Wil van der Klift (*)
“Er is eenheid gesmeed en geoogst op de breedst mogelijke socialistische en democratische wijze; in een open discussie met de mensen over alle problemen, ongeacht hoe gevoelig ze kunnen zijn.” Raúl Castro
Het Zesde Congres van de Communistische Partij, van 16 tot 19 april, zal de eerste zijn sinds 1997. De belangrijkste taak is de 32 pagina’s van de richtsnoeren voor de sociaaleconomische hervormingen goed te keuren. Die goedkeuring vindt zeker niet alleen op het congres plaats. Meer dan zes miljoen Cubanen hadden begin februari al deelgenomen aan de discussies over het ontwerp Economisch en Sociaal Beleid.
Het congres vindt dus feitelijk al plaats in de wijken en op de werkplekken en wordt voorbereid door de gehele bevolking. Meer dan zes miljoen landgenoten hadden begin februari al deelgenomen aan de discussies over het ontwerp van het Economisch en Sociaal Beleid van de Partij en de Revolutie. Meer dan 70 procent van de geplande vergaderingen had toen plaatsgevonden.
Met een groot verantwoordelijkheidsgevoel, in een vrije en open uitwisseling, bestudeerden de Cubanen elk hoofdstuk van de belangrijke tekst, wetende dat alle interventies of voorstellen voor aanvullingen, wijzigingen, verwijderingen en/of twijfels zorgvuldig zouden worden verzameld. Na te zijn verwerkt en ingedeeld naar thema, werden zij gewogen met de hulp van computerspecialisten en meer dan 5000 specialisten in elke gemeente en provincie. De voorstellen zijn vervolgens voorgelegd aan twaalf werkgroepen die de uitwerking van het ontwerp ter hand nemen, onder leiding van de belangrijkste leiders van de partij, de staat en de overheid. Deze werkgroepen evalueren de verzamelde informatie en de voorstellen voor relevante wijzigingen met het oog op het presenteren van een definitief ontwerp voor het Zesde Congres.
De hoofdstukken die de meeste adviezen en voorstellen opleverden zijn:
hoofdstuk 6: de sociale politiek;
hoofdstuk 2: macro-economische politiek;
hoofdstuk 1: het economisch managementmodel;
hoofdstuk 11: bouw, woning en watervoorraden en
hoofdstuk 10: transport.
Van de richtsnoeren zelf zijn het meest besproken:
nr 162: de uitvoering van de ordelijke afschaffing van het rantsoenboek (distributiesysteem),
de nrs. 61 en 62: prijspolitiek,
nr 133: kwaliteit en nauwkeurigheid van de lerarenopleiding,
nr 278: de flexibele woningmarkt; de toepassing van flexibele regelingen voor ruilen, kopen en verkoop en verhuur van woningen en
nr. 54: het streven naar monetaire eenwording.
Veel aandacht is er uiteraard ook voor de afvloeiing van een half miljoen mensen uit de staatsbedrijven, het daarmee samenhangende starten van privé-ondernemingen en het doorvoeren van een nieuw belastingstelsel.
President Castro wil de economie van Cuba versterken door uitbreiding van de private detailhandel en landbouw-activiteiten en door de staatsbedrijven efficiënter te maken om zo te komen tot vermindering van de overheidsuitgaven. Meer dan 170.000 vergunningen voor privébedrijven zijn afgegeven, maar het plan om deze maand 500.000 werknemers uit overheidsdienst te ontslaan, moest voor onbepaalde tijd worden uitgesteld vanwege een reeks problemen, waaronder werknemersverzet en een gebrek aan alternatieve werkgelegenheid.
Raúl Castro vindt de hervormingen nodig om het voortbestaan van het Cubaanse communisme te verzekeren nadat de huidige leiders zijn verdwenen.
Hij zei dat Cuba “een aantal fouten, begaan in de afgelopen vijf decennia van het socialisme”, moet oplossen. Maar hij maakte duidelijk dat Cuba “niet zal terugkeren naar het kapitalisme en het neokolonialisme en dat het nieuwe Cubaanse model primair gebaseerd zal zijn op een geplande economie in plaats van een markteconomie.”
“De nieuwe economische politiek zal uitgaan van het principe dat alleen het socialisme de moeilijkheden kan overwinnen en van het behoud van de verworvenheden van de Revolutie” en de president voegde er aan toe dat “de toekomst van de natie op het spel staat” en alleen een permanente discussie tot de beste oplossingen kan leiden.
Het huidige proces van massale participatie begon met de oproep van Raúl Castro in zijn toespraak van 26 juli 2007, in Camaguey, toen hij de mensen vroeg te discussiëren over de toekomst van de sociaaleconomische ontwikkelingen op Cuba. Meer dan 1,3 miljoen voorstellen werden gedaan in de daaropvolgende debatten. Twee jaar later, tijdens het volksoverleg na de toespraken van Raúl Castro op 26 juli in Holguin en op 1 augustus in de Nationale Assemblee van de Volksmacht, werden bijna 2,3 miljoen voorstellen voor actie, ondersteunende opmerkingen, suggesties en kritiek toegevoegd.
Niets is retorisch gebleven. De militanten van de partij en de bevolking nemen deel aan het politieke proces van de voorbereiding van het komende congres en discusiëren over planning, winstgevendheid, efficiëntie, investeringen en besparingen. De economische strijd is van essentieel belang vanwege de kwaliteit van het leven dat ervan afhangt. De richtsnoeren bevatten ook de geest van rectificatie van fouten en negatieve tendensen, een logische continuïteit van het ‘Rectificatieproces’, dat begon in de jaren ’80, en dat het verdient te worden voortgezet. De dicussie over het ‘ontwerp-Richtsnoeren’ is het enige thema op het partijcongres in april.
Een betere weg vooruit, gericht op het behoud van wat werd bereikt en het Cubaanse socialisme onomkeerbaar te maken, vraagt om wijsheid en moed. De Cubanen leven niet in een periode van gejammer, noch van nederlagen, maar zetten zekere stappen om de socialistische toekomst van het thuisland te garanderen. Zij verdiepen zich in vraagstukken van organisatie, van het stimuleren van de effectiviteit van het toezicht, van hogere eisen [aan de mensen met verantwoordelijkheden] te midden van een complexe werkelijkheid van een land dat de afgelopen vijf decennia geconfronteerd werd met de enorme financiële aanslag die de economische oorlog van 10 Amerikaanse regeringen betekende.
Homero Acosta, secretaris van de Cubaanse Staatsraad, merkte op dat het strafrechtelijk systeem ook moet worden bijgewerkt, samen met het economische model. “De nieuwe economische veranderingen zullen van invloed zijn op elk aspect van het sociale leven, zodat het ook van ons verlangt het strafrecht te wijzigen volgens de nieuwe omstandigheden”, aldus Acosta. “Het is mogelijk dat de typische gevangenisstraf zal worden vervangen door andere straffen, zoals vrijheidsbeperking, of penitentiaire arbeid zonder opsluiting, voor straffen tot maximaal vijf jaar gevangenis”, zei hij. Minister van Justitie, Maria Esther Reus, zei dat het land behoefte heeft aan een geactualiseerd beleidsplan en een wetgevende ontwikkeling volgens de nieuwe nationale realiteit.
De voormalige Cubaanse leider Fidel Castro sprak zich kortgeleden voor het eerst, sinds het overdragen van de macht aan zijn broer Raúl in 2006, uit over de partijstructuur. Hij vindt dat de Cubaanse regeringsleider ook de eerste secretaris van de partij moet zijn.
Ondanks de enorme uitdagingen nemen de mensen optimistisch deel aan het debat, want een ware Revolutie vernieuwt zich voortdurend; is zelfkritisch, leert van fouten; houdt nooit op [ethische] waarden te bevorderen; heeft vertrouwen in haar jeugd, die er altijd achter bleef staan, en dat nu en later zal blijven doen wanneer ze de verantwoordelijkheid voor de taken zelf zal hebben.
(*) Mede gebaseerd op Cuba blog ‘Cuba’s Socialist Renewal’, http://cubasocialistrenewal.blogspot.com
Overgenomen van: Manifest – april 2011