Partijbestuur NCPN en Algemeen Bestuur CJB
Honderdvijftig jaar geleden, op 18 maart 1871, ontstond in de woelige straten van Parijs voor het eerst een revolutionaire regering van en voor arbeiders. Voor het eerst kwam de arbeidersklasse aan de macht en voerde zij vergaande maatregelen door om een eerlijke maatschappij – het socialisme – te bewerkstelligen. Er werd een volledig democratische regering gevormd van arbeiders, die voor het eerst in de geschiedenis beslisten over hoe zij de samenleving vorm wilden geven. De kapitalistische krachten van die tijd zagen echter de bedreiging die dit voor hen vormde. De burgerlijke Franse regering werkte zelfs samen met haar aartsvijand Duitsland (Pruisen, waarmee Frankrijk zojuist nog in oorlog was) samen om het socialistische experiment bloedig te onderdrukken. Ook vandaag de dag heeft deze historische gebeurtenis nog lessen om ons te leren.
Het ontstaan van de Commune van Parijs
De directe aanleiding voor het ontstaan van de opstand die leidde tot de Commune lag in de oorlog met Duitsland, die gevoerd werd om de belangen van de rivaliserende kapitalisten. Om deze oorlog te betalen, had de regering van het Franse keizerrijk de bevolking van Parijs tot de afgrond toe uitgeknepen. De Franse regering had de oorlog echter ernstig onderschat en verloor op alle fronten. Keizer Napoleon III werd zelfs gevangen genomen, waarna een burgerlijke (kapitalistische) regering het stokje overnam, en de ‘Regering van Nationale Verdediging’ vormde. Parijs was ondertussen frontstad geworden en werd belegerd door Duitse troepen. Tijdens de zware tijd van het beleg begonnen steeds meer Parijzenaren zich al af te vragen waarom zij eigenlijk moesten vechten in de oorlogen van de grote heren. Dit werd versterkt door het feit dat de verdediging van Parijs grotendeels werd gedragen door de Nationale Garde. Dit waren eenheden van normale arbeiders die afkomstig waren uit de wijken die zij verdedigden.
De Franse regering sloot uiteindelijk een vredesakkoord met de Duitsers, dat velen inwoners van de stad in diepe armoede zou storten. De kapitalisten wilden namelijk dat de arbeidersklasse de lasten voor de oorlog en de betalingen aan Duitsland zou dragen, en om dat voor elkaar te krijgen wilde de burgerlijke regering de arbeiders ontwapenen. Op 18 maart zet de burgerlijke regering het leger in om de arbeiders te ontwapenen, maar dat mislukt. De arbeidersklasse had zich namelijk georganiseerd en kwam in opstand. De Commune was geboren.
Revolutionaire strijd voor een nieuwe maatschappij
De inwoners van Parijs besloten al heel snel dat zij een radicaal andere richting op wilden dan alle regeringen tot dusver. Er werd een democratische arbeidersregering gekozen die aan de slag ging met een agenda van sociale maatregelen. Zo werd het leger omgevormd tot burgerbrigades, werden kerk en staat gescheiden en werd onderwijs gratis. Er kwam sociale wetgeving die bijvoorbeeld nachtwerk verbood in bakkerijen, fabrieken in handen gaf van werkers als de eigenaars weigerden om de productie weer op te starten en de lonen van alle ambtenaren vaststelde op hetzelfde niveau als dat van een gemiddelde arbeider. Hiermee maakte de Commune een start met de poging om een daadwerkelijk andere maatschappij te creëren.
Bijzondere aandacht verdient de rol van vrouwen in de Commune van Parijs. Terwijl er nog enorme ongelijkheid heerste, bracht de Commune van Parijs vrouwen uit de arbeidersklasse plotseling en massaal op de voorgrond van de politieke ontwikkelingen. Eisen zoals gelijk loon, recht op echtsscheiding voor vrouwen, recht op onderwijs en allerlei andere vrouwenrechten kwamen van de grond. Op 11 april werd de Vrouwenbond opgericht die een belangrijke rol kreeg in de Commune.
De nederlaag
Helaas bleef het echter bij een start. Het was de Communards weliswaar gelukt om de regeringstroepen op 18 maart de stad uit te jagen, maar de poging om de oude orde omver te werpen beviel de Duitse regering niet. Deze liet 100.000 Franse krijgsgevangenen vrij die dankbaar opgenomen werden in de strijdkrachten van de Franse burgerlijke regering. Met deze versterkte krijgsmacht viel het leger 21 mei Parijs binnen. Een week lang vinden bloedige gevechten plaats, waarbij de barricades heldhaftig verdedigd werden door de werkers ondanks enorm gebrek aan wapens en munitie. Op 28 mei valt de laatste barricade. De kapitalisten vierden feest, en het leger moordde erop los. Ruim 35.000 mensen werden in die week vermoord, waaronder duizenden ongewapende vrouwen en kinderen. In de jaren daarna werd een zware repressie ingesteld die nog eens 40.000 mensen gevangen zette en duizenden mensen verbande. Ook in de andere landen van Europa werd de repressie tegen de arbeidersbeweging opgevoerd. Het kapitaal had bewezen zich niet zomaar aan de kant te laten zetten.
Lessen van de Commune van Parijs
Het is belangrijk stil te staan bij de Commune omdat zij voor het eerst aantoonde dat een andere maatschappij daadwerkelijk mogelijk zou kunnen zijn. In twee maanden wist zij al meer stappen te zetten dan in hele eeuwen daarvoor. De Internationale Arbeidersassociatie (ook wel Eerste Internationale), die in 1864 mede door Karl Marx en Friedrich Engels was opgericht, speelde een onmisbare rol in de Commune.
De ervaring van de Commune leert ons dat een betere samenleving niet uit de lucht komt vallen en voor succes goed moet zijn voorbereid. Van de politieke en organisatorische zwaktes van de Commune kunnen we leren. Allereerst ging zij niet ver genoeg. Zo werden veel delen van de economie niet vermaatschappelijkt en liet de Commune de Franse bank bestaan; die vervolgens miljoenen franks aan de burgerlijke regeringskas leende. Ook gebruikte de Commune haar macht niet om tijdig het verzet van de kapitalistische uitbuiters te breken. Dat kwam mede doordat er nog illusies waren onder de arbeiders dat een rechtvaardige maatschappij bereikt kon worden zonder het kapitalisme echt af te schaffen, indien het ‘nationale belang’ voorop werd gesteld.
Deze zwaktes hadden er o.a. mee te maken dat de marxisten, die verbonden waren aan de Internationale, geen meerderheid hadden, en kleinburgerlijke stromingen nog de overhand hadden. Zo was er veel invloed van de Blanquisten, die het marxisme en de theorie van de klassenstrijd bekritiseerden, en vonden dat de belangen van het proletariaat niet gescheiden moesten worden van die van de natie (d.w.z. de kapitalisten). Ook de aanhangers van Proudhon, de voorvader van het anarchisme, hadden invloed. Zij stelden tegenover het kapitalistische private eigendom het kleine private eigendom.
De Commune heeft alle illusies over gemeenschappelijke belangen tussen werkers en kapitalisten doorgeprikt, doordat het liet zien hoe meedogenloos de kapitalistische reactie is. In die ene week in 1871 zagen de Parijse straten meer bloed dan gedurende de hele ‘Terreur’ van de Franse burgerlijke revolutie. De Commune leert ons ook het belang van goede organisatie. De kapitalistische regering wist de burgermilities en de bevolking namelijk ook te verslaan, omdat zij niet sterk genoeg en centraal georganiseerd waren.
De belangrijkste les uit de Commune van Parijs, is de noodzaak voor de arbeidersklasse van haar eigen politieke organisatie, de communistische partij. Een partij die de objectieve wetmatigheden van de klassenstrijd doorgrondt en de strijd kan leiden op basis van een wetenschappelijk gefundeerde en uitgewerkte strategie. Een partij die consequent strijdt tegen de invloed van de burgerlijke en kleinburgerlijke ideologie in de arbeidersbeweging, oftewel tegen de invloed van het opportunisme (reformisme, links-radicalisme, etc.).
Marx, Engels en Lenin trokken waardevolle leringen uit de Commune van Parijs. Dat heeft er fundamenteel aan bijgedragen dat de arbeidersklasse in 1917, toen zich in Rusland revolutionaire omstandigheden voordeden, succesvol de arbeidersmacht wist te vestigen. De eerste proletarische revolutie hield slechts 72 dagen stand, de tweede revolutie ruim 70 jaar.
Het is van groot belang dat we de geschiedenis en de ervaringen van de Commune van Parijs en de geschiedenis van de internationale communistische beweging in het algemeen kritisch bestuderen en daarvan leren. We leven in een tijd waarin de revolutionaire arbeidersbeweging nog zwak is, maar het kapitalisme loopt steeds meer tegen haar grenzen aan. Onder de werkende mensen groeit het verlangen naar een betere maatschappij, zonder armoede, discriminatie, onzekerheid, uitbuiting en oorlog. Een maatschappij waarin iedereen de mogelijkheden krijgt om zich te ontwikkelen. Dat uit zich ook in de groei van de CJB en NCPN. Uit de geschiedenis kunnen we waardevolle lessen trekken om in Nederland en internationaal de arbeidersbeweging en de strijd voor het socialisme-communisme te versterken.
Vive la Commune!
“Het Parijs van de arbeiders, met zijn Commune, zal eeuwig worden gevierd als de roemrijke voorbode van een nieuwe maatschappij. Zijn martelaren tronen in het grote hart van de arbeidersklasse. Zijn verdelgers heeft de geschiedenis reeds aan de schandpaal genageld, en alle gebeden van hun papen zijn niet bij machte om hen daarvan te verlossen.”
– Karl Marx (1871), De burgeroorlog in Frankrijk.
Partijbestuur NCPN
Algemeen Bestuur CJB