De commissie gelijke behandeling heeft gezegd dat het onrechtvaardig is dat jongeren als hulpkrachten geen toeslagen voor avondwerk krijgen en andere collega’s wel. De supermarktbazen denken nu doodleuk dat ze in het kader van „gelijke rechten voor iedereen“ de toeslagen af kunnen schaffen. Ze vertellen er alleen niet bij dat dat in veel gevallen niet anders is dan ze nu al doen. In veel winkels krijgen ook de collega’s die meer uren draaien geen toeslagen. Een supermarktmanager zei op de vraag van een werker treffend: „Toeslagen? Daar doen wij niet aan.”
De situatie met de toeslagen is een voorbeeld van hoe jongeren worden gebruikt om de winkels zo goedkoop als het maar kan te runnen. Doordat ze vaak hulpkrachten zijn hebben ze geen recht op toeslagen. En al zijn jongeren gewone parttimers of fulltimers, dan krijgen ze in sommige bedrijven alsnog geen toeslagen betaald. En welke 16-jarige weet wat zijn rechten zijn en kan die tegenover zijn baas afdwingen? Welke rechter doet nu de uitspraak die het stelselmatig grote graaien over de rug van de werkers veroordeelt, en niet alleen de enkele collega, na een lang gevecht om zijn gemiste centen, in het gelijk stelt?
Jongeren krijgen een ‘jeugdloon’ dat veel lager ligt dan het loon van een volwassen collega die exact hetzelfde werk doet. En waarom? „Omdat jullie vaak nog thuis wonen en ook veel minder kosten hebben.“ Maar met welk geld kan een jongere dan ooit een zelfstandig bestaan opbouwen? Een studie en je eigen huisraad kosten flink wat geld. En is hun tijd daarom minder waard? Zijn zij daarom minder harde werkers? Nee! Alleen zullen ze zich minder snel en sterk verzetten. Zo houd je ook de andere werkers koest. Die bedenken zich wel twee keer voordat ze om een loon vragen waarvan ze hun familie fatsoenlijk kunnen onderhouden. Ze zijn al drie keer zo duur dan een 15-jarige…
Supermarktwerkers krijgen alleen maar tijdelijke contracten en als het moment komt dat je recht hebt op een vast contract dan, wordt je bedankt… Er staan immers genoeg jongeren klaar die graag wat bij willen verdienen om hun studie te betalen of hun zakgeld aan te vullen. De boodschap is duidelijk: Iedereen is vervangbaar. En je bent ook al zo „oud“ dan. Je kan nog zo een betrouwbare en goede werker zijn, het normale cao-loon van een volwassen collega vinden ze je meestal niet waard. Je hebt ook aardige bazen die je drie maanden na je ontslag weer met een jaarcontract in dienst nemen. Die laten eerlijk zien dat je geen vast contract krijgt omdat ze je zien als een geboortedatum met een uurprijs waaraan ze geen zekerheid willen geven.
Bedrijven zijn verplicht om bij personeelszaken alleen naar het aantal gewerkte uren te kijken en de per werker verschillende uurlonen buiten beschouwing te laten. Een heel simpele manier om leeftijdsdiscriminatie te voorkomen. Maar ja… Wie controleert dat? De overheid treedt op in belang van de bazen door, onder het mom van bezuinigen, steeds meer kosten (voor je studie, reizen, wonen, enz) naar de werkers door te schuiven. Hoeveel inspecteurs heeft de overheid om de bazen in de gaten te houden? (Het antwoord: 300 voor alle bedrijven in heel Nederland)
In oktober liet Albert Heijn weten dat binnenkort veel producten in dozen in de winkel komen te staan. „Voordeel is dat vakkenvullers sneller klaar zijn en dat er minder kapot gaat.“ lees je in het persbericht. De vakkenvullers weten natuurlijk dat de gewonnen tijd op hun uren zal worden bespaard en er dus een ontslagronde aan zit te komen. Als er iets aan de werkdruk verandert dan zal die toenemen omdat je met nog meer (ex-)collega’s om je baan moet concurreren. Afgezien daar van kan je met hele dozen minder soepel bijvullen en zullen er dus meer vakken leeg komen te staan. Het is dus duidelijk dat ook de zogenaamde „elite-supermarkt“ alles zet op winstverhoging. Werkgelegenheid en klantvriendelijkheid zijn daaraan ondergeschikt.
De winsthonger die in de kapitalistische economie centraal staat zet de rechten van werkers voortdurend onder druk. Ze beschouwen werkers als kostenpost, maar zij zijn diegenen die het geld binnen brengen! De verschillende supermarkt-ketens concurreren met elkaar – kijk maar naar de strijd tussen Ahold en de opkomende Jumbo -en dat gaat vooral over de rug van het personeel. De lonen lager, de werkers jonger, de contracten flexibeler, de toeslagen afgeschaft. En dat terwijl de omzet en winst in de branche al jaren stijgt.
De laatste tijd zien we dat op verschillende plekken in het land supermarktwerkers opkomen voor hun belangen. Ze zijn begonnen zich te organiseren in de vakbond, eisen te stellen en die vervolgens af te dwingen. In een Albert Heijn franchise in Haarlem, bijvoorbeeld. Daar was van alles mis: ze kregen geen toeslagen, hadden nul-uren contracten, er hing een camera in de kantine, de winkel is snikheet en ga zo maar door. Op een gegeven moment was voor een handjevol collega’s de maat vol.
Ze informeerden zich actief over hun rechten en brachten de problemen in kaart door op de werkvloer over de ontevredenheid te praten. Er werd contact opgenomen met FNV Bondgenoten en er werden kleine vergaderingen gehouden – zonder medeweten van de baas, natuurlijk. Het werk heeft uiteindelijk tot een eisen-petitie geleid die door meer dan de helft van de collega’s uit twee filialen werd gesteund. In de daarop volgende onderhandelingen met de baas had men dus iets om druk mee uit te oefenen: „Dit zijn onze eisen en als jullie daar niet aan voldoen zijn zó veel mensen bereid om daarvoor in actie te komen.“ Inmiddels zijn de meeste eisen omgezet, hoewel de strijd zeker nog niet is afgelopen. De collega’s waren eigenlijk stomverbaasd over hoe veel ze hadden bereikt met hun eenmalige actie. „En dat alles hebben we door de vakbond,” hoorde je ze zeggen.
Gezamenlijke strijd is het beste antwoord op verslechteringen en de enige kans verbeteringen af te dwingen. In de meeste winkels staat tegenover een lid uit het management wel 30 werkers. Dát zijn de krachtsverhoudingen, als werkers samen een vuist maken. In Haarlem durfden de eigenaren niet eens de petitie in ontvangst te nemen. „Wat een lafaards. Ons bestelen? Geen probleem! Maar je gezicht tonen als jouw werkers wat van je willen? Dat durfden ze niet!”
In andere supermarkten in het land ervaren collega’s hetzelfde. Organiseer je collega’s in de vakbond, daar ligt de kans om met eigen kracht verandering af te dwingen. De macht van de baas – hij kan je nare klusjes geven, op vervelende tijden laten werken of zelfs ontslaan – breek je alleen samen met je collega’s. Jullie zijn onmisbaar.
De supermarkt is voor veel jongeren hun eerste baan. Samen kan je er voor zorgen dat de baas niet langer almachtig is in zijn eigen winkel, en dat je collega’s naaien niet de enige weg is om omhoog te komen. Laat zien dat supermarktwerkers, jong en oud, voor elkaar opkomen – en dat strijd loont!