In Tunis kwamen de zelfverklaarde ‘Vrienden van Syrië’ samen om de druk op de regering van Assad op te drijven. Aan Samir Amin, een marxistische econoom van Frans-Egyptische afkomst, vroegen we ons te helpen om dit brandende vraagstuk beter te begrijpen.

Bert De Belder

Samir Amin herinnert ons eraan dat het regime van Hafez el-Assad (vader van de huidige president, n.v.d.r.) in een ver verleden heel wat legitimiteit had. Het was een van de families van de grote nationale volksregimes in de regio, zoals de regeringen van het FLN in Algerije en van Gamal Abdel Nasser in Egypte. Het combineerde een anti-imperialistische houding met autonome ontwikkeling en sociale vooruitgang. Maar geleidelijk verloor het elke legitimiteit. Beetje bij beetje kwam er een repressieve politiestaat voor in de plaats. Van een beleid van sociale vooruitgang bleef niet veel over. Er kwamen steeds meer toegevingen aan het neoliberale kapitalisme, met toenemende sociale ongelijkheid.

Daarom zijn – volgens Samir Amin – de protesten tegen het regime van Bassar el-Assad vandaag legitiem. Maar in tegenstelling tot wat er gebeurt in Egypte en Tunesië, kunnen we hier niet spreken van een algemene volksopstand. Recent heeft de bevolking zich in een referendum uitgesproken voor een nieuwe, meer democratische grondwet. Dat was echter niet overal het geval in Homs gaat het geweld gewoon verder en het Rode Kruis krijgt slechts druppelsgewijs de kans om gewonden uit het gebied te evacueren. Een groot deel van de bevolking blijft Assad steunen, terwijl de oppositie verdeeld is. Er zitten islamistische groepen in het verzet en gewapende groepen, naast democratische krachten.

Het excuus van de mensenrechten
“Verschillende fracties uit die oppositie worden puur als instrument gebruikt door de westerse imperialistische landen”, bevestigt Amin. “Dat het Westen democratie wil brengen en de mensenrechten wil bevorderen in Syrië is prietpraat. Voor de drie bondgenoten, de VS, Israël en Saoedi-Arabië, is de vernietiging van Syrië het belangrijkste doel. Een groot en sterk Arabisch land kan immers niet anders dan anti-imperialistisch zijn, zoals het geval was met het Egypte van Nasser.”

Om deze tendens te counteren, mobiliseren die landen de Moslimbroeders en geven ze hen zelfs wapens. Volgens Samir Amin zou hun eventuele overwinning – met of zonder buitenlandse inmenging – het land doen uiteenspatten en leiden tot massale afslachting van de Alawieten, de Drusen en de Christenen (drie minderheden die de regering-Assad blijven steunen, n.v.d.r.). “Maar wat kan hun dat schelen” zegt Samir Amin. “Het doel van Washington en hun bondgenoten is niet Syrië te bevrijden van zijn dictator, maar het land te verzwakken. Net zoals het niet de bedoeling was om Irak te bevrijden van Saddam Hoessein, maar om dat land te vernietigen. Een buitenlandse militaire interventie zou een bijkomende ramp voor de bevolking zijn.”

De econoom ziet er trouwens een breder opzet van de Verenigde Staten in om de as Iran Syrië Hezbollah (Libanon) Hamas (Palestina) te breken. “Washington wil deze as simpelweg kapot en de leegte die er daarna overblijft, opvullen door zijn militaire controle.”

“Er kan alleen maar een democratische oplossing komen via wezenlijke hervormingen ten voordele van de democratische volkskrachten die er wel degelijk zijn en die zich verzetten tegen de almacht van de Moslimbroeders. Als het regime niet in staat is om dat te begrijpen, zal niets dit drama nog tegenhouden”, meent Samir Amin. “Dat het precies de koning van Saoedi-Arabië en de emir van Qatar zijn die nu de kampioenen van de verdediging van de democratie – bij de anderen – zijn, is wel bijzonder grappig. Een grotere klucht bestaat er niet.”

Overgenomen van: http://www.pvda.be/nieuws/artikel/samir-amin-washington-wil-syrie-helemaal-niet-bevrijden-maar-verzwakken.html