De grootste schoonmaakstaking ooit in Nederland is begonnen! Gisteren hebben 2500 schoonmakers uit het hele land in Amsterdam hun boodschap laten horen: we willen respect en we willen het NU. Ze vragen doodnormale dingen: genoeg tijd om hun werk te doen, doorbetaling bij ziekte en een respectvolle behandeling. Bij Philips lanceerden zij grote zeepbellen om door te prikken. Dit bedrijf bezuinigt fors op de schoonmaak, maar keert wel gewoon bonussen aan de top uit. De actie in Amsterdam is nog maar het begin. Hieronder een interview met de president van de schoonmakers.

Khadija Tahiri is als president van het Schoonmaakparlement het gezicht van de schoonmakers. Ze werkt voor schoonmaakbedrijf Hago en is sinds vijf jaar voorvrouw in het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam. Tahiri weet wat er op de werkvloer speelt: lage lonen, overtredingen van de cao, maar het gaat haar vooral om het verwerven van respect en het teruggeven van eigenwaarde aan de schoonmakers: ‘We moeten niet meer zeggen: we zijn gewoon maar schoonmakers. Nee, we zijn heel waardevol!’

Nina Bouwmeester en Annabelle Schouten

Als moeder van vijf kinderen is het niet makkelijk om het presidentschap te combineren met werk en gezin, maar door de steun van haar man lukt het Tahiri toch. In een jaar tijd heeft ze zich ontpopt tot een echte activiste. Vorig jaar heeft Tahiri niet meegedaan met de staking: ze vond het onverantwoordelijk om in een ziekenhuis te staken. Toch zag ze het belang van de staking in en sloot zich aan bij de Vakbond van Schoonmakers.

Vakbondsleden bestaan zowel uit parttime als fulltime schoonmakers en uit jongeren die het als bijbaan naast hun studie doen. Het is belangrijk dat iedereen meedoet, want het respect, dat de schoonmakers met de vorige staking van de werkgevers wilden afdwingen, is er nog steeds niet. Tahiri: ‘Schoonmaakwerk wordt gezien als minderwaardig. Of schoonmakers nu allochtoon, autochtoon, jong of oud zijn, het maakt niet uit. Op iedereen wordt neergekeken.’ Het wordt gezien als simpel werk dat je doet wanneer je niks anders kunt. Veel mensen hebben niet door hoe belangrijk schoonmakers zijn en wat voor een grote verantwoordelijkheid zij hebben. Tahiri: ‘Als wij een dag stoppen, stopt alles. In de operatiekamers kan dan niks meer gebeuren. Ze kunnen niet één dag zonder ons. Het gaat om hygiëne.’

Van de opdrachtgevers kunnen de schoonmakers geen steun verwachten; zij kiezen altijd het goedkoopste. Schoonmaak is het eerste waarop wordt bezuinigd, met als gevolg dat het schoonmaken in steeds kortere tijd moet gebeuren en de schoonmakers pas na vijf uur werken recht hebben op een kwartier pauze. Tahiri merkt dat veel schoonmakers zich verantwoordelijk voelen voor hun werk, sommigen van haar collega’s ziet ze iedere dag een uur overwerken.

In november en december heeft Tahiri met de twee vakbondsbestuurders Schoonmaak aan de onderhandelingstafel gezeten over een nieuwe cao. Tijdens de onderhandelingen stonden drie punten centraal: een vast contract na negen maanden dienst, een boete voor werkgevers wanneer zij de cao overtreden en de regels voor ziekteverzuim vermenselijken: wanneer een schoonmaker ziek is, gaat dit ten koste van vrije dagen. De werkgevers denken dat als zij de wachtdagen afschaffen, alle werknemers zich massaal ziek gaan melden. Maar de meeste mensen willen gewoon aan het werk. De werkgevers waren niet bereid om over deze drie punten te onderhandelen. Op donderdag 8 december liepen de onderhandelingen vast omdat werkgevers weigerden verder te praten.

Tahiri merkte dat het bij de werkgevers niet om de schoonmakers gaat, maar alleen om het geld. ‘Ze hebben het niet over ons, wel over de crisis. Maar het gaat juist om de mensen en hun kinderen. Het gaat mij om de menselijke dingen. We willen behandeld worden als mens. We hebben rechten, zoals elk mens op aarde.’ Dit is ook precies de bijdrage die Tahiri aan de onderhandelingen levert: ze geeft de schoonmakers een menselijk gezicht. Ze pleit bijvoorbeeld voor aangepast werk voor oudere werknemers. Vanuit de bond kan ze écht iets doen voor haar collega’s. Dat ging moeilijker vanuit haar functie als voorvrouw: ‘Als je als voorvrouw of voorman iets voor de schoonmakers probeert te regelen, krijg je van bovenaf een tik op de vingers. Ik zet me in voor het bedrijf, maar het maken van winst mag niet ten koste gaan van mensen.’

Niet alleen het respect is er nog steeds niet, ook andere beloftes van werkgevers zijn niet nagekomen. Tahiri vertelt dat bij de vorige staking was afgesproken dat de lonen zouden stijgen naar 10 euro bruto, maar dat geldt niet voor de nieuwe schoonmakers: zij moeten het doen met een lager inkomen. Ook was er afgesproken dat mensen onder werktijd een taalcursus konden doen, maar ook deze gedane belofte wordt door de werkgevers niet nageleefd. ‘Ze spelen met mensen.’
Tahiri laat niet met zich spelen: ‘We moeten niet stilletjes blijven. We moeten veranderingen zelf afdwingen. Mensen komen met bezwaren als: ‘Wat doet de bond voor mij?’, of ‘Word ik dan niet ontslagen?’ Mijn antwoord is: we moeten juist samen voor onszelf opkomen, alleen samen kunnen we dingen veranderen.’

De schoonmakers hebben tijdens hun parlement op 16 december dan ook samen ingestemd met de tweede staking. Deze keer wordt er ook in ziekenhuizen gestaakt. Tahiri: ‘We hopen dat er eerder naar ons wordt geluisterd wanneer we een ziekenhuis pakken. Het kan niet op dezelfde manier gaan als vorig jaar. Eerst komt er dus een kleine waarschuwing, waarna we het geleidelijk gaan opstarten. We moeten doorgaan, anders worden we niet serieus genomen.’

Deze strijd van de schoonmakers vindt niet alleen in Nederland plaats. Als kaderlid van de Vakbond van Schoonmakers is Tahiri gevraagd om mee te gaan naar Tunesië om daar met schoonmakers te praten. Zij speelden een belangrijke rol in de opstanden van vorig jaar. De omstandigheden waarin deze vrouwen voor hun rechten opkwamen, heeft indruk gemaakt op Tahiri: de vrouwen worden op straat aangevallen en mishandeld als ze actief zijn voor de bond. Maar ze blijven doorgaan. ‘Van dit doorzettingsvermogen kunnen we veel leren’, zegt Tahiri. Behalve contacten met Tunesië heeft ze ook haar steun betuigd aan de schoonmakers in Australië en is zij ook in Duitsland uitgenodigd. ‘Overal worden de schoonmakers wakker. Maar hier is het begonnen. De Nederlandse schoonmakers zijn zo een voorbeeld voor de rest van de wereld.’

Ook in Nederland geven zij inspiratie aan de werkende klasse om zich te organiseren. Tahiri is zich er goed van bewust dat eenheid noodzakelijk is. Ze heeft namens de Vakbond van Schoonmakers ook gesproken bij een actie van de werkers in het openbaar vervoer en de WSW. Ze pleit voor samenwerking met andere branches waar op de verkeerde mensen wordt bezuinigd: ‘We moeten het samen doen.’ Haar verwachting en hoop is dat we dat in De Nieuwe Vakbond kunnen bereiken. Want voor Tahiri is duidelijk wat de samenleving nodig heeft: ‘Gelijkheid.’ De toekomst van de schoonmakers ziet ze dan ook positief: ‘Het kan alleen maar beter worden. We moeten niet meer zeggen: we zijn gewoon maar schoonmakers. Nee, we zijn heel waardevol! We moeten de schoonmakers hun eigenwaarde terugbrengen.’

Dit interview staat ook in een speciale stakingseditie die Voorwaarts! ter gelegenheid van de schoonmaakstaking op papier heeft uitgebracht.