De Occupy-beweging heeft zich als een olievlek over steden wereldwijd verspreid. Ook hier in Nederland werd het initiatief opgepikt met Occupy-acties in Amsterdam en Den Haag. Mensen maken hun onvrede kenbaar omdat zij de politieke en economische problemen zien en voelen.
Mathijs van Dijk
De actievoerders willen met pleinbezettingen ‘de hebzucht van bankiers’ en de ‘corrupte politiek’ onder de aandacht brengen en nadenken over oplossingen. Het ziet zichzelf als een nieuwe manier van succesvol actievoeren, geïnspireerd door de Spaanse 15-mei-beweging en de opstanden in de Arabische wereld. Hierbij spelen social media als Facebook en Twitter een grote rol waardoor ook veel jongeren de beweging weten te vinden.
Wat is het idee? Een initiatiefnemer van Occupy Den Haag laat weten: ’Online gaat het allang niet meer om de mooiste websites. Het gaat om de sites met de beste bewijzen, de beste onderbouwing. Die krijgen de meeste followers.’Oftewel: het initiatief met de meeste draagkracht wint. Occupy wil dat idee ook op straat brengen door de pleinbezetting te combineren met een ‘General Assembly’. Dit is een openbare vergadering waaraan iedereen kan deelnemen en besluiten alleen als deze voor iedereen aanvaardbaar zijn. In de praktijk is het gevolg dat een kleine minderheid de wil van de grote meerderheid kan blokkeren, dus ook wanneer er grote verschillen zijn in het bewustzijn van de problematiek en bij compleet tegengestelde belangen. Daardoor verzeilt het in eindeloze discussies waardoor daadwerkelijke eisen en acties om deze af te dwingen uitblijven. De beweging komt dan ook niet veel verder dan een aantal algemene kreten als ‘We zijn het niet eens met de hebzucht van de bankiers’ en ‘Wij zijn tegen de corrupte politiek.’
Hoe moeizaam het gaat blijkt bij Occupy Den Haag al uit de praktische organisatie voor de pleindemonstratie. Deze kon bijna niet doorgaan doordat de actievoerders eindeloos discussieerden over wat er ingevuld moest worden bij het gemeentelijk aanmeldformulier onder doel en hoeveelheid verwachte mensen. ‘Toen om vier uur ’s nachts, vlak voor de deadline, nog steeds vier mensen in één Word-bestand zaten te typen, heeft iemand gedacht: ik verstuur het gewoon.’
Het feit dat sociale media nieuw zijn en erin slagen om mensen bij elkaar te brengen, houdt nog niet in dat we alles nog moeten ontdekken. Oproepen op Facebook en Twitter zijn makkelijk geplaatst, maar waarom komen mensen ook daadwerkelijk in beweging? Dat is toch vanwege het feit dat de rekening van de economische crisis wordt neergelegd bij degenen die hem niet hebben veroorzaakt. Onze sociale rechten en voorzieningen staan onder druk, maar dit is niet iets nieuws. Het organiseren van succesvol en minder succesvol verzet is ook niet nieuw. Om echt stappen te kunnen zetten in de goede richting moet er daarom geleerd worden van die ervaringen die in de praktijk zijn opgedaan en de beste inzichten die daaruit voortkomen gebruikt worden. En dan heb je leiding nodig.
Een veelgehoorde leuze door de actievoerders is ‘We are the 99%.’ Het is een uiting van het feit dat een kleine groep besluiten neemt die gevolgen hebben voor het overgrote gedeelte van de bevolking, zonder dat die iets te vertellen hebben erover. Maar waar zit het probleem met die 1% superrijken die hier bevoordeeld worden? Zijn het de politieke leiders die ondanks hun beloften voor ‘verandering’ de meerderheid niet meer zien staan? Zijn het de hebzuchtige bankiers die alleen maar meer willen? Zijn het de media die de gevolgen over het hoofd zien? Of zit het probleem in het systeem zelf?
In dit systeem zijn de belangen van de ‘1%’ tegengesteld aan die van de ‘99%’. Alle rijkdom komt voort uit de natuur en de bewerking hiervan, oftewel uit arbeid. Maar in het huidige systeem krijgen de mensen die werken hun rijkdom maar voor een heel klein deel terug. Het is een tegenstelling tussen twee klassen, de werkende klasse (‘99%’) en de kapitalistische klasse (‘1%’).
Hoewel kapitalisten onderling concurreren en een zo hoog mogelijke winst nastreven (om te voorkomen dat ze weggeconcurreerd worden), organiseren zij zich ook. De kapitalistische klasse organiseert zich, bijvoorbeeld door haar belangen in wetgeving vast te leggen en de ideeën die haar belangen dienen te verspreiden in onderwijs en media enzovoorts. Het maakt van alle mogelijke strategieën en tactieken gebruik om de aandacht van de klassentegenstelling af te leiden en het systeem in stand te houden.
Het antwoord daarop is dat de werkende klasse zich organiseert (met een systematische aanpak zoals organizing in de vakbond) om veranderingen af te dwingen. De werkende klasse heeft geen belang bij het betalen van een rekening om een systeem weer aan de praat te krijgen voor een kleine minderheid. Sterker nog, door haar opofferingen in koopkracht en tegelijkertijd te zorgen voor een hogere productiviteit, wordt de weg vrij gemaakt voor een volgende, nog hevigere crisis. Het heeft belang bij een systeem die werkelijk in dienst staat van de behoeften van de werkende klasse, het socialisme.
Ondanks de veelal goede intenties van de Occupy-beweging blijft het hangen in een spontane beweging door het ontbreken van inzicht in hoe het politieke en economische systeem werkt, wat het doel is en hoe je je systematisch kunt organiseren omdat doel te bereiken. De vraag is dan ook hoe lang een festivalsfeerachtig tentenkamp het nog vol houdt met het uitblijven van daadwerkelijk resultaat, ondanks de gezelligheid en oprechte gevoelens van solidariteit.
Een actueel voorbeeld dat laat zien hoe het kan, zijn de studentenprotesten in Chili. Studenten zijn georganiseerd in studentenvakbonden om collectief voor hun rechten en belangen op te komen. Aan het hoofd staan leiders van de studentenvakbonden (die komen uit de beweging zelf en hebben dezelfde belangen) die vertrouwen hebben bij hun georganiseerde achterban. Ze zijn in staat om uit te leggen waarom hun eisen voor toegankelijk en kwalitatief goed onderwijs voor iedereen ingewilligd moeten worden en er geen genoegen kan worden genomen met enkel compromissen. Ze zijn erin geslaagd een grote meerderheid van de bevolking voor zich te winnen en weten dit al maandenlang vast te houden. Aanvallen om verdeeldheid te zaaien zijn tot nu toe mislukt en de populariteit van president en miljardair Piñera is razendsnel gedaald. Ondanks dat ook hier de strijd nog niet is gestreden, laat het zien hoe je je als collectief succesvol kunt blijven organiseren. Alleen dan kan de 99% winnen van de 1%.