Maud Westburg

De Vali Asr is de langste straat van Teheran, twintig kilometer van noord naar zuid. De straat begint in het noorden, op de uitlopers van het Alborzgebergte dat zich als een beschermend decor rond de stad vouwt. Hier is de Vali Asr nog een koele laan, overschaduwd door hoge bomen. Meer naar het centrum is de straat toneel van de verkeersgekte die de stad in haar greep heeft. Verder naar het zuiden wordt het traditionele Teheran zichtbaar. Het levenstempo is er anders. Het straatbeeld verandert op elke hoek. Modieuze yuppen met Ray Ban’s op het voorhoofd scheuren in fourweel drives door de straten in het noorden van de stad. In het zuiden domineren vrouwen in zwarte chadors die zich ongekend bevallig voortbewegen.

jamejam

Jam-e Jam

De meest opmerkelijke plek langs de Vali Asr is misschien wel Jam-e Jam. Een kleine shoppingmall met exclusieve winkels. Naast de entree een luxueuze uitstalling van Yamaha piano’s en vleugels. Binnen elegante kleding, juwelen en luxe accessoires. Het is echter niet de benedenverdieping die verbazing wekt. Pas boven verschijnt het wonder van Jam-e Jam. De jeugd van Teheran lijkt zich hier te onttrekken aan de hejab, de strenge kledingvoorschriften van het islamitische regime. Vooral de vrouwen kleden zich voor een avondje uit. Strakke broeken, diepe decolletés, hoge hakken en make up in felle kleuren doen me bijna vergeten dat ik in Iran ben. Alleen de hoofddoek is er nog, zij het als een smal streepje over een hoog opgekamd kapsel. “Hejab-kuif noemen we dat”, aldus een in Iran wonende kennis.

Omgekeerde revolutie

Uiterlijk vertoon zoals hier te zien is, was een jaar of vijf, zes geleden nog niet mogelijk in Iran. Een blote voet met gelakte teennagels kon, maar de jassen waren toen nog aanzienlijk langer. Ook toen trachtten vrouwen hun hoofddoek zo klein mogelijk te vouwen, maar vergeleken met de huidige mode was dat kinderspel. Voor mannen geldt hetzelfde. Ze dragen strakke t-shirts in plaats van het voorgeschreven overhemd met lange mouwen. De kniebroek is in en hier en daar is zelfs een bermuda waar te nemen. Met hun kleding tarten de Iraanse jongeren het regime. Het verlangen naar meer vrijheid is zichtbaar in hun uiterlijk. Het lijkt alsof de geschiedenis zich herhaalt, maar dan in omgekeerde richting. Eind jaren zeventig verzette het Iraanse volk zich tegen de shah door zich tegen diens kledingvoorschriften te keren. De aversie tegen het koningshuis en zijn aanhang was zichtbaar in de kleding die men droeg. Zelfs vrouwen die nooit eerder een chador droegen, hulden zich in het zwart, de hoofddoek werd verplicht.

Jongeren op Jam-e Jam

Kledingpolitie

Het zijn niet alleen de jongeren die de kledingvoorschriften vrijer interpreteren. Steeds meer ouderen maken bezwaar tegen de hejab.  Iedereen erkent de vrije keus om wel hejab en chador te dragen voor wie dat wil. Maar de keuze moet vrij zijn. De overheid ziet met lede ogen toe dat de zeden losser lijken te worden. Als tegenmaatregel heeft President Ahmadinejad de kledingpolitie in ere hersteld. Er komt een leger aan politieagenten dat gaat toezien op correcte kleding. Een deel van de politie is geüniformeerd, maar om ervoor te zorgen dat niemand aan het wakend oog van de presidentiële garde ontsnapt komt, wordt er ook door politie in burger gepatrouilleerd. De strenge blik van de kledingpolitie treft mannen en vrouwen. In gelijke mate zegt men, maar in werkelijkheid hebben vooral vrouwen er last van. Ik bezoek Jam-e Jam op vrijdag, de traditionele uitgaansavond in Iran. Hier is nog niets te merken van ingetogen kleding. Niettemin is er ’s avonds op het nieuws een verslag van enkele succesvolle acties. Frappant is dat de stem van de verantwoordelijke minister die trots vertelt over de succesvolle acties, geregeld wegvalt. “Sabotage”,  zegt een van de  jongeren die naar het nieuws kijkt. “Ergens op de lijn tussen het televisiestation en de ontvanger wordt de lijn verstoord zodat we niet naar deze onzin hoeven te luisteren.”

Niet meer terug

Het oproer kraait in Teheran, zij het alleen in de vorm van een kleiner hoeddoekje. “Eén ding is zeker, we laten ons niet terugdringen naar de tachtiger jaren. Ook de kledingpolitie zal op den duur niet helpen.”