Rinze Visser

Wat heb ik veel gelezen de laatste tijd. En… wat heb ik nog veel te lezen. Via via ben ik en word ik nog steeds overstelpt met vaderlandse lectuur. Bladen uit de recente verleden tijd. Zeer interessant om artikelen te lezen uit 2021 evenals begin en midden 2022. Interessant om ingenomen standpunten in de huidige tijd te plaatsen. Naast het huidige nieuws en commentaren daarop ook nog heel veel met terugwerkende kracht lezen? Hoe vindt uw ‘mooie-woorden-schrijver’ daar de tijd voor? Vanwege mijn gezondheidstoestand in combinatie met het slechte weer. Ik kom dus niet veel de deur uit, en lezen doe je doorgaans niet op straat… Zo ben ik dus in het bezit geraakt van nogal veel exemplaren van De Groene Amsterdammer, van Elsevier Weekblad en van het maandblad Friesland Post. Zo kom je artikelen tegen die je met meer of minder ergernis leest. Want ik heb nu eenmaal de eigenschap bijna alles door een communistische bril te lezen…

Daarom heb ik er één van de meest verleden tijd – De Groene Amsterdammer van 19 augustus 2021 – uitgepikt. Nu bestaat onze partij de NCPN al meer dan dertig jaar, en de CJB ook al heel wat jaren. Nu heb ik het omslagblad van dit nummer voor mij liggen. Het zou met enige aanpassing zo een affiche kunnen zijn: een grote gele hamer-en-sikkel op een rood vlak. “Waarom jongeren zich weer communist durven te noemen” staat eronder. Dat belooft dus wat! Wat het blad op pagina 3 de lezers allemaal belooft interesseert mij niet. Ik wil dat artikel over jongeren en communisme lezen. Het begint bij pagina 24. Wel zes pagina’s lang! Eindelijk aandacht! Maar opmerkelijk om in een lang stuk over communisme over het bestaan van NCPN en CJB zwijgen.

Zes pagina’s! Maar NCPN en CJB kwam ik dus niet tegen. Zelfs niet in negatieve zin. Communistische jongeren zijn op zoek naar een beweging, zo lees ik. Verder gaat eigenlijk het hele lange artikel over een zoektocht. Veel over een webwinkel ‘De Rode Lap’; over Rood, de voormalige jongerenorganisatie van de SP; Radicaal, de jongerenbeweging van Bij1; het Communistisch Platform; en heel veel over een zekere Mike MacNair, die een boek heeft geschreven over niet geslaagde revoluties. En verder heel veel Marx, iets minder Engels. De naam Lenin kwam ik niet tegen. In een groot artikel over communisme… Een ware prestatie!

“Als we echt een radicaal-linkse partij konden bouwen, en echt een grote ook, dat zou fantastisch zijn (…)”. “Het is een interessante mogelijkheid dat er weer een generatie opstaat van echt economisch linkse jongeren”. Dit is gewoon een greep uit de vele teksten waarbij het bestaan van een Communistische Partij en een Communistische Jongerenbeweging in ons land in feite ontkend wordt, of door de betreffende journalist bewust uit het artikel gelaten is. Het wil er bij mij niet in dat al die aan het woord gelaten jongeren, die volgens eigen zeggen geen demonstratie overslaan, daar geen weet van hebben.

communisme is maar een fase voor jongeren volgens de media

Voor de media zijn jongeren die voor een betere wereld strijden maar in een fase. (Illustratie: Cóir Cúis)

Het is op zich positief dat jongeren in deze tijd belangstelling tonen voor het communisme en zich zelfs ook nog communist noemen. Maar het gelezen artikel serieus nemend, heb ik toch het gevoel dat een en ander zich vooral in sub-culturele kringen beweegt en de vaak terechte kritiek op het kapitalisme later als jeugdzonden terug zullen worden gezien. Dit alles heeft voor de burgerlijke journalistiek een bepaalde charme, maar er is ook de angst dat de maatschappij-kritische jongeren niet in die sub-culturen blijven hangen en zich bij een marxistisch-leninistische partij of jongerenbeweging aansluiten. Dit alles doet mij denken aan de tijd van een aantal jaren geleden met grote demonstraties tegen de G7-toppen en de mondialisering. Door de journalistiek werd toen de indruk gewekt dat enkele jongeren van de zogenaamde Internationale Socialisten (trotskisten dus) deze massa-bewegingen georganiseerd hadden. Zij kwamen op de televisie voor commentaar. Voor mij betekende dit dat deze anti-kapitalistische beweging zich door trotskistisch vaarwater moest bewegen, en zeker niet tot sympathie voor communisten moest leiden.

Zo moet het genoemde artikel in De Groene Amsterdammer ook worden gezien. Als een afleidingsmanoeuvre, om de toenemende belangstelling bij jongeren voor het communisme af te leiden van het bestaan van de Communistische Partij en de CJB. De hoofdstroom van de journalistiek heeft altijd belangstelling gehad voor personen en clubjes die op afstand van, en in vijandschap met, de Communistische Partij opereerden.

Het valt niet te ontkennen dat er onder jongeren wordt nagedacht over de crisissituatie waarin het kapitalistisch stelsel verkeert en de toekomst, hún toekomst. Dat een substantieel deel van de jongeren dan over socialisme en communisme nadenkt en zelfs de strijd wil aangaan, dat is positief. Maar de heersende klasse heeft er alle belang bij dat zo’n ontwikkeling in een sfeer van subculturen en folklore blijft hangen. Zo van: opstandige jongeren zijn van alle tijden, dat hoort er nu eenmaal bij…

Het is vooral de angst voor sociale opstanden en voor organisatie van de communisten in een Partij. Daarom worden NCPN en CJB niet genoemd! Angst? Voor een kleine Partij? Jazeker! Want ook de tegenstander kent ‘onze’ klassieken. Uit een vonk kan een vlam ontstaan… Wie hebben er belang bij dat opstandige en zoekende jongeren in hun ‘bubbel’ blijven en niet de stap gaan zetten naar de CJB? Precies! Een niet onbelangrijke vorm van anti-communisme is het verzwijgen van het bestaan van het georganiseerde communisme. In Nederland zijn dat de NCPN en CJB! De heersende klassen met hun politieke partijen en journalistiek denken dat bij deze jongeren het afgeven op onze organisaties niet zal helpen. Daar konden ze wel eens gelijk in hebben. Het zou hen op een idee kunnen brengen. Wat let ons dan?

* Rinze Visser is raadslid namens de NCPN in de gemeente Fryske Marren en schrijft voor de krant Manifest. Overgenomen uit Manifest 19 januari 2023.