Waar loop je als jong kaderlid van FNV Bondgenoten bij je werk in een distributiecentrum (DC) tegenaan? Hoe zorg je ervoor dat de vakbond zich van het slaperige servicemodel omvormt naar een bond van actieve werknemers? Dit is het werkterrein van Gerwin van der Sloot (31), werknemer bij het DC van Albert Heijn in Zwolle, en kaderlid van FNV Bondgenoten. Hij legt de nadruk op een actieve vakbond op de werkvloer. En het balletje begint te rollen!
Annabelle Schouten en Mark Jan Smit
Het DC van Albert Heijn in Zwolle bestaat uit twee afdelingen: Houdbaar en Vers. Van der Sloot werkt inmiddels tien jaar bij Vers. Drie jaar geleden werd hij meer uit nieuwsgierigheid lid van de FNV. Dat deze op dat moment weinig actief was, bleek wel uit het feit dat ze Van der Sloot bij de verkeerde afdeling inschreven, namelijk bij Houdbaar, zonder dat iemand dit opviel. Dit kwam pas vorig jaar september aan het licht toen hij tot de kadergroep toetrad!
Frisse wind
FNV-organizerBart Plaatje vond Van der Sloot een geschikte kandidaat voor de kadergroep bij de afdeling Vers en vroeg of hij bereid was hierin toe te treden. Van der Sloot hoefde niet lang na te denken. Een frisse wind in de kadergroep was hard nodig. Al jarenlang zaten er dezelfde mensen en zij werkten volgens het zogenaamdeservicemodel. De bond was onzichtbaar en weinig actief en dat moest veranderd worden. De kadergroep van de afdeling Houdbaar heeft al iets eerder deze stap gemaakt en loopt daarom voor op Vers. ‘Op vers hebben we te maken met een CNV-bolwerk’, vertelt Van der Sloot. ‘De contacten hiermee zijn moeizaam. CNV’ers verwijten ons soms dat wij alleen voor de Poolse uitzendkrachten opkomen’.
Ook de werknemers denken vaak nog volgens het servicemodel, dat de vakbond hun problemen wel even oplost. Maar Van der Sloot is dan altijd heel duidelijk: ‘Het is jouw probleem, wat wil je er zelf mee? We kunnen het vervolgens samen oplossen.’ Praten met de mensen op de werkvloer is heel belangrijk. Van der Sloot wil iedereen helpen, maar verwacht wel dat mensen zelf ook meedoen.
Aparte kantines
De scheiding tussen werknemers in vaste dienst en uitzendkrachten, waaronder veel Polen wordt door de werkgever kunstmatig in stand gehouden. De vaste werknemers, de Nederlandse uitzendkrachten en de Poolse uitzendkrachten hebben allen hun eigen kantine. De werkgever doet dat niet voor niets. ‘Zo kunnen de verschillende groepen tegen elkaar uitgespeeld worden’, zegt Van der Sloot.
De vakbond liet zich daar bij de reorganisatie van twee jaar geleden ook toe verleiden. Albert Heijn wilde het aantal uitzendkrachten binnen het DC vermeerderen, tegen de wil van de bond in. Van der Sloot hierover: ‘We kwamen er niet uit en zijn daarom maar met deze discussie gestopt. Wel hebben we er toen 3% loonsverhoging bij gekregen voor de vaste mensen.’ Maar de uitzendkrachten kregen niets.
‘De samenwerking tussen Nederlanders en Poolse uitzendkrachten kan frustratie veroorzaken, vanwege de taalbarrière’, vertelt Van der Sloot. ‘Maar ze werken wel keihard’. De huisvesting van de Poolse uitzendkrachten laat overigens te wensen over, en dat is nog maar zacht uitgedrukt. Dat merkte Van der Sloot op de informatiedag van FNV Bondgenoten voor Polen, die op 25 januari plaatsvond. Ze zijn met de gehele kadergroep naar een bungalowpark in Ommen geweest, waar de Polen gehuisvest zijn. ‘Ik ben me toen kapot geschrokken want ik wist vooraf niet wat er speelde. Mensen stonden ons huilend op te wachten. De woonomstandigheden waren verschrikkelijk. De schimmel en paddenstoelen stonden op de muren!’ Daarnaast zijn er onder Poolse uitzendkrachten problemen met het busvervoer en het boetesysteem.
‘New way of working’
Momenteel speelt er een nieuwe reorganisatie bij Albert Heijn. Het bedrijf noemt dit de ‘New way of working’. Het komt erop neer dat het werk eentoniger gaat worden, minder afwisselend, waardoor efficiënter gewerkt kan worden. Er zullen mensen boventallig worden. ‘Dit gaat de mensen raken’, zegt Van der Sloot. ‘Dit soort zaken drukt de leiding er zo doorheen, zonder voldoende informatie te geven. De mensen worden dom gehouden’. De werknemers moeten weten waar zij aan toe zijn omdat zij hun maandelijkse lasten hebben, zoals een hypotheek of alimentatie. ‘Dit heb ik ook aangegeven richting de sitemanager’, vervolgt Van der Sloot. ‘Probeer de communicatie te verbeteren’.
Een zichtbare vakbond
‘Sinds we bezig zijn met organizing, zijn er zaken aan het veranderen’, vertelt Van der Sloot. Er wordt op ledenwinst op de werkvloer ingezet en niet zonder succes. In een jaar tijd is het aantal FNV-leden van 80 naar 150 toegenomen! ‘Ik probeer mijn enthousiasme over te brengen. Ik probeer de mensen duidelijk te maken dat ze er niet alleen staan. De vakbond is er voor hen en helpt hen om hun problemen op te lossen.’ Er worden één-op-ééngesprekken gevoerd. Voor Van der Sloot is iedere werknemer gelijk: manager [productieleider], medewerker in vaste dienst, of uitzendkracht. ‘Als mijn baas [letterlijk gezegd?] met een probleem op mij af zou komen, zal ik hem natuurlijk evengoed helpen. Ik heb hem wel eens op de man af gevraagd hoe hij tegenover de vakbond stond. Hierop gaf hij een ontwijkend antwoord’.
Het werk van de kadergroep begint effect te sorteren. Er komen meer mensen naar Van der Sloot toe met allerlei vragen en problemen. Van der Sloot: ‘Mensen zeggen dat ze vroeger niet veel van de bond hoorden, maar de laatste tijd juist wel’. Zij worden serieus genomen. Van der Sloot probeert hun vragen te beantwoorden, hij zoekt zaken uit via internet. En vragen waar hij geen antwoord op heeft, schrijft hij op en legt hij voor aan de bond.
Enquête onder uitzendkrachten
De uitzendkrachten zijn in het verleden, mede door de duidelijke scheiding op de werkvloer, onderbelicht gebleven. Maar ook daar wordt nu aan gewerkt. In april is er onder de uitzendkrachten en parttimers aan de poort een enquête gehouden. In deze categorie bevinden zich de meeste jongeren. Daarbij werd vooral gevraagd naar de werksfeer, de werkdruk en de behoefte aan een vakbond.
Uit de uitkomsten van de enquête blijkt vooral dat de gebrekkige communicatie vanuit de leiding als een probleem ervaren wordt. De uitzendkrachten zijn bijvoorbeeld best bereid om over te werken, maar dit zal vooraf wel duidelijk gecommuniceerd moeten worden. De werkdruk wordt echter wel als hoog ervaren. Om bij te kunnen dragen aan de verbetering van de communicatie en om de uitzendkrachten een stem te geven binnen de bond, is voorgesteld om de kadergroep uit te breiden met een lid uit deze groep.
Van der Sloot verwacht zonder meer een onrustig jaar, met de reorganisatie en de nieuwe cao-onderhandelingen op komst. ‘Hoe meer wij van ons laten horen, hoe meer kansen we hebben om mensen daadwerkelijk te interesseren voor de vakbond’. De werkgever volgt met argusogen de ontwikkelingen van de bond die zich steeds duidelijker begint te profileren. De werknemers zien het juist van de andere kant. ‘Het resultaat is dat de collega’s steeds meer van zich durven laten horen, ook op mijn afdeling’, vertelt Van der Sloot. Naar hun mening wordt gevraagd en deze telt! Van der Sloot sluit af met het belangrijkste uitgangspunt: ‘Ik probeer juist veel tussen de mensen te staan’.