Er is een nieuwe wet en die heet: Markt en Overheid. De Eerste Kamer heeft deze wet unaniem aangenomen. Hiermee wordt een sterk staaltje kapitalistische maatschappijvorming uitgevoerd. Het geeft private ondernemers middelen in handen om wat te doen aan de oneerlijke concurrentie van de overheid. Een wet voor het afdwingen van meer kapitalisme dus.
Maarten Muis
In verschillende verklaringen en pamfletten heeft de NCPN er eerder op gewezen dat kapitalistische mechanismen steeds verder oprukken in het publieke domein. Dat is onder meer te zien in het verdwijnen van de openbare zitbanken in de stationshal waardoor mensen worden gedwongen voor meer dan twee euro een bakje koffie bij Starbucks te kopen. Ook het privatiseren van gemeentelijke voorzieningen is er een voorbeeld van. Nu hebben de neoliberale ideologen hun pijlen gericht op de ‘oneerlijke’ concurrentie van nog bestaande openbare instellingen als buurthuizen en bibliotheken.
Het publieke domein is de ontmoetingsruimte die vrij is van winstmaximalisatie, reclames en overdreven prijzen. Dat zijn de koffie-ochtenden in het buurt- en dorpshuis, de discoavonden in de jongerensoos, de kantine van de sportvereniging en de fitnessruimte voor werklozen. Initiatieven van gemotiveerde mensen, vaak vrijwilligers, die aan sociale samenhang en een laagdrempelige cultuur werken. Om geld en inkomen geen blokkade te laten zijn is er vaak sprake van prijzen voor consumpties en entree die onder de marktprijs liggen. Daar kan nu, met in de hand de nieuwe wet, een stokje voor gestoken worden. Als voorbeeld werd in het Financiële Dagblad de oneerlijke concurrentie van de cd- en dvd-uitleen door openbare bibliotheken gegeven. Dat belooft wat.
De publieke dienstverlening, van de plantsoenendienst tot aan welzijnswerk, mag niet langer georganiseerd worden met sociale doelstellingen, als dat tot tarieven lager dan de prijs van een commerciële aanbieder leidt. Dus een groot privaat tuiniersbedrijf dat uit het personeel zijn winst haalt, kan een aanklacht indienen als een werkproject in de groenvoorziening voor mensen met een beperking van start gaat. De nieuwe wet opent meer mogelijkheden voor kapitalistische bedrijven om verder bezit te nemen van het publieke domein.
De nieuwe wet dwingt rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, als zij de markt opgaan, een integrale (lees: net zo winstgevende) kostprijs te berekenen. De overheid mag dus niet meer diensten en producten leveren tegen een sociaal tarief, als het ook door commerciële bedrijven gedaan kan worden. Dus in plaats van dat de publieke sector duidelijk mag maken aan private ondernemers dat zij op kosten van de klant hun zakken aan het vullen zijn met winst, worden de rollen door de nieuwe wet omgekeerd. Winstmaximalisatie wordt de leidende factor.
Het is de nu dominante notie van rechtvaardigheid: als er maar eerlijke concurrentie is. Met wetgeving wordt afgedwongen dat sociale doelstellingen ondergeschikt zijn aan het goed functioneren van de kapitalistische markt. Natuurlijk wordt de caféhouder zijn klandizie gegund, maar hij moet zich ook realiseren dat een grote groep mensen helemaal niet in staat is om de marktconforme prijs voor een kopje koffie te betalen. En dat er echt wel genoeg snelle jongens in de fitness-industrie goed geld kunnen verdienen naast voorzieningen voor werklozen. De grote bedrijven, die veel mensen in dienst hebben en reuzenwinsten maken, mogen best wel wat concurrentiekrijgen van slimme sociale ondernemers vanuit gemeente, rijk en provincie.
Er is in dit debat over eerlijke concurrentie een grote mate van ontkenning van het klassenkarakter van de samenleving. De wet gaat ervan uit dat elk ondernemend mens een gelijke startpositie heeft. Er wordt net gedaan alsof juist de overheid vanuit een betere positie werkt. De realiteit is dat er bedrijven en families zijn die al decennialang een stevige greep hebben op de verschillende economische sectoren en de prijzen en tarieven dicteren. En daarbij heel goed, dankzij vriendjes in het parlement en de gemeenteraden, de eigen positie weten te bestendigen. Is iedereen alweer de bouwfraude vergeten?
Grote kapitalisten zullen vooral profiteren van de wet Overheid en Markt. Op de vrije markt zwaaien vooral de bezitters van de productiemiddelen de scepter, en niet de mensen met ondernemingslust en goede ideeën. De illusies van rechtvaardige concurrentie moeten ingeruild worden voor mechanismen van solidariteit. Het publieke domein moet terugveroverd worden op de commercie. Daarvoor moet er juist meer ruimte gecreëerd worden om als overheid aan de slag te gaan met realiseren van publieke, openbare voorzieningen. De NCPN gaat een stap verder: in programma’s voor gemeenteraadsverkiezingen pleitte zij voor het opzetten van allerlei soorten bedrijven door de lokale overheid. Om niet alleen het publieke domein terug te winnen, maar de werkende klasse zeggenschap te geven over de hele economie. Dat moet het doel zijn.
Overgenomen van: Manifest – april 2011