Afdeling UvA van de CJB

De CJB maakt al een tijdje een significante groei en ontwikkeling door, zowel in de kwaliteit van ons politieke werk als in onze aantallen. Echter was een belangrijke tekortkoming dat tot nu toe alle CJB-afdelingen regionaal, provinciaal of stadsbreed georiënteerd waren en dat er nog geen afdelingen waren gebaseerd op een werkplek of leerinstelling. Gelukkig begint dit te veranderen. We bevinden ons nu in een fase waarin we onze strategieën en activiteiten richten op de basis; we richten ons op de specifieke problemen die werkende mensen, studenten en scholieren ervaren op de plek waar ze aanwezig zijn. Met andere woorden: specifieke onderwijsinstellingen, werkplekken en buurten.

De versterkte positie van de CJB en de mogelijkheid om onze strijd naar een hoger niveau te tillen kwamen tot uiting in het Politiek Besluit van het 10e Congres van de CJB, waarin de sterkere oriëntatie op politiek werk aan de basis een van de belangrijkste speerpunten van onze koers voor de komende jaren is geworden. In Amsterdam zal een stap in deze richting de activering van de CJB-afdeling aan de Universiteit van Amsterdam (UvA) zijn. Deze bestaat uit zowel studenten als jonge arbeiders die bij de UvA werken en richt zich op het verder ontwikkelen van hun strijd tegen de tegenstellingen die het kapitalisme voortbrengt en de uiting daarvan binnen de UvA. Maar wat houdt dat in? Waarom is dit belangrijk? En wat zijn de omstandigheden aan de UvA waardoor een CJB-afdeling haalbaar, maar ook uitdagend lijkt?

Wat is een afdeling dichter aan de basis?

Een afdeling dichter aan de basis is een afdeling in een onderwijsinstelling, werkplaats of buurt. Als communistische organisatie willen we de klassenstrijd bevorderen. Dit betekent dat we ons inzetten voor de belangen van de arbeidersklasse en onze strijd daarop baseren. Het organiseren van deze klasse, en het formuleren van eisen die onafhankelijk zijn van de belangen van de burgerij, is essentieel in het bevorderen van de klassenstrijd. Alleen op deze manier kan de arbeidersklasse haar eigen belangen inzien en het besef ontwikkelen dat deze belangen lijnrecht staan tegenover die van de grote monopolies, de overheid en de EU. De stap naar afdelingen die dichter aan de basis liggen is hierin van groot belang.

Het politiek werk aan de basis betekent niet dat we ons alleen bezighouden met louter ‘economische’ strijd – bijvoorbeeld de eis voor goede en betaalbare huisvesting – maar dat we aan deze economische eisen ook een bredere politieke inhoud geven. Dat voor iedereen duidelijk wordt dat de eisen en belangen van de studenten en arbeiders op de UvA niet verenigbaar zijn met de plannen van de regering en de EU die trouw en enthousiast worden uitgevoerd door het College van Bestuur. Maar ook dat het duidelijk wordt dat deze belangen alleen kunnen worden behartigd wanneer studenten en arbeiders hun lot in eigen handen nemen en niet door middel van de logica van het polderen. In andere woorden: door de strijd voor economische belangen niet alleen zo breed mogelijk te verspreiden maar deze te verbinden aan een andere maatschappij, het socialisme-communisme. Uiteraard zijn de strijd voor de emancipatie van vrouwen, tegen racisme, homofobie, transfobie of andere vormen van discriminatie essentieel onderdeel hiervan. Hierdoor kunnen in elke situatie de geformuleerde eisen op veel meer vlakken de belangen van studenten vertegenwoordigen, en kunnen de georganiseerde studenten en arbeiders een schild vormen tegen alle vormen van discriminatie of chauvinisme.

Altijd met de revolutionaire strategie in ons achterhoofd komen we vanuit de basis in actie voor verbeteringen zoals vrij toegankelijk onderwijs van hoge kwaliteit, afschaffing van het jeugdloon, studeren zonder schulden, afschaffing van het BSA, gratis menstruatieproducten, en nog veel meer. Deze strijd is zeer belangrijk, maar net zo belangrijk is dat het besef ontstaat dat elke overwinning, of zelfs verlies, slechts tijdelijke concessies zijn in de constante krachtmeting tussen de arbeidersklasse en de burgerij. Hierdoor kunnen deze concessies als instrument voor de ontwikkeling van het klassenbewustzijn dienen. Als de revolutionaire communistische jeugd begrijpen we dat we niet al onze hoop moeten vestigen op het verkrijgen van magere concessies van de bourgeoisie, omdat we begrijpen dat om blijvende verandering te bewerkstelligen juist de burgerlijke heerschappij omver geworpen moet worden.

De functie van de CJB als ‘leerschool voor communisten’ is niet alleen het lezen van theorie, net zoals het niet alleen gaat om het publiek uiten van ons ongenoegen door bijvoorbeeld te protesteren of flyers uit te delen. Het gaat niet alleen om het samenkomen en praten over onze problemen of in discussie gaan met onze medestudenten of collega’s. Niettemin begrijpen we dat al deze aspecten cruciaal zijn voor onze strijd en voor de vorming van effectieve communisten. Van nature kan een afdeling die dichter aan de basis haar inspanningen effectiever richten op alle uitingen van de klassenstrijd in de specifieke context waarin zij opereert, in dit geval de UvA. Haar leden zijn beter in staat om de specifieke omstandigheden te begrijpen, relevante theorie te bestuderen, geschikte tactieken voor acties te formuleren, en hebben beter contact met de studenten en arbeiders aan de UvA om goed te begrijpen wat er precies speelt.

Met afdelingen aan specifieke werkplekken, leerinstellingen of buurten vergroten we als communisten de kracht van onze band met de (toekomstige) arbeidersklasse. Op deze manier zijn we beter in staat om zij aan zij te staan, tussenbeide te komen en uiteindelijk zelfs het voortouw te nemen in het bevorderen van de strijd tegen de problemen die ze ondervinden. De opbouw van afdelingen die steeds nauwer aan de basis verbonden zijn is een essentieel onderdeel van de opbouw van de communistische beweging in Nederland. We willen een wereld opbouwen waarin de macht vanuit de basis komt, vanuit het volk. Door de jeugd te organiseren waar ze woont, werkt en studeert, vormen we een embryonale vorm van arbeidersmacht. Dat moet het doel zijn van elke communistische organisatie.

Specifieke omstandigheden aan de UvA

De problemen van studenten worden op vele fronten groter en de toegang tot het onderwijs wordt met de dag ongelijker. Zo’n 70 procent van de studenten werkt gemiddeld 17 uur per week om de kosten te kunnen betalen. De huisvestingscrisis neemt toe met couchsurfing, kamperen, kazerneachtige huisvesting in hostels, en onveilige containerwoningen als gevolg van decennialang burgerlijk huisvestingsbeleid. Stages met een vergoeding onder het minimumloon en onbetaalde stages zijn voor een grote meerderheid van de studenten ‘normaal’. Daarbovenop komen bureaucratische kostenbesparende mechanismes zoals het Bindend Studieadvies, die extra druk leggen op studenten in het eerste jaar. Burgerlijke studentenverenigingen zoals het corps blijven hotspots voor de verspreiding en ontwikkeling van verderfelijke ideeën omdat ze veel rijkdom en invloed behouden. Academische discriminatie op basis van geslacht viert hoogtij met vrouwen die beduidend minder vaak cum laude worden onderscheiden, in het bijzonder wanneer ze worden beoordeeld door volledig mannelijke commissies. Ook is het leenstelsel voor studenten nog lang niet afgeschaft met de ontoereikende teruggave van de basisbeurs en bijna geen compensatie voor bestaande studenten. De lijst van problemen gaat maar door…

Ondertussen worstelen veel docenten met een immense overbelasting, tijdelijke contracten en lage lonen die allemaal een bedreiging vormen voor hun vermogen om les te geven en duurzame banden aan te gaan met anderen aan de universiteit. Het is belangrijk om op te merken dat de belangen van studenten en docenten op één lijn liggen – het vermogen en de kansen die docenten krijgen om goed onderwijs te geven is direct gerelateerd aan de vervulling van het recht op goed onderwijs. Met enorme aantallen studenten in een klas wordt de tijd voor individuele begeleiding van studenten door docenten tot bijna niets gereduceerd. Individueel uitgewerkte en kritische feedback is zeldzaam door de tijdsdruk om feedback te geven aan zoveel studenten. Het resultaat is dat actieve leermodellen worden ondermijnd. Tegelijkertijd zijn de slechte werkomstandigheden en relatief lage lonen van docenten in veel gevallen een afschrikmiddel voor studenten die geïnteresseerd zouden kunnen zijn in lesgeven aan de universiteit of elders. Op deze manier vormen de voortdurende bezuinigingen op het onderwijsbudget van de overheid een directe aanval op de omstandigheden voor zowel studenten als docenten, die beiden worden gedupeerd.

Het is geen verrassing dat de politieke activiteit op onderwijsinstellingen in het hele land is toegenomen, maar de intensivering van politieke onderdrukking gaat hand in hand met deze ontwikkeling. Er zijn meer uitdagingen waarmee de CJB aan de UvA te maken krijgt, zoals de aanwezigheid van veel opportunistische elementen binnen de politieke sfeer op de campus; radicalistische groepen die veel mensen vervreemden van de strijd voor hun eigen belangen, hervormingsgezinde groepen zoals lobby-organisaties, evenals ‘apolitiek’-georiënteerde studentengroepen die zich richten op specifieke demografische groepen en daarmee de arbeidersklasse verdeelt en het klassenbewustzijn van studenten aantast. Veel van deze groepen dragen door hun tactiek en effectiviteit bij aan een ‘activistische’ burn-out. Aan de andere kant is er, ondanks de recente toename van activiteiten, nog steeds een grote groep studenten en arbeiders die zich ongeïnteresseerd of apathisch opstelt ten opzichte van politieke ontwikkelingen, terwijl velen van hen juist te maken hebben met de problemen die eerder zijn benoemd. In veel gevallen worden ze overrompeld door defaitisme of moedeloosheid en soms zoeken ze een uitweg in diverse vormen van escapisme, zoals drugs.

Er zullen ook ideologische uitdagingen zijn die te maken hebben met het feit dat veel universiteiten institutioneel burgerlijk van karakter zijn. De UvA is hier geen uitzondering op. De universiteit verspreidt actief anticommunistische verdraaiingen en burgerlijke ideeën in elk vakgebied, en heeft een sterke financiële prikkel om grote particuliere bedrijven aan te spreken aangezien zij een aanzienlijk deel van de financiering leveren. Dit feit is zeker niet alleen belangrijk bij het vormen van onze verwachtingen van het universiteitsbestuur, maar ook omdat het een zeer grote invloed heeft op zowel studenten als docenten. Deze verraderlijke ideeën zorgen op verschillende manieren ervoor dat uiteindelijk veel studenten en arbeiders vervreemd raken van de georganiseerde klassenstrijd. Het bestrijden van anticommunisme is een kerntaak van elke afdeling van de CJB, zo ook die op de UvA.

Conclusie

De uitdagingen zijn groot, maar het potentieel ook. De UvA heeft meer dan 40.000 studenten, 9000 arbeiders, waaronder meer dan 3000 docenten, met 7 faculteiten verspreid over 64 locaties. Als eerste CJB-afdeling aan een specifieke leerinstelling hebben we het voorrecht dat we een groot deel van onze inspanningen kunnen richten op een specifieke context – dit alleen al is een zeer positieve ontwikkeling. Niettemin is het van het grootste belang dat we kritisch nadenken en onvermoeibaar werken aan een duurzaam succes.

De aanwezigheid van de communistische jongeren op de universiteit is essentieel om de jongeren aan de UvA een alternatief te laten zien voor de vele problemen waar zij mee te maken hebben. Alleen zo kan de georganiseerde arbeidersklasse de strijd aangaan voor een universiteit die niet verbonden is aan commerciële belangen, maar streeft naar de positieve ontwikkeling van haar studenten en docenten op alle fronten. Een universiteit waar onderdrukking, bestaansonzekerheid, gebrek aan kwaliteit en economische problemen plaats maken voor vrijheid, ontwikkeling en de garantie op werk en bijdrage aan de maatschappij. Met andere woorden, we willen de jeugd de universiteit onder het socialisme laten zien.

We moeten niet bang zijn om fouten te maken, deze zijn immer onvermijdelijk. Maar we moeten er zeker van zijn dat we kritisch nadenken en onze ervaringen collectief maken. De lessen die we de komende tijd leren van onze activiteiten zullen van cruciaal belang zijn voor veel andere kameraden wanneer zij ook stappen zetten in de richting van het organiseren van hun werkplekken, onderwijsinstellingen en buurten. We nodigen alle geïnteresseerden die aan de UvA studeren of werken uit om contact op te nemen, want er is veel werk aan de winkel!

De jeugd is de toekomst en de toekomst is het socialisme!