Gabriel Peralta

De afgelopen weken en maanden zijn zwaar geweest voor Suriname. De prijzen blijven stijgen en steeds minder mensen kunnen werk vinden in de economische malaise. Het straatbeeld verpauperd in een snel tempo en steeds meer sociale instanties raken overvol met hulpbehoeftigen. In de laatste paar weken worden ook voor veel Surinamers niet of nauwelijks meer salaris uitbetaald. Sinds het aantreden van Bouterse als president van de republiek Suriname is het land in een stroomversnelling geraakt van corruptie, devaluatie van de Surinaamse dollar(SRD), werkloosheid en grote algemene tekorten. De grote bedrijven en rijken, die de aanwezige natuurlijke grondstoffen van het land plunderen en de Surinaamse arbeiders uitpersen, komen er vaak mee weg.
De protesten van de afgelopen weken laten zien dat de Surinaamse werkende klasse georganiseerder raakt in het verzet tegen het kapitaal. Maar het kapitaal in Suriname heeft een ander karakter dan in het Westen.

Vanwege de slechte concurrentiepositie van Suriname in het Caraïbische gebied van handel (CARICOM handelszone) en de weinig ontwikkelde industrie is de nationale bourgeoisie van Suriname erg klein gebleven. De economie in Suriname wordt voornamelijk opgevuld door het midden –en kleinbedrijf (over het algemeen in bezit van Chinezen) met enige uitzonderingen daar gelaten. Het over het algemeen grotere bedrijfsleven wordt opgevuld door Amerikaanse bedrijven, in veel van de gevallen dochterondernemingen of franchises van grotere Amerikaanse bedrijven (Suralco, Fernandes-Coca Cola etc.) of Nederlandse (dochter)ondernemingen (o.a. Parbo bier-Heineken, Circel Group N.V. etc.). De Surinaamse overheid probeert bedrijven naar Suriname te lokken met riante belastingkortingen en goedkope grondrechten. De nationale bourgeoisie van Suriname speelt daarom in dit verhaal nog steeds een kleine rol, desalniettemin proberen zij alsnog terrein te veroveren op de internationale bedrijven door hun winstgevendheid te vergroten en de exploitatie van Surinaamse arbeiders te verhogen. De parlementariërs in de nationale assemblee hebben vaak dubieuze banden met de Surinaamse kapitalistenklasse.

In dit beeld speelt de vakbeweging een grote rol, een rol die vooral opgevuld wordt vanwege het grote gat op links dat al sinds de coup van 1980 bloot ligt. Dit feit gecombineerd met de consequente onderdrukking (en executie in de jaren ’80) van progressieve groepen en leiders in Suriname heeft ertoe geleid dat de vakbonden een belangrijke rol te vervullen hebben in het verdedigen en uitbreiden van de sociale rechten van arbeiders in Suriname. Veel Surinamers kijken naar de vakbond als instrument om te strijden tegen het kapitaal, dat zich in Suriname duidelijk verschanst heeft achter de regering.

De leraren hebben al sinds jaar en dag een belangrijke rol in de vakbond wat betreft de sociale strijd. In veel gevallen waar Surinamers in grote getale de straat opgingen vormden de leraren de voorhoede. Inmiddels vormen twee vakverenigingen de spil van de grootste stakingen, de BvL en de ALS. Sinds halverwege 2016 is de Alliantie van Leraren(ALS) opgericht door o.a. Wilgo Valies, die aanvankelijk bij de traditionele lerarenvakbond actief was, de FOLS(Federatie van Organisaties van leraren in Suriname). Hij richtte uit ontevredenheid en strijdloosheid van de laatstgenoemde de ALS op en nam het voorzitterschap van de BvL op zich. Wilgo Valies speelt inmiddels een belangrijke rol in de vakbeweging en is voornamelijk verantwoordelijk voor de grote lerarenstakingen in Suriname.

De CJB sprak hem over zijn ervaringen van het organiseren van docenten en het huidige vakbondslandschap in Suriname.

Welke rol speelt de vakbond in de Surinaamse samenleving?

Als je historisch gezien kijkt naar de vakbond, dan zie je dat de vakbonden een duidelijke maatschappelijke rol hebben vervuld. Ze hebben bijvoorbeeld gezorgd voor een wisseling van de wacht, een andere politieke invulling. We hebben bijvoorbeeld in 1998-’99 een belangrijke rol vervuld bij het presidentschap van president Wijdenbosch. De vakbeweging heeft ervoor gezorgd dat de regering van Wijdenbosch werd weggestuurd. Het hele leven werd door de vakbeweging platgelegd.
De leraren hebben hier een leidende rol gespeeld, waar ik toen ook een leidende rol vervulde. Dit soort zaken zijn vaker voorgekomen, zoals in 1969 en 1973, waar de vakbeweging de doorslaggevende rol speelde.
De vakbeweging heeft de voorhoederol vervuld in veel sociale veranderingen in Suriname en met name de leraren speelden hier een belangrijke rol in.
Kunt u een verklaring geven waarom het vaak de leraren waren die het voortouw namen?
De leraren kan je zonder meer onder het intellect brengen van Suriname. Dat kader moet gaan nadenken van hoe of wat er nodig is voor een positieve verandering. Ook studenten hebben hieraan bijgedragen, zowel in Suriname als internationaal. Zij waren in staat om een strategie te bedenken en uit te voeren. Hierdoor waren zij beter in staat om de vakbeweging te leiden en te activeren.

Heeft de vakbeweging de rol van links opgevuld in Suriname of waren er andere groepen die dat deden?

Door de positie die zowel de vakbeweging heeft ingenomen als andere politieke figuren zijn soms arbeiderspartijen ontstaan. Sommigen in de vakbeweging neigden dus naar politieke macht. Dit zien we bijvoorbeeld in de SPA(Surinaamse Arbeiders Partij) die voortgekomen is uit de vakbeweging en in sommige regeringen heeft meegedaan.
Dus eigenlijk heeft de vakbeweging politieke invloed uitgeoefend op politieke partijen en niet andersom?
Eigenlijk later is het pas tot politieke partijen gekomen en de vakbond heeft hier dus ook een belangrijke rol in vervuld.

We zien in het afgelopen jaar eigenlijk continue stakingen en acties als gevolg van politieke onwil om de leraren een leefbaar loon te geven en hun rechtspositie te behouden. Kunt u samenvatten waar dit precies om draaide en wat uw verwachtingen zijn?

Op een gegeven moment heeft de vakbond gezegd: ‘we lopen steeds achter de feiten aan’. De verarming van leerkrachten gaat steeds verder naar beneden. De inflatie loopt steeds in op de realiteit, dan krijg je een explosie waarin een korte periode van strijd de situatie iets verbeterd, niet structureel. Steeds lopen we achter de feiten aan! In het bedrijfsleven wordt om de 2 jaar een CAO vastgelegd, maar bij de overheid is het stukken moeilijker. Dit is vanwege de samenstelling van de regering. Als er een meer rechtse regering was moest het tot veel meer acties komen voordat er een verbetering afgedwongen kon worden. Bij een iets progressievere regering gaat dit iets makkelijker.
Zeker nu zijn de zaken zwaar achteruit gegaan, de devaluatie is enorm op het moment. Het bestedingsinkomen wordt bepaald aan de hand van de koers van de munt. De conclusie is dus dat leraren, en Surinamers in het algemeen, verarmen.
Een aantal jaren geleden zijn we begonnen met gesprekken met de regering om ervoor te zorgen dat het loon van leraren geïndexeerd wordt,dus mee te laten groeien met de inflatie. We hebben steeds gezegd tegen de regering dat ze moeten gaan investeren in de leraren, anders vertrekken deze mensen uit Suriname. We zitten in het Caraïbische gebied in het laagstverdienende gedeelte, bijna onder het bestaansminimum!
In april 2016 hebben we een deal gesloten met de regering om de lonen te verhogen van de leraren en de positie te verzekeren van die groep. Dit noemen we ook wel de herwaardering van de leraren. Ze moesten weer in staat gesteld worden een duidelijk bestaansminimum te kunnen handhaven.

Echter laat de regering blijken dat ze niet in staat zijn zich te houden aan afspraken die ze met de vakbond maakte, de besprekingen lijken een dak te bereiken. Hebben de vakbondsleden nog wel vertrouwen in deze gesprekken?

Er is een probleem hoe je daarmee om moet gaan als vakbond. Ik moet de leden aanschrijven dat we niet tot actie over kunnen gaan als er gesprekken plaatsvinden. Als je eindelijk kan praten met de regering kan ik dat niet zomaar beantwoorden met een staking. Ik heb veel tijd nodig om de mensen uit te leggen dat dit noodzakelijk is. Als de regering zich niet houd aan de afspraken is er natuurlijk wel een probleem, dan gaan we de straat weer op.
Worden er door de regering maatregelen genomen om de vakbeweging te blokkeren?
Men had aangekondigd dat de regering maatregelen zou treffen tegen de stakende leraren met een ‘no work no pay’ politiek. Dit is niet voortgezet op de manier waarop het oorspronkelijk zou gaan plaatsvinden. Ik moet er natuurlijk wel op letten, als bestuurder, dat ik ervoor zorg dat leraren beschermt blijven. De regering blijft, net als wij, heel voorzichtig in de maatregelen die er getroffen worden.

Als de regering zich niet houd aan de afspraken is er natuurlijk wel een probleem, dan gaan we de straat weer op.

U sprak net over een vakbondsactie in 1999 waarin de regering dermate onder druk werd gezet dat die moest aftreden, zitten we nu in een soortgelijke situatie denkt u?

Kijk, nu zijn we bezig met een vakbondsstrijd, er staan duidelijke belangen op het spel. We zijn nu dus vooral bezig om te strijden om mensen een stabiel leven te kunnen bieden. Pas als de complete samenleving in beweging komt sluiten wij ons aan bij de bevolking om de regering onder grote druk te zetten. We moeten ervoor oppassen dat we niet gebruikt worden door politieke partijen die willen regeren. We gaan ervan uit dat als de samenleving duidelijk maakt dat ze niet meer kunnen, dan komt de samenleving in beweging. En dan kiezen wij ook een duidelijke kant.
Wat is de planning van acties omtrent de herwaardering van de leraren in de aankomende tijd?
De regering is gekomen met een resolutie eind februari, waarin dramatische maatregelen genomen zouden worden voor de docenten. De regering probeerde bijvoorbeeld de rechtspositie van de leraren ernstig aan te passen door ze niet meer als ambtenaar te laten gelden. Wij waren het uiteraard niet eens met deze beslissing. Als de regering iets wilt veranderen aan de positie van de leraar moeten ze eerst met ons komen praten. Als wij toestemming geven gebeurt er pas iets met die positie. We hebben dit dan ook afgewezen en hebben nieuwe eisen opgesteld.
Wij willen doorgaan met onderhandelen over het herwaarderingsprogramma. We hebben duidelijk gemaakt aan de regering dat hun houding onacceptabel is en hun acties met vakbondsacties beantwoord zullen worden.

Hoe worden leraren in Suriname georganiseerd? Hoe komen jullie met leraren in contact en hoe mobiliseren jullie hun?

Op alle scholen hebben we een vertegenwoordiger, vaak zijn dat er twee. Deze mensen noemen we shop stewards. Deze mensen hebben de eerste lijn van contact met het bestuur van de BvL en de ALS. Deze shop stewards worden geschoold in hoe ze moeten werken en functioneren. Zij brengen de scholen in kaart, welke zaken er spelen, welke leden de BvL en ALS hebben op deze scholen etc.

Deze mensen roepen we dan ook op als er sprake is van acties. Zij geven de berichten door van het bestuur van de vakbond. Die shop stewards spelen daarom een belangrijke rol in het organiseren van mensen op de werkvloer. Als we een vergadering hebben en we merken dat er weinig leerkrachten zijn, dan weten we meteen welke shop stewards niet goed functioneren. Hier ondernemen we meteen actie op.

Wat zou volgens u de Nederlandse lerarenvakbond kunnen leren van de Surinaamse lerarenvakbonden?

Je moet in eerste plaats de betrokkenheid verhogen van de leraren in de vakbond. Leraren moeten het dus niet ‘eens’ worden met de vakbond maar ‘een’ worden. Je moet er dus voor zorgen dat leraren in de organisatie komen door middel van socializing, activiteiten en dergelijke. Als je namelijk met elkaar op informeel niveau kunt optrekken, kan je gemakkelijker met elkaar praten over politieke zaken. Je kan dan praten over waarom leraren niet participeren in de vakbond en wat hun ervan weerhoudt om actief te worden op hun werkvloer.
We hebben een periode gehad in Suriname waarin er weinig activiteit was in de vakbond. Dit lag voornamelijk aan de bestuurders die misbruik hadden gemaakt van de situatie. We hebben situaties gekend waarin vakbondsbestuurders zichzelf verrijkten ten koste van hun taak om de werkende te beschermen. We zien de weerslag hiervan duidelijk naar voren komen toen en nu.
Wat we toen ook zagen was dat die vakbondsleiders gelieerd waren aan een parlementaire partij. Wanneer die partij in de regering zat kwam er dus geen actie van die vakbond! Een van onze belangrijkste standpunten is dan ook dat vakbondsleiders niet tegelijkertijd aan parlementaire partijpolitiek mag deelnemen. Die dingen leveren alleen maar problemen op hebben we gemerkt. We moeten onderscheid maken tussen vakbondsleiderschap en partijpolitiek leiderschap.
Hierdoor kregen leraren geen interesse meer in de vakbond want zij verdedigde haar positie niet.

Hoe zit dat nu met de oprichting van de ALS kort geleden?

De ALS hebben we opgericht uit noodzaak om leraren dus dat platform van strijd te bieden die ze nodig hebben. We hebben de ALS opgericht op 6 mei 2016 en nu, bijna een jaar later, hebben we in deze vakbond bijna 4000 leden. Dit is voor Surinaamse begrippen een hele snelle groei. Dit is nu ook de grootste leerkrachtenvakbond. Dit kwam dus voort uit de ontevredenheid van de leraren over hun voormalige vakbondsleiders (FOLS o.a.).
Waar zou de vakbond naartoe willen gaan in de aankomende periode?
We hebben volgens mij in de afgelopen periode niet genoeg gebruik gemaakt van onze economische kracht als vakbeweging. We zouden graag meer invloed willen hebben op het economisch verkeer, door bijvoorbeeld een collectief op te zetten in dienst van de vakbeweging. Dit doen we om meer potentieel te geven aan de vakbeweging vooral op het gebied van financïele middelen.
Zo kunnen we leden niet alleen goedkope diensten bieden maar ook een financïele basis opbouwen. We doen dit op non-profit basis, anders zit je met dezelfde problemen als elk ander gangbaar bedrijf.

Betalen de leden geen contributie dan?

De leden betalen wel contributie maar zeker niet genoeg om alles te dekken. Die contributie is erg laag. We willen er dus voor zorgen dat de leden die meedoen aan acties ook door ons financïeel ondersteund worden als hun werkgever weigert uit te betalen bij bijvoorbeeld stakingen of andere vormen van directe actie.
De leden hebben het financïeel al erg moeilijk, daarom dat we andere wegen moeten zoeken om ook aan de leden een financïele bescherming te kunnen bieden.

De CJB bedankt Wilgo Valies voor het interview.