechte werkomstandigheden
De gigantische concurrentie leidt niet alleen tot slechte kwaliteit van het schoonmaakwerk, maar ook tot belabberde arbeidsomstandigheden. Niet voor niets zit 10% van de schoonmakers bij NedTrain, het onderhoudsbedrijf van spoorwegmateriaal, ziek thuis en worden schoonmakers elders in het land vaak ziek de werkvloer opgestuurd.

Daarnaast maken schoonmaakbedrijven vaak dankbaar gebruik van het feit dat veel schoonmakers slecht Nederlands spreken of slecht bekend zijn met hun rechten. En als schoonmakers zich beginnen te organiseren, dan worden ze vaak bedreigd of geïntimideerd. (‘Is dat jouw handtekening op die petitie? Je kunt hem nu nog weg halen…’)

Cao-onderhandelingen
De schoonmakers hebben daarom op verandering ingezet bij de cao-onderhandelingen. Ze eisen een lagere werkdruk, een vakopleiding voor schoonmakers, zodat iedereen Nederlands kan leren, 3% meer loon, een reiskostenvergoeding en geen bedreigingen en intimidaties meer.

Het antwoord van de werkgevers was echter zo voorspelbaar dat het eigenlijk amper nodig is het nog te vermelden: het is crisis en er is geen geld voor meer loon of een reiskostenvergoeding. En wat de opleidingen betreft, die worden al gegeven. Daar moeten we bij zeggen dat van de 20.000 mensen die vorig jaar recht hadden op een vakopleiding, het fenomenale aantal van 367 ook daadwerkelijk de opleiding heeft gehad.

power to the schoonmakers!
Schoon genoeg!

De schoonmakers hebben dus meer dan genoeg van de woorden van hun werkgevers. De schoonmaakbedrijven maken nog steeds tussen de 4 à 8% winst. Dus crisis of geen crisis, er is genoeg geld bij de schoonmaakbedrijven. Zoals schoonmaker Ad van der Schaaf het zo mooi zei: ‘Zolang er nog 8% winst gemaakt wordt, kunnen wij ook nog 8% loonsverhoging eisen!’

Vakbondsbestuurder Ron Meyer werd daarom ook gevraagd wat de bond nu zou gaan doen. Zijn antwoord was heel bescheiden: ‘Dat ga ik niet bepalen, maar dat gaan de schoonmakers vandaag zelf doen.’ Een stemming of discussie was echter niet noodzakelijk. Direct volgend op zijn uitspraak kwam er uit de hele zaal een massaal geroep: ‘Actie, actie, actie!’ De boodschap is dus duidelijk: de schoonmaakbedrijven mogen hun borst nat maken!