Redactie

Sinds de herverkiezing van de Wit-Russische president Aleksandr Loekasjenko op 9 augustus heerst er onrust. Inwoners protesteren, EU-leiders erkennen de verkiezingsresultaten niet en het Rusland van Vladimir Poetin zegt Loekasjenko zo nodig te ‘helpen’. Waar komen deze spanningen vandaan, wie heeft er belang bij het vertrek of het aanblijven van Loekasjenko en hoe moeten wij deze situatie als communisten analyseren?

 

Een beknopte geschiedenis

We beginnen bij het begin. Wit-Rusland, of Belarus, is door de jaren heen vaak van handen gewisseld zoals menig land in Oost-Europa. Het grondgebied werd beheerst door het Groothertogdom Litouwen en later door de Pools-Litouwse Gemenebest. Door de Poolse delingen kwam het gebied in het Russische Keizerrijk te liggen. Na de Grote Oktoberrevolutie van 1917 werd op toenmalig Duits grondgebied de Wit-Roetheense Democratische Republiek opgericht. Toen het Duitse leger zich terugtrok na de Bolsjewistische overwinning werd de Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek gesticht. Wit-Rusland zou tot 1991 deel uit blijven maken van de vijftien republieken tellende Unie van Socialistische Sovjetrepublieken (USSR of Sovjet-Unie).

Na de contrarevolutie in de voormalige Sovjet-Unie volgde in alle voormalige Sovjetrepublieken een periode van stagnatie, armoede en vernedering. Staatsbedrijven werden voor een prikkie verkocht aan de hoogste bieder waardoor feitelijk een oligarchie ontstond die vanaf toen de dienst uit zouden maken in deze landen. De sociale zekerheid in de voormalige republieken van de USSR werd uitgekleed waardoor de gemiddelde levensverwachting met bijna tien jaar daalde. Massaprotesten werden met harde hand neergeslagen en de onvrede rees naar een historisch hoogtepunt.

 

Stabiliteit in het kapitalistische Wit-Rusland

Met al deze chaos en ellende aan de orde van de dag werd op 20 juli 1994 Alexandr Loekasjenko verkozen als president van de Republiek Wit-Rusland. Loekasjenko, die partijloos aan de verkiezingen meedeed, wist de situatie in Wit-Rusland te stabiliseren. Anders dan in sommige andere voormalige socialistische landen in Oost-Europa, koos het Wit-Russische kapitaal voor een aanpak met relatief veel staatsinterventie en -regulatie in de economie. Onder Loekasjenko ging Wit-Rusland daarom aanvankelijk nauwelijks mee in de beleidsvoorstellen van het IMF en Wit-Rusland oriënteerde zich ook niet op lidmaatschap van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO) en Europese Unie  (EU). Dit beleid werd ideologisch aangekleed met besluiten die inspeelden op nostalgie naar het socialisme. Zo is de onafhankelijkheidsdag na een referendum verplaatst van 27 juli (de dag dat Wit-Rusland uit de USSR trad) naar 3 juli, de dag dat het Rode Leger van de Sovjet-Unie Minsk bevrijdde van de fascistische bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog.

Desalniettemin betekende de verkiezing van Loekasjenko zeker geen terugkeer van het socialisme, zoals het soms geheel onterecht wordt voorgesteld. Ook in Wit-Rusland worden de sociale verworvenheden afgebroken, al is het misschien wat trager gegaan dan in andere voormalige socialistische landen. Zo is de pensioenleeftijd verhoogd, wordt gezondheidszorg en onderwijs steeds meer aan de markt overgeleverd en worden sociale voorzieningen steeds verder beperkt. Tientallen bedrijven staan op de lijst om geprivatiseerd te worden. Dat zijn maatregelen die ook de onvrede en onrust onder de bevolking voeden.

 

De oppositie

Loekasjenko is voor de zesde keer verkozen als president van Wit-Rusland. Hij behaalde volgens de officiële cijfers 80% van de stemmen, maar de oppositie betwijfelt de uitslag en spreekt van verkiezingsfraude. Mede door tegenvallende economische cijfers en de omgang met de corona-uitbraak door de regering ontstond er een voedingsbodem van onvrede over het presidentschap van Loekasjenko. Die onvrede is met de verkiezingen verder aangewakkerd door de mogelijkheid van verkiezingsfraude en de repressie tegen de oppositie. De protesten zijn echter geen spontane woede-uitbarstingen. De oppositie had van tevoren al aangegeven de uitslag niet te erkennen. De tegenstellingen zijn groot. Waar Loekasjenko zich meer oriënteert op samenwerking met Rusland, oriënteert de oppositie die nu geleid wordt door Svetlana Tichanovskaja zich meer op EU, evenals het sneller doorvoeren van privatiseringen en het verder uithollen van de sociale zekerheid om Wit-Rusland aantrekkelijk te maken voor buitenlands kapitaal, wat de levensstandaard van de Wit-Russische werkende klasse zal doen afnemen.

Momenteel lijkt het dat Wit-Rusland dus gesplitst is in twee kampen. Er lijkt een ‘pro-Russisch’ en een ‘pro-Europees’ kamp te zijn. Beide kampen vinden aanhang bij de bevolking. Maar waar komen deze verschillende richtingen vandaag en wat is de rol van de nationale burgerij in deze tegenstelling?

 

De economie van Wit-Rusland en relaties met de kapitalistische grootmachten

Wit-Rusland heeft een ontwikkelde agrarische sector en een sterke industrie (o.a. machinebouw, staalindustrie en olie- en gasraffinaderijen) overgehouden uit de tijd van het socialisme. Rusland is de grootste import- en exportpartner van Wit-Rusland. Het land is afhankelijk van geïmporteerd Russisch olie en gas, dat vervolgens in Wit-Rusland wordt verwerkt voor de eigen industrie, maar vooral ook om te exporteren naar Europa. Ongeveer de helft van het Russische olie en een derde van het Russische gas dat naar Europa wordt geëxporteerd verloopt via Wit-Rusland. Belangrijke delen van de Wit-Russische kapitaal hebben dus belang bij nauwe banden met Rusland.

Tegelijkertijd zijn er echter ook diepe tegenstellingen tussen de belangen van de Wit-Russische en Russische bourgeoisie, wat zich onder andere uitdrukt in conflicten over de prijs die Wit-Rusland betaalt voor Russisch olie en gas. Die prijs is relatief laag omdat Rusland het subsidieert. Deze subsidie is de afgelopen jaren echter afgebouwd waardoor Wit-Rusland nu de volle mep moet betalen. Dit gaat tegen de belangen in van de Wit-Russische raffinaderijen en andere bedrijven in de zware industrie. Het belang van deze sector is immers dat er goedkope Russische olie en gas komt. En laat dat nou precies hetgeen zijn dat Poetin Loekasjenko in februari dit jaar aangeboden heeft, na een hevig conflict in januari. Rusland toonde bereidheid om weer goedkope olie te leveren aan Wit-Rusland, nadat de Verenigde Staten (VS) eerder had aangegeven Wit-Rusland in haar olievoorziening te kunnen steunen. De Russische burgerij dreigde dus een afzetmarkt en vooral een belangrijke doorgang naar de Europese afzetmarkt kwijt te raken.

De zware industrie en de rol van Wit-Rusland in de gas- en olievoorziening maken het land natuurlijk ook voor de EU interessant, evenals de VS. Bovendien zijn er ook andere delen van het Wit-Russische kapitaal die belang hebben bij nauwe banden met de EU. Zo heeft Wit-Rusland een sterke IT-sector die in belangrijke mate afhankelijk is van Europees en Amerikaans kapitaal. Om deze sector tegemoet te komen heeft Loekasjenko het visa regime versoepeld waardoor mensen uit West-Europa en de VS voor dertig dagen vrij in Wit-Rusland kunnen blijven. De afgelopen jaren zijn er ook steeds meer investeringen uit China, die Wit-Rusland ziet als een onderdeel van de ‘nieuwe zijderoute’. Zo is er zelfs een grote speciale economische zone ingericht, waar Chinese bedrijven geen of nauwelijks invoerheffingen hoeven te betalen.

Vooralsnog trekken de EU en de VS aan het kortste eind. Ondanks de druk vanuit de EU en de VS om Wit-Rusland meer open te stellen voor Europees en Amerikaans kapitaal, krijgt het Russische kapitaal nog altijd veel makkelijker toegang tot de Wit-Russische markt.

Deze inter-imperialistische tegenstellingen in de regio uiten zich ook op geopolitiek vlak. Tot nu toe is Wit-Rusland altijd een – al dan niet moeizame – bondgenoot geweest van Rusland. Dit betekent voor Poetin een stabiel land tussen Rusland en de EU en de NAVO. Aan de westelijke kant van de Wit-Russische grens wordt precies het omgekeerde gedacht. Wit-Rusland wordt gezien als een potentiële bondgenoot van de EU en de NAVO om Rusland in het nauw te drukken. Dit alles is verbonden met de economische belangen die beide kampen hebben in de regio.

 

Oekraïne 2.0?

De ontwikkelingen in Wit-Rusland doen een beetje denken aan de Euromaidan in 2013-2014, toen de pro-Russische Oekraïense president Viktor Janoekovitsj van de troon gestoten werd. Onder de Oekraïense werkende klasse heerste woede door corruptie, armoede, werkloosheid, bezuinigingen en andere problemen die het kapitalisme met zich meebrengt. Door de oppositie werd de illusie gekweekt dat deze problemen opgelost zouden worden als Oekraïne integreerde in de EU, waarbij ze de belangen van delen van kapitaal uitdrukten die belang hadden bij nauwere banden met de EU. In november 2013 begonnen protesten tegen de regering, die al snel onder grote invloed kwamen te staan van reactionaire krachten binnen en buiten het land. Onze eigen Hans van Baalen (VVD) stond namens de EU voor een vol plein in Kiev, op een podium naast o.a. Oekraïense fascisten en neonazi’s, om olie op het vuur te gooien. Ook Frans Timmermans (PvdA, indertijd minister van Buitenlandse Zaken) stond op het plein en legde contact met de oppositie.

Uiteindelijk werd er een nieuw, pro-Europees en reactionair regime in het zadel geholpen. Sindsdien zijn honderdduizenden Oekraïners in de EU gaan werken om hun familie in Oekraïne te onderhouden. Ook emigreren veel universiteitsstudenten uit Oekraïne wat zorgt voor een brain drain. Steeds minder universitair geschoolde mensen wonen daardoor in het land en veel kennis gaat verloren naar de EU. Ook de geschiedvervalsing en politieke onderdrukking is toegenomen. De Communistische Partij van Oekraïne is uitgesloten van verkiezingen, Sovjetmonumenten worden neergehaald en de beeltenissen van nazi collaborateurs zoals Stepan Bandera worden in ere hersteld. Om nog maar te zwijgen van het geweld van fascistische paramilitaire bendes, die vrij spel krijgen van de regering en Russische winkels vernielen, communisten aanvallen en vandalisme plegen op socialistische symbolen.

De situatie in Wit-Rusland is zeker niet hetzelfde. Er zijn grote verschillen. Maar er bestaat wel een verband. Zowel de ontwikkelingen in Oekraïne als de huidige spanningen rond Wit-Rusland vinden plaats in het kader van de toenemende tegenstellingen tussen de imperialistische machten die strijden om de controle van grondstoffen, industrieën, transportroutes en markten, meer specifiek tussen de EU en de VS enerzijds en Rusland anderzijds.

 

Wat nu?

Wit-Rusland is een soeverein land. De strijd voor democratie en verbetering van het levenspeil van de werkende klasse, waarvan het perspectief ligt in de strijd tegen het kapitalisme en voor het socialisme-communisme, is een aangelegenheid van uitsluitend het Wit-Russische volk zelf. Geen enkele buitenlandse inmenging in de interne aangelegenheden van Wit-Rusland mag worden getolereerd.

De sancties die de EU heeft opgelegd en de andere pogingen van de EU om zich in te mengen in de interne aangelegenheden van Wit-Rusland in een poging de belangen van het Europees kapitaal in het land te bevorderen, moeten worden veroordeeld. De EU heeft geen enkel recht heeft om anderen de les te lezen over democratie. Ze werken zelf immers mee aan het steeds verder indammen en verbieden van communistische partijen, met name in voormalige socialistische landen, en bovendien is er een lijst aan referendumuitslagen die de EU aan haar laars heeft gelapt.

Ook de houding van de Nederlandse regering moet worden veroordeeld, aangezien premier Rutte actief oproept voor “doortastend en eensgezind Europees optreden”, oftewel hij pleit openlijk voor Europese inmenging. Kenmerkend is ook de eenzijdige berichtgeving in de Nederlandse media over de situatie in Wit-Rusland. Het is bijvoorbeeld typerend dat de NOS de door de oppositie gebruikte wit-rood-witte vlag, die onder andere werd gebruikt door het fascistische collaboratieregime in Wit-Rusland tijdens de Tweede Wereldoorlog en dus ook die connotatie heeft, “de Wit-Russische vlag” noemt. De NOS stoort zich blijkbaar aan de officiële huidige vlag, die bij referendum is vastgesteld in 1995, omdat die te veel lijkt op de vlag van de Wit-Russische Socialistische Sovjetrepubliek – ook al ontbreekt de hamer en sikkel.

 

De wit-rood-witte vlag, hier in gebruik door het fascistische collaboratieregime

De Wit-Russische vlag ten tijde van de Sovjet Unie