Redactie
Onlangs interviewde de redactie van Voorwaarts de oud CPN-burgemeester Hanneke Jagersma. Zij is uniek in Nederland gezien zij de eerste en laatste CPN-burgemeester was die Nederland ooit gekend heeft. Onlangs werd de CJB in Groningen benaderd door mevrouw Jagersma omdat zij de communistische erfenis had gekregen van de overledene communiste Tjakkie Stek. Tjakkie heeft samen met haar man, Koert Stek, haar hele leven in teken gesteld van de strijd voor het socialisme. Hanneke Jagersma was van mening dat de erfenis van deze toegewijde communisten thuishoorde bij een communistische organisatie. Hanneke ging tevens akkoord met het doen van een interview tijdens het ophalen van deze spullen. Hieronder is deze te lezen.
Goedemiddag Hanneke. Ten eerste bedankt voor het interview. Laten we meteen met de deur in huis vallen, u bent ooit als CPN-er burgemeester geweest. Hoe is dat zo gekomen?
De Communistische partij van Nederland (CPN) heeft na de oorlog en vooral tijdens de koude oorlog het over zich heen gekregen dat het geen Nederlandse- of democratische partij zou zijn. Ze kreeg heel erg de naam een pion van Moskou te zijn. Eind jaren ’70, begin jaren ’80 begon dat te veranderen. Toen er dan ook begin 1980 een burgemeestersfunctie vrijkwam zowel in de toenmalige gemeenten Beerta als Finsterwolde, heeft de partij aan vier mensen gevraagd te solliciteren. En dat ben ik uiteindelijk geworden. De sollicitatie was een soort test om te kijken of de CPN als een democratische Nederlandse partij geaccepteerd zou worden bij burgemeestersbenoemingen. Het is natuurlijk een feit dat de CPN altijd de opvatting gehuldigd heeft dat de gemeenteraad haar eigen voorzitter en vertegenwoordiger kiest. Dat staat tegenover de opvatting van een gekozen burgemeester door verkiezingen. Ik sta nog steeds achter dit standpunt van de CPN. Een raad kan beter haar eigen voorzitter en vertegenwoordiger benoemen en wat zou het mooi zijn als er dan ook de mogelijkheid was dit te rouleren.
Hoe werd op de benoeming gereageerd door burgerlijke partijen en politici?
Ik ben benoemd in 1982 en was toen 31 jaar. Er werd op gereageerd vanuit de kijk die mensen op het burgemeesterschap hadden/hebben(?) dat het een persoon is waar je tegenop keek en die speciaal was. Je werd als belangrijk gezien, terwijl het op zich helemaal niet zo bijzonder is. Mensen die altijd al anticommunist waren geweest kwamen met verhalen dat ik instructies zou krijgen uit Moskou of weet ik veel van waar. Vergeet ook niet dat er ten tijde van mijn benoeming nog beroepsverboden in buurland Duitsland tegen communisten van kracht waren. Natuurlijk is er geprobeerd mij in een kwaad daglicht te stellen.
Op wat voor manier gebeurde dat?
Ik heb het volgens mij nooit aan iemand verteld, maar toen ik voor het eerst in de burgemeesterskamer kwam lag er een pistool in de bureaula. Mijn voorganger voelde zich blijkbaar onveilig in de omgeving van vreedzame CPN’ers en sympathisanten. Dat pistool heb ik toen naar de politie gebracht; ik zou niet uitsluiten dat die daar bewust neergelegd is om te kijken hoe de reactie zou zijn. Of het interview wat de man van een fractievoorzitter in de krant gaf waarin hij mij ‘brandhout’ noemde. Maar wanneer je begin 30 bent dan kun je dat allemaal wel hebben. En daarbij; met een lach kon je heel ver komen. Ik heb het burgemeesterschap nooit als een persoonlijke verdienste gezien. De tijd was er rijp voor om een CPN-burgemeester te benoemen.
De burgerlijke democratie is natuurlijk niet wat wij onder democratie zouden verstaan. Maar u was toch burgemeester onder een kapitalistisch systeem. Was dat te combineren en wat voor gedaante kreeg dat?
Mijn burgemeesterschap heb ik voor het belangrijkste deel als een genoegdoening en eerbetoon gezien van de communisten die zoveel geleden hebben voor hun idealen en dat met hun leven hebben moeten bekopen in de antifascistische strijd. Het grootste deel van het kader van de CPN is in de Tweede Wereldoorlog vermoord. Wij hadden discussies of een burgemeester met de benoeming door de kroon, daarmee ook een uitvoerder van de landelijke overheid was geworden, top-down, of dat de burgemeester de belangen van de gemeente diende richting de landelijke overheid toe, bottom-up. Wij waren natuurlijk voor de bottom-up benadering. Ik heb altijd sterk de humor er ingehouden. Er zijn genoeg burgemeesters die zeggen dat ze boven de partijen staan, maar ondernemers het belangrijkste vinden. Ik had als visie dat ik ook boven de partijen stond maar de kant van de werkers het belangrijkste vond. Daarom deed ik mee aan de demonstraties voor betaalbare zorg, tegen de gasprijzen, voor betaalbare huisvesting e.a. Daarnaast ben ik ook nooit lid geweest van allerlei besturen buiten de gemeente. Die functies werden zonder mij verdeeld. Je kunt je afvragen of het belangrijk was om die functies wel gehad te hebben, maar dan denk ik als het personeel het anders wil, dan gaat het anders, dus het is ook wel weer betrekkelijk allemaal.
Uiteindelijk bent u gestopt als burgemeester, hoe is dat zo gekomen?
Ik ben in 1982 benoemd en toen begon in die periode ook binnen de CPN de discussie met ‘ vernieuwers’. Vrij snel daarna kwam het horizontaal overleg en vond er een scheuring plaats in de partij. Ik kon natuurlijk alleen functioneren bij de gratie van de partij. Als de partij er niet was geweest en breder bekeken de vrouwenbeweging, de anti kernbom beweging dan had ik ook niet kunnen zijn wie ik was als burgemeester.
Hoe is het uiteindelijk dan toch gebeurt dat u bent gestopt?
In 1990 werd de gemeente Beerta heringedeeld samen met Finsterwolde en Nieuweschans. Ik heb toen nog wel gesolliciteerd maar toen bestond de CPN al zo goed als niet meer en toen hield het op. Na 1990 is ook de gemeentelijke organisatie veranderd. Het dualistische stelsel deed haar intrede, waarbij nogal wat verschillende overheidsbevoegdheden veranderden. Hiermee werd de gemeente meer een bedrijf dat gemanaged moest worden om de een na de andere bezuiniging door te voeren op nieuwe beleidsterreinen zoals de WMO en jeugdzorg te besturen.
Wat zijn uw mooiste CPN-herinneringen?
Voor ik burgemeester werd werkte ik als projectleidster ‘Gecoördineerd Bejaardenwerk’ in Beerta, Finsterwolde en Nieuweschans. Daar zijn Hendrik Schwertmann en Trijntje Ahlers erg belangrijk voor mij geweest. De CPN is voor mij erg belangrijk geweest omdat ik met de partij in contact kwam met dingen waarmee ik niet opgegroeid ben. Ik denk dan aan de internationale solidariteit en de kennismaking met mensen van het ANC, de Palestijnse beweging. Ik denk aan de kennismaking met cultuur als zang, toneel en kunst. Achter mij zie je een zeefdruk van de bekende Groninger J.O. van Dijk. Die heb ik gewonnen bij een verloting in de pauze van een actiecomité bijeenkomst.
De scholingen zijn belangrijk geweest waardoor ik in heb gezien dat alle mensen op de hele wereld gelijk zijn maar dat een mens voor een groot gedeelte door de omstandigheden bepaald wordt. Ook de onderbouw en bovenbouw theorie heb ik niet overboord gegooid. Ik ben als kind opgevoed met een religie, en ben na de CPN meer de humanistische kant opgegaan. Maar alle drie hebben ze mij tot een gelukkig mens gemaakt.
En qua acties?
Dan wil ik de volkscongresacties noemen, waar je een gezamenlijk doel had, tegen de achterstelling van het Noorden, maar dat benaderde ieder vanuit de achtergrond. Die strijd tegen de achterstelling mondde dan uit in grote bijeenkomsten met sprekers uit het onderwijs, de vrouwenstrijd, karton- en andere arbeiders, de vissers, de boeren, kunstenaars enz. Dit inspireerde dan weer tot mensen die liederen maakten of studenten die onderzoek deden naar misstanden of leugens ontmaskerden zoals die rondom de bodemschatten.
Als u iets mee zou kunnen geven aan jonge communisten van nu, wat zou dat zijn?
Ik vind het belangrijk om alert te blijven op al het geld wat naar de bewapening gaat en de rol van het wapenkapitaal daarbij.
Scholing is belangrijk. Hiernaast zou ik best weleens discussie binnen de CJB/NCPN willen zien waarbij bestudeerd wordt waarom het niet gelukt is in Oost-Europa een duurzame maatschappij op te zetten op basis van het marxisme-leninisme. Wat kun je daarvan leren?
Het samenwerken met anderen, organisaties, is belangrijk, je hoeft niet alles zelf te doen of voorop te lopen. Je kunt je ook aansluiten bij de mensen die al actievoeren en hun ondersteunen.
Je aansluiten bij de massabeweging in plaats van zelf de massabeweging te zijn?
Precies. Jij hoeft de massabeweging niet te zijn maar je bent hem wel als je solidair bent met de massabeweging. Neem hun strijd mee naar je eigen organisatie en roep daarin op om bijvoorbeeld naar demonstraties te gaan. Dus sluit je aan bij de vrouwenbeweging, bij de klimaatbeweging enzovoort en vertolk dan als partij.
Hanneke ontzettend bedankt. Dit lijkt mij een mooi einde.
Ja, geen probleem en (lacht) succes met het uitwerken.
Naschrift redactie Manifest.
In de praktijk wordt steeds aangetoond dat bongenootschappen alleen zin hebben als de partij die ze aangaat sterk genoeg is om de dialectische relatie tussen praktijk en theorie op de juiste wijze vorm te geven. De CPN ging mede ten onder omdat de partij achter de beweging is gaan aanlopen. Er werd geen politieke leiding meer gegeven aan de talrijke bewegingen. Bewegingen moeten worden geleid. Dat ontbrak toenmaals. Heden ten dage lopen we aan tegen de opvatting van veel mensen, vooral nu de SP tegen soortgelijke vraagstukken aanloopt, dat de CPN indertijd is opgegaan in GroenLinks. Dat is maar ten dele waar. Uit de CPN kwamen ook het HOC, het VCN en later de NCPN en CJB voort. Het is daarom absoluut noodzakelijk dat NCPN en CJB oproepen tot versterking van hun partij en hun beweging. Zonder aansluiting bij de arbeidersklasse kan een communistische partij niet groeien. Zonder revolutionaire leidende klassentheorie kan zo’n partij evenmin een (juiste) rol spelen in de klassenstrijd. Dat zijn zeker ook de lessen van toen. Maar zonder kameraadschappelijke eenheid is de slag ook verloren.
Dus wordt lid van NCPN en CJB. Het is hard nodig om een breed gedragencommunistisch antwoord te geven op het toenemende (ideologische) geweld van rechts en pseudolinks. De tijd is er rijp voor. De arbeidersklasse wil de juiste, realistische antwoorden.