Eirini
Op zaterdag 29 juni vond de jaarlijkse conferentie van de CJB plaats. Naast het bespreken van de financiën van de CJB was het bespreken van het werk aan de basis het voornaamste agendapunt van de conferentie. We publiceren de inleiding op dit agendapunt die namens het Algemeen Bestuur (AB) werd gehouden door Eirini, secretaris van het AB. Deze gaat kort in op de huidige ontwikkelingen en werkt enkele belangrijke besluiten van het 10e Congres van de CJB dat vorig jaar plaatsvond verder uit.
Beste kameraden,
Namens het AB wil ik jullie nogmaals van harte verwelkomen op deze conferentie. Naast de financiën van de CJB hebben we voor deze conferentie ook het werk aan de basis geagendeerd. Het werk aan de basis is een kerntaak van communisten, en is een van de belangrijkste manieren waarmee we invloed kunnen uitoefenen op de maatschappij. Alleen door aan de basis te werken, door de arbeidersklasse te organiseren daar waar zij werkt, studeert of woont, kunnen we de agenda van het kapitaal tegenhouden en voorkomen dat jongeren zonder betaalbare woning moeten leven, in banen met lage lonen en zonder rechten, of zelfs naar het slagveld worden gestuurd om voor het kapitaal te strijden. Want het kapitaal is druk bezig met het ontplooien van haar agenda. In het kader van de steeds vaker herhalende kapitalistische crisissen en de toenemende imperialistische tegenstellingen, en het feit dat de Europese monopolies zich zorgen maken over hun positie in de internationale imperialistische pyramide, vinden de ontwikkelingen namelijk in rap tempo plaats.
Belangrijke onderwerpen waar het kapitaal mee bezig is zijn:
- De groene transitie, waarbij kapitalisten op grote schaal kapitaal vernietigen en de kleine bezittingen van de arbeidersklasse ontwaart om nieuwe investeringen in zogenaamd groene technologieën winstgevender te maken.
- De digitale transformatie wordt naast de groene transitie als cruciaal gezien in de huidige internationale concurrentiestrijd. Dure investeringen in de infrastructuur die niet gedaan worden met de belangen van jongeren in gedachten, maar de behoeftes van grote monopolies.
- Hervormingen van de arbeidsmarkt, waarbij jongeren geconfronteerd gaan worden met nog meer en grotere aanvallen op hun rechten, nog verdere flexibilisering (we zagen vorige week het nieuws over de herintroductie van de zesdaagse werkweek in Griekenland) en banen en lonen die steeds minder de behoeftes van jongeren dekken, waardoor het levenspeil steeds omlaag wordt gedrukt.
- Het verder toespitsen van migratie op de behoeften van het grootkapitaal, waarbij talloze migranten barbaars behandeld worden en hun rechten nog meer worden gedaan.
- En uiteindelijk de grootschalige uitbreiding van de oorlogseconomie in het kader van de NAVO en de escalatie van imperialistische tegenstellingen van de afgelopen jaren en de nog verdere betrokkenheid van Nederland bij imperialistische oorlogen. Met als groot gevaar dat alle verschillende brandhaarden die de afgelopen decennia na de ontmanteling van de Sovjet-Unie (maar zelfs al vanaf het einde van de vorige algemene imperialistische oorlog) ontstaan zijn, zich kunnen ontwikkelen naar een veralgemeniseerde oorlog.
Deze ontwikkelingen zijn al langer in gang gezet in het kader van de EU, maar met de huidige politieke formatie in de Tweede Kamer worden ze verder ingevuld in Nederland. In het kader van de formatie wordt dus niet gesproken over nieuw beleid, maar een doorzetting van het bestaande beleid, misschien alleen op sommige vlakken in andere vorm of in meer of mindere mate. Ongeacht hoe er een kabinet samengesteld wordt, kunnen we vooropstellen dat de agenda van het kapitaal uitgevoerd gaat worden en dat het slachtoffer hiervan de arbeidersklasse gaat zijn. Kenmerkend is de rol van de sociaaldemocratie in dit proces, die ondanks haar slechte verkiezingsresultaat niet weg te denken is uit de vakbeweging en daar sterke invloed blijft uitoefenen, eventueel om de vakbeweging te gebruiken om haar eigen burgerlijke oppositie op te stellen en in dat kader het verzet van de arbeidersklasse te temmen en om te leiden naar haar eigen belangen.
De genocide van de Palestijnse bevolking in Gaza die actief plaatsvind wordt door de EU en de NAVO gesteund, ondanks sommige krokodillentranen hier en daar. Bijna 40.000 mensen, waaronder veel vrouwen en kinderen, zijn al door de Israëlische regering vermoord. Talloze wreedheden worden door de Nederlandse regering goedgepraat, en enig verzet tegen de steun van Nederland aan Israël wat ook maar een beetje de geopolitieke of economische belangen van de Nederlandse burgerij aantast wordt op wrede wijze de mond gesnoerd. Bij veel jongeren heeft deze situatie grote verontwaardiging veroorzaakt, en over het hele land zijn de afgelopen periode studentenprotesten ontstaan, waarbij de CJB in meer of mindere mate heeft weten te interveniëren. In sommige gevallen heeft de interventie van de CJB er zelfs voor gezorgd dat medewerkers van leerinstellingen ook hun stem lieten horen tegen de genocide, en kregen het zelfs zo ver dat de FNV achter hun eisen ging staan.
Om het verzet van de arbeidersklasse niet te laten temmen, en om de agenda van de burgerij tegen te gaan en de arbeidersbeweging weer op te bouwen, zijn alleen pleidooien naar de burgerlijke regeringen in de vorm van activisme maar van beperkt belang. Veel grotere effectiviteit zit in het verzet van de jongeren daar waar ze werken, studeren of wonen, daar waar ze zich duurzaam kunnen organiseren op basis van hun gezamenlijke belangen en waar ze direct de belangen van het kapitaal kunnen aantasten. In dit kader kunnen en moeten communisten zich zien te wortelen, om de rest van de arbeidersklasse te leiden en verenigen.
Alleen wanneer die duurzame organisatie gebouwd wordt en wanneer deze geleid wordt door communisten, kan de arbeidersklasse zich ontwikkelen naar de echte protagonist van de ontwikkelingen, alleen zo kan de agenda van het kapitaal bestreden worden, en alleen zo kan de arbeidersklasse haar lot in haar eigen handen nemen en uiteindelijk de hele wereld in haar handen krijgen, in plaats van dat ze passief toekijkt terwijl de burgerij onze wereld kapot maakt. Deze organisatie kan alleen gebouwd worden als communisten, waar ze ook werken, studeren of wonen, actief politiek werk doen onder de mensen, zich hard maken voor hun belangen, en deze zien te verbinden met bredere politieke eisen.
Ondanks de ongunstige machtsverhoudingen, zijn er ook belangrijke vooruitgangen. De versterking van de NCPN en de CJB de afgelopen periode, die elkaar op belangrijke manieren hebben geholpen, biedt veel hoop voor de toekomst. Met een nog sterkere communistische partij en jongerenbeweging kan onze interventie aan de basis, en dus onze invloed, steeds sterker worden en kan er een daadwerkelijk tegengewicht gebouwd worden tegen het kapitaal en hun agenda. Als lichtpunt tegen de duistere ontwikkelingen die het kapitaal voortbrengt, kunnen we stellen dat de noodzaak van een communistische partij voor de arbeidersklasse in Nederland steeds duidelijker wordt en dat dit langzamerhand leidt tot niet alleen een sterkere partij en jongerenbeweging, maar ook dat steeds meer leden zich op steeds meer plekken weten te wortelen.
Beste kameraden,
Tijdens het 10e Congres van de CJB, in november vorig jaar, hebben we gezamenlijk het belang opgemerkt van het versterken van de CJB. We hebben besloten dat dit een noodzakelijke voorwaarde is voor het bieden van een perspectief aan de toekomst voor jongeren. Als jongerenorganisatie van de communistische partij, hebben wij de verantwoordelijkheid om het perspectief te bieden op het socialistische alternatief, om klassenbewustzijn te bevorderen en om de jeugd te betrekken bij de strijd voor een rechtvaardige samenleving. Op basis van onze ervaring van de afgelopen periode hebben we drie punten aangemerkt, die de sleutels vormen voor de verdere versterking van de CJB, het verder ontwikkelen van haar rol als voorhoede van de arbeidersjeugd en het waarborgen van haar communistisch karakter.
Allereerst hebben we gewezen op het belang van het versterken van ons ideologisch werk. Onze interventie onder de mensen, of die nou komt vanuit bijvoorbeeld Voorwaarts, een flyer, poster of de interventie van een individueel lid op diens werkplek, moet vooral komen vanuit het communistisch gedachtegoed. Alleen op die manier kan de burgerlijke ideologie in al haar vormen doorgrond en bevochten worden. Het is namelijk niet altijd simpel om deze te herkennen, vooral als het uit een ‘linkse’ of ‘progressieve’ hoek komt.
Ten tweede is het versterken van onze organisatorische slagvaardigheid, met als belangrijk onderdeel daarvan het ontwikkelen van afdelingen aan de basis. Op die manier kan de kerntaak van communisten, namelijk het organiseren van de voorhoede van de arbeidersklasse daar waar ze werkt, studeert en naar school gaat, beter uitgevoerd worden.
Ten derde het versterken van ons werk in de beweging. Specifieker dat we ons ideologisch werk en de afdelingsopbouw zien te verbinden met ons werk in de arbeiders- en studentenbeweging. Dit betekent onder andere dat we meer en meer op basis van onze standpunten invloed moeten uitoefenen in de beweging, daarin het opportunisme zien te bestrijden in alle vormen die dit aanneemt en de meest vooruitstrevende elementen uit de beweging aan ons zien te binden.
Deze drie punten zijn nauw aan elkaar verbonden, zo hebben we gezegd in onze congresstukken, maar hoe precies zijn deze aan elkaar verbonden? Alleen een communist met een sterke ideologische achtergrond kan goed interveniëren bij diens collega’s, medestudenten, medescholieren of buren, kan goed inzien wat de belangrijkste tegenstellingen zijn bij diens context en hoe deze zich verbinden aan grotere politieke onderwerpen zoals die die we eerder genoemd hebben. Het verbinden van de theorie van het marxisme-leninisme met de dagelijkse realiteit is geen simpele taak, maar is wel een essentiële, omdat mensen alleen gaan overtuigd raken door het marxisme-leninisme wanneer ze dat in het dagelijkse leven steeds weer handen en voeten zien krijgen. Door onze theorie consequent toe te passen leren wij de theorie zelf beter en tonen we de correctheid ervan aan. Op deze manier vormt het werk aan de basis ook een verrijking van onze ideologie, doordat onze theorie door de realiteit getoetst kan worden en doordat de realiteit voorbeelden kan aanbieden die het begrijpen van de theorie makkelijker maakt. Wanneer we ons ook in afdelingen organiseren aan de basis kunnen ervaringen uit de strijd veel beter gecombineerd worden met de theorie omdat ze beter besproken kunnen worden en collectief gemaakt worden met anderen die in dezelfde context zitten.
Tegelijkertijd neemt werk in de beweging, met de twee ‘ingrediënten’ van de organisatie van afdelingen aan de basis en het ideologisch werk, een grotere rol aan, doordat deze nu niet alleen functioneert als een platform voor activisme maar ook een plek om bijvoorbeeld sympathisanten uit de basis te introduceren aan bredere politieke onderwerpen en zo het klassenbewustzijn omhoog kan trekken naar het communistisch bewustzijn. Met een sterkere ideologische basis kunnen we nog beter de ontwikkelingen begrijpen en onze interventie in de beweging nog sterker maken.
Het opbouwen van afdelingen aan de basis is een belangrijke stap in de organisatorische slagvaardigheid van de CJB, omdat kameraden veel effectiever kunnen praten over hun eigen bedrijf, leerinstelling of buurt. Ze kunnen elkaar veel beter van argumenten voorzien, kennis verzamelen en activiteiten ontplooien waarbij sympathisanten betrokken kunnen worden, en ze kunnen effectiever hun krachten bundelen en elkaar helpen om hun interventie in de beweging en onder de mensen krachtiger te maken.
Echter is een afdeling aan de basis geen noodzaak voor het verrichten van werk aan de basis. Elke communist heeft de plicht om bij diens werkplek, leerinstelling of buurt actief te zijn, ook al zijn er geen andere communisten in dezelfde context. De vraag is hoe communisten die in een afdeling georganiseerd zijn elkaar kunnen helpen met het ontplooien van hun activiteiten, ook als ze niet per se in dezelfde context zitten. Hoe worden ervaringen collectief gemaakt en hoe wordt er collectief sturing gegeven aan de activiteiten van leden op basis van onze gezamenlijke standpunten? Deze en andere vragen hopen we vandaag te bespreken.