Frederik Roșu

Een woning vinden, het is zo makkelijk nog niet. Door woningnood wachten mensen jarenlang op een woning. Momenteel hebben we een tekort van 315.000 woningen. ABF-Research kwam vorig jaar met een rapport waaruit bleek dat er in 2030 er een woningtekort zal zijn van 200.000 woningen. Voornamelijk in de randstad is de woningnood het ergste voelbaar. Zoals het nu dus lijkt zal het probleem niet gauw opgelost worden. Maar waarom is dit zo? Is er iets aan te doen, en zo ja, wat dan?

 

Dakloosheid

In tijden van corona wordt van iedereen die dat kan verwacht om thuis aan het werk te zijn. Het is echter helemaal niet vanzelfsprekend in Nederland dat je een dak boven je hoofd hebt. Uit cijfers van het Centraal Bureau van de Statistiek (CBS) komt naar voren dat sinds 2009 het aantal daklozen verdubbeld is. De teller staat op het moment op 40.000. Dit is het schrijnendste resultaat van de woningnood en de hoge prijzen die voor huur gevraagd worden. Wanneer je op zoek bent naar een sociale huurwoning kun je lang wachten. Onderzoeksbureau Rigo concludeerde dat je soms wel negen jaar moet wachten voordat je in aanmerking komt voor een sociale huurwoning. Woningnood is echter niet iets wat uit de lucht komt vallen.

 

Woningsector overgeleverd aan de markt

Nederland kende tot 1995 een systeem waarbij woningcorporaties grotendeels aangestuurd werden door de overheid. Zeker in de jaren ’50 tijdens de wederopbouw was er sprake van veel overheidsingrijpen in de woningmarkt, waarbij de overheid een groot deel van de woningbouw plande en subsidieerde.

Meer in het algemeen mengde de overheid zich destijds veel in de economie. Dat kwam mede doordat de vernietigingen van de Tweede Wereldoorlog dat noodzakelijk maakten. Ook het kapitaal, dat na de oorlog veel investeringsmogelijkheden had, laat in zulke omstandigheden bepaalde sectoren over aan de staat, vooral sectoren die grote investeringen eisen en in eerste instantie minder winstgevend zijn. De woningcorporaties hadden de taak om woningen te bouwen voor de minder bedeelden in de samenleving. Op deze manier zwakte het burgerlijke systeem de hardheid van het kapitalisme in deze sector af. Ook een belangrijke rol speelde dat de arbeidersbeweging destijds een stuk sterker was dan nu, evenals de invloed vanuit de landen waar het socialisme opgebouwd werd en waar de volkshuisvesting steeds beter geregeld werd.

Toen het ‘rode gevaar’ tussen 1989 en 1991 omver werd geworpen en de arbeidsbeweging in Nederland en internationaal verzwakte, omarmde de Nederlandse burgerlijke politiek de markt zoals nooit tevoren. Daarbij speelde ook een rol dat de investeringsmogelijkheden nu veel beperkter waren dan vlak na de Tweede Wereldoorlog en het kapitaal zich ook in sectoren wil mengen die voorheen aan de staat waren overgelaten. Veel hervormingen die vanaf 1945 werden doorgevoerd moesten het ontgelden. Regelgeving voor de economie werd versoepeld of afgeschaft, publieke diensten werden vermarkt en staatsbedrijven werden geprivatiseerd. Zo trok de overheid zich ook terug uit de woningsector. In 1995 zijn onder het eerste paarse kabinet (PvdA, VVD & D66) de woningcorporaties in grote mate aan de markt overgelaten. Subsidies vanuit de overheid werden afgeschaft en door het omzetten van de corporaties van vereniging naar stichting hadden huurders nauwelijks meer invloed op de besturen. Vanaf nu moesten de zelfstandige woningcorporaties zichzelf financieel redden.

 

Woningbouw door de markt

Toen de woningcorporaties aan de markt werden overgelaten, verloren huurders inspraak in het bestuur. Ook verdween een groot deel van de overheidssturing. De bedrijven werden een volledig deel van de markt met als doel winst te maken (ook al zijn ze formeel vaak zogenaamd ‘non-profit’) en te concurreren. Waar woningzoekenden dus jaren op nieuwe huisvesting moeten wachten hadden woningcorporaties in 2015 en 2016 een gemiddelde winstmarge van 23%

Woningcorporaties klagen op hun beurt over bijvoorbeeld de verhuurdersheffing waarbij zij een extra €1,7 miljard extra belasting moeten betalen aan de overheid. Het is een bezuinigingsmaatregel uit 2014. De heffing zou het bouwen van nieuwe woningen remmen. Ook de Woonbond zegt hier dat we door de verhuurdersheffing de helft minder sociale huurwoningen hebben. Woningcorporaties bouwen namelijk minder- en verkopen meer sociale huurwoningen.

In 2002 begonnen de tekenen van een nieuwe woningnood zichtbaar te worden. Dit jaar werden er door een economische recessie 66.000 nieuwe woningen gebouwd in plaats van het doel van 100.000. De markt liet het niet toe om het doel te halen. In 2005 verwachtte de toenmalige minister van Volkshuisvesting, Sybilla Dekker (VVD), dat Nederland een krimpland zou worden en daarom er minder gebouwd kon worden. Het tegendeel was waar. In 2019 groeide Nederland, grotendeels door immigratie, met 132.000 inwoners. Ook Rijksbouwmeesters gaven in 2013 en 2016 aan dat er niet meer gebouwd hoefde te worden. Daar bovenop zei voormalig minister Stef Blok (VVD) dat hij een heel ministerie (van Wonen en Rijksdienst) overbodig had gemaakt en dat de woningmarkt ‘af’ was. Als gevolg zitten we nu met een tekort 315.000 woningen en is in 2030 nog ongeveer twee derde van dit tekort over.

 

Woningnood oplossen

Binnen het kapitalisme kan men verschillende dingen doen om de woningnood te verzachten. Tegenwoordig komen sociaaldemocratische partijen echter niet verder dan pleiten voor ‘betaalbare huurwoningen’, het bouwen van nieuwe huurwoningen en voor de herinvoering van de oude verenigingsstructuur van woningcorporaties. Sympathieke voorstellen maar het lukt deze partijen niet om verder te kijken dan de nostalgie van de jaren ‘50, ‘60 en ’70. Maar de verenigingsstructuren lossen de woningnood uiteindelijk niet op, centrale planning wel.

Het probleem bij de voorstellen van de sociaaldemocratie is dat de kern van het probleem niet opgelost wordt. Woningcorporaties zijn bij het afschaffen van de verhuurdersheffing nog steeds private instellingen en al zou je ze nationaliseren staan ze nog steeds onder leiding van een burgerlijke staat. Een staat die liever investeert in belastingdeals met Shell dan goede en betaalbare woningbouw. Een economie die overgelaten is aan de grillen van de wereldmarkt.

Alleen wanner de werkende klasse breekt met het kapitalistische systeem als geheel kan zij zichzelf voorzien in voldoende woningen die betaalbaar en kwalitatief zijn. De arbeidersklasse heeft haar eigen staats- en economievorm nodig waarbij zij direct leiding kan geven aan publieke bouwbedrijven die volgens een gemeenschappelijk plan woningen bouwen, het socialisme. Alleen zo kan de permanente behoefte aan huisvesting verzadigd worden. Als communisten zullen we uiteraard altijd maatregelen steunen die ten goede komen aan de werkende klasse, maar verbinden we dat ook met die strijd voor een betere en rechtvaardige maatschappij, waarin de problemen van de bevolking echt aangepakt kunnen worden in plaats van dat alle langs meetlat van de winst gelegd wordt. Die maatschappij is het socialisme-communisme.

 

Bronnen:

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2019/34/aantal-daklozen-sinds-2009-meer-dan-verdubbeld

https://www.abfresearch.nl/nieuws/nieuwe-primos-prognose-2019-nu-al-beschikbaar/

https://www.rigo.nl/wp-content/uploads/2019/04/20190326-Stand-van-de-woonruimteverdeling.pdf

https://www.parool.nl/nederland/woningcorporaties-willen-dat-verhuurdersheffing-verdwijnt~bccd8234/

https://decorrespondent.nl/10426/neoliberalisme-is-de-schuld-van-alles-toch/1114113591734-5021aded

https://www.nrc.nl/nieuws/2020/04/16/hoe-de-overheid-zelf-de-woningnood-creeerde-a3996946

https://www.woonbond.nl/nieuws/helft-minder-nieuwe-sociale-huurwoningen-verhuurderheffing

https://www.sp.nl/standpunt/woningcorporaties

https://www.pvda.nl/standpunten/wonen/wonen-huur/

https://groenlinks.nl/standpunten/huren