De zogenaamde humanitaire interventie in Libië is nu een NAVO-interventie. Vredesbewegingen, bekende Belgen en experts spreken zich ertegen uit. Hieronder vindt u hun argumenten, stuk voor stuk nagels met koppen.

Bert De Belder

1. De remedie is erger dan de kwaal

“Het is niet moeilijk te voorspellen dat in naam van de bescherming van de burgerbevolking tientallen burgerslachtoffers zullen vallen in Libië”, schrijft Ludo De Brabander (Vrede vzw). “Een humanitaire interventie wordt al gauw zélf een humanitaire catastrofe. Dat leren ons de meest recente voorbeelden van humanitaire interventies in Somalïe, Kosovo en Irak.” (zie kader) Het geweld van Khaddafi is verschrikkelijk, maar een interventie die een nog groter bloedbad aanricht, is evenmin te verantwoorden.

2. Opgepast voor medialeugens en oorlogspropaganda

wie betaald de prijs voor deze “humanitaire interventies”?

“Elke oorlog wordt voorbereid met medialeugens”, waarschuwde auteur, journalist en politiek analist Michel Collon tijdens Ce soir ou jamais, een tv-programma van France 31. “Wie kan zeggen dat hij alles weet over wat er nu in Libië gebeurt en dat hij bewijzen heeft voor alles wat ze ons voorschotelen? We moeten voorzichtig zijn en niet vergeten dat elke oorlog is voorafgegaan door grote medialeugens. Voordat de Verenigde Staten Vietnam aanvielen, beweerden ze dat twee Vietnamese schepen hun vloot hadden aangevallen. Later erkenden ze dat dit niet waar was. Voor de oorlog tegen Irak beweerden ze dat ze die voerden omdat hij (Saddam Hoessein, n.v.d.r.) massavernietigingswapens bezet, dat hij samenwerkte met Al Qaeda, of meer van dat. Allemaal fout, zo bleek later. Toen ze Joegoslavië aanvielen, zegden ze dat ze dit deden omdat er een genocide bezig was in Kosovo. Een jaar later zat ik in een debat met een woordvoerder van de NAVO. Hij beweerde dat ze dat nooit gezegd hadden. Een leugen. Over de oorlog in Afghanistan zegden ze dat ze die voerden omdat dit land achter 9/11 zat. Bij elke oorlog is er een medialeugen. Later weet iedereen dat het fout was, maar dan is het kwaad geschied.”

3. Humanitair, me reet

“Moeten we geloof hechten aan die humanitaire motieven?” werpt Michel Collon op. “Gaan Obama, Cameron en Sarkozy de Libiërs redden, terwijl ze tegelijk Saoedische troepen uitsturen om de democraten in Bahrein af te slachten? Is het Westen begaan met democratie, wanneer het de repressie van de dictatuur in Jemen verdedigt?”2 De echte redenen achter de westerse aanval op Libië liggen elders: het geostrategische belang van de regio, de rivaliteit tussen de grootmachten, het tegengaan van progressieve en revolutionaire ontwikkelingen in de regio met zoveel olie…

4. Overal tussenkomen, overal oorlog?

Humanitaire interventies leiden tot “de heerschappij van de willekeur”, schrijft UCL-professor Jean Bricmont3. “Want het conflict in Libië is helemaal geen uitzondering. Er zijn er veel in de wereld, in Gaza, Bahrein of een paar jaar geleden in Congo. In dat laatste geval ging het zelfs om een buitenlandse aanval door Rwanda en Burundi. Op basis van het internationeel recht konden we daar miljoenen levens redden, maar dat gebeurde niet. Beeld je in dat de Russen een interventie plegen in Bahrein of de Chinezen in Jemen: daar zou een totale en langdurige oorlog van komen. Een belangrijk kenmerk van het recht op inmenging is dus het niet-respecteren van het klassieke internationaal recht. En als ze in het internationaal recht een recht op inmenging zouden opnemen, dan zou iedereen tegen iedereen oorlog gaan voeren.” En als de plicht tot inmenging niet universeel wordt toegepast, is het met twee maten en twee gewichten, met interventies à la carte (van de machtigsten).

5. Een nieuwe wapenwedloop

“Deze inmengingen versterken het ‘barricade-effect’”, vervolgt Bricmont: alle landen die in de vuurlijn van de Verenigde Staten liggen, zullen zich bedreigd voelen en hun bewapening opdrijven. Gevolg van de humanitaire inmenging is dat de wapenwedloop wordt versterkt en dat er op lange termijn oorlogslogica’s opkomen.” Ook onder de grootmachten zelf trouwens. Nu de VS in de Libië-oorlog hun strategische wapensystemen uittesten en perfectioneren, kondigt Rusland aan dat het zijn defensiecapaciteit wil verhogen, met een indrukwekkende lijst wapentuig, inbegrepen nucleaire bewapening4. Van kernwapens gesproken: een land dat atoomwapens bezit, hoeft allicht geen humanitaire interventie te vrezen… Aan die wapenwedloop hangt natuurlijk ook een zwaar prijskaartje.

6. Wapengeweld blokkeert politieke oplossing

“Een militaire interventie verscherpt de bestaande tegenstellingen en verkleint de ruimte voor een politieke uitweg”, zegt Vredesactie5. Voor Ludo De Brabander (Vrede vzw) is de oorlogslogica een obstakel voor een oplossing. We riskeren immers “een escalerende burgeroorlog en een steeds bloediger wordende bommencampagne van de internationale coalitie”, die “de rebellen zal aanmoedigen om voor niets anders dan een militaire overwinning te gaan. Het regime van Khaddafi zal reageren als een kat in het nauw en nog verder wegwandelen van een mogelijke onderhandelende oplossing.”6

7. Oorlogsstokers zoals VS kunnen moeilijk vrede brengen

Een oorlogscoalitie is ongeschikt voor een ‘humanitaire’ interventie”, vindt De Brabander. Vreemd toch: landen zoals de VS en Groot-Brittannië, die zelf verantwoordelijk zijn voor honderdduizenden doden in illegale oorlogen (zoals in Irak), bezettingen en interventies, voor foltering (denk aan de folteringen in de Abu Ghraib-gevangenis en vandaag nog in Afghanistan), kidnapping en opsluiting zonder vorm van proces (zoals met Guantánamo), krijgen nu de zegen om moordpartijen in andere landen te gaan voorkomen?!

8. Tegen de wil van het Zuiden

De landen van het Zuiden – de grote meerderheid van de wereldbevolking – hebben nooit hoog opgelopen met humanitaire interventies. Ze hebben ervaring zat met de goede bedoelingen van het Westen. “Mijn land is, zoals de meeste zuiderse landen, principieel tegen inmenging”, aldus een hoge verantwoordelijke van de Braziliaanse diplomatie. “Sommigen beweren dat alleen dictaturen tegen dat recht op inmenging zijn, terwijl democratieën voor zijn. Maar de breuklijn ligt niet tussen democratieën en dictaturen, maar tussen landen uit het Zuiden en landen uit het Noorden. Die eerste beschouwen het recht op inmenging als het recht van de rijke, machtige landen om zich te mengen in de zaken van de landen uit het Zuiden. Ze wantrouwen die inmenging en zien haar als een verholen manier om een traditionele machtspolitiek te voeren.

9. Geen vrede en ontwikkeling

Het eindresultaat van een humanitaire interventie is zelden een maatschappij van love, peace and happiness. Ofwel komt er een compleet aan het imperialisme onderworpen regime uit de bus, ofwel complete chaos – of beide. Michel Collon: “Het Libische volk verdient absoluut een betere leider dan een dictator die de Zwitserse bankrekeningen van heel zijn familie heeft gevuld. We zouden het toejuichen mocht Libië morgen geleid worden door een Chávez of een Evo Morales, mocht het land een echte democratie uitbouwen en werk maken van sociale rechtvaardigheid. Maar om een staatsleider te vervangen door een marionet van de VS, zoals Karzai (Afghanistan) of Al Maliki (Irak)? En Libië decennialang in chaos storten, zoals Irak en Afghanistan? Kom nu.”

10. Een mes in de rug van de Arabische revoluties

De militaire aanwezigheid van NAVO-landen in Libië, precies tussen Tunesië en Egypte in, kan niet anders dan een bedreiging zijn voor de prille revolutionaire processen in die landen en in de rest van de Arabische wereld. “Een mes gericht naar het hart ervan”, noemt The Guardian-columnist Seamons Milne het, “een vergif dat de democratische beweging kan ondermijnen”.
Plus: De interventie in Libië kost 100 miljoen euro per dag!7 Wie gaat dat betalen?

1 France 3, Ce soir ou jamais, 21 maart, te bekijken op www.ptb.be
www.michelcollon.info
www.michelcollon.info
www.ilmanifesto.it
DeWereldMorgen, 22 maart
DeWereldMorgen, 22 maart
7 De Standaard, 25 maart

Overgenomen van solidair.be