Jorge Alfonso: “Revolutie is niet alleen van Fidel Castro maar van de hele Cubaanse bevolking” Bijna veertig mensen bezochten zaterdag 22 september de informatieve avond over Cuba in wijkcentrum de Korenaere in Bergen op Zoom. Deze bijeenkomst, georganiseerd door de CJB-afdeling Bergen op Zoom, had als doel: “een genuanceerd beeld te geven van de ontwikkelingen en de huidige situatie in Cuba” zoals Niels Minnaard in zijn inleiding verwoordde.

Cor Minnaard

“Het is zeker niet de bedoeling om Cuba neer te zetten als een heilstaat, een land waar alles geweldig is, maar wel als een moedig land met een moedige bevolking. We spreken immers over een derdewereld-land dat zich tegen de agressieve politiek van de Verenigde Staten in toch heeft kunnen ontwikkelen. Vooral op het gebied van onderwijs en gezondheidszorg heeft het land bijzondere resultaten geboekt”. In zijn inleiding schetste Niels verder de ontwikkeling van het land, van de 400 jaar durende Spaanse overheersing, het verleden als kolonie van de Verenigde Staten tot uiteindelijk de bevrijding in 1959. Vanaf dat moment is het verbeteren van de levensstandaard van de Cubaanse bevolking de eerste prioriteit in het politieke programma voor het land. Omdat de Verenigde Staten daaraan niet wilden meewerken werd hulp gezocht bij de toenmalige Sovjet Unie. En ondanks de economische blokkade die de VS al die tijd in stand hebben gehouden scoort Cuba inmiddels op sociale indicatoren zoals onderwijs, gezondheids-zorg en andere sociale voorzieningen, heel hoog. Zeker ook in vergelijking met de rest van de Latijns-Amerikaanse landen maar vaak ook beter dan westerse landen. Daardoor is het land nu minder geïsoleerd dan 10 jaar geleden.

Vooral de ALBA-overeenkomst met Venezuela en Colombia is heel belangrijk. En daarbij gaat het niet alleen om een economische overeenkomst. Ook op cultureel gebied wordt samengewerkt. Als tegenwicht tegen de overheersende Noord-Amerikaanse cultuur voorziet de overeenkomst er bijvoorbeeld in dat de indiaanse cultuur een belangrijkere rol gaat vervullen. Bovendien wordt met deze overeenkomst de discussie over het socialisme nieuw leven ingeblazen. Het socialisme dat nog zo’n jong systeem is en zich nog verder moet ontwikkelen. Een maatschappijvorm waarin menselijke waarden centraal staan in plaats van materiele en waarin talenten van mensen het uitgangspunt zijn in plaats van de klasse waartoe iemand behoort. Een belangrijke uitdaging voor de Cubaanse samenleving is op dit moment de rol van de jeugd die is opgegroeid tijdens de crisis in de jaren 90. De invloed van het geld is voelbaar, mensen kijken nu eenmaal vaak naar wat ze niet hebben. Jongeren kijken niet naar de armere derde-wereld-landen maar naar het rijkere westen. Het is dus belangrijk met hen te praten over sociale waarden.

Een probleem waarvoor Cuba zich ook gesteld ziet is het verschil in beloning dat onstaat door buitenlands geld uit de toeristensector en geld van familie uit het buitenland. Uitgangspunt bij de bespreking van dit soort problemen is dat iemand zoveel geld zou moeten krijgen als de waarde van zijn bijdrage aan de samenleving”. Zelfs oud-president Jimmy Carter van de VS heeft zich lovend daarover uitgelaten: “Cuba heeft een uitmuntend systeem van gezondheidszorg en onderwijs. (…) Deze verwezenlijkingen zijn werkelijk ongelofelijk en formidabel. Jullie hebben normen die beter zijn dan veel andere landen in de wereld en dit hebben jullie bereikt onder zeer moeilijke omstandigheden.” En ook de vorige VN-baas Kofi Anan bevestigt dat: “Cuba toont dat het zelfs voor een arm land niet nodig is zijn bevolking bloot te stellen aan de ergste ontberingen. Cuba heeft een gezondheidsniveau dat onbekend is voor de meeste arme landen. Op dit vlak kunnen we daar allen van leren.”. Nadat in 1991 door het uiteenvallen van de Sovjet Unie ook de steun van die kant wegviel en de VS de blokkade nog eens aanscherpten, verslechterde de sociale situatie in Cuba. Het inkomen van de mensen daalde ca. 40%. Toch leidde dat niet tot een volksopstand omdat het nadrukkelijk tot een gezamenlijk probleem werd gemaakt en de lasten gelijk werden verdeeld. En ondanks de anti-Cuba-politiek van Bush lukt het de laatste jaren weer om verbeteringen door te voeren. Extra inkomsten uit de toeristische sector en hulp van China, Venezuela en Brazilië hebben daaraan bijgedragen. “VAMOS BIEN” (wij gaan goed) staat op grote billboards te lezen in Havanna.

Gevraagd wordt naar de mogelijkheden om als toerist het echte Cuba te zien en in contact te komen met de gewone bevolking. Jorge Alfonso geeft aan dat de ontwikkeling van het toerisme in gang is gezet naar aanleiding van de crisis in de jaren 90. Het is een goede manier om inkomsten te verwerven. Tot nu toe is dat toerisme op een traditionele manier opgezet zoals we dat kennen uit bijna alle tropische en subtropische landen, nl. hotelcomplexen aan mooie stranden. Als je daar verblijft krijg je dus een heel beperkt beeld van Cuba. Het toerisme wordt nu verder ontwikkeld en daarin past dat je meer te zien krijgt van de Cubaanse samenleving. Dat is ook belangrijk omdat er in de regio (Caribiën) veel concurrentie is van strand-toerisme. Het nieuwe toerisme onderscheidt zich juist doordat je in Cuba een andere samenleving kunt zien, culturele evenementen, enzovoort. Ook het toerisme in de vorm van kamerhuur bij particulieren neemt toe. Gevraagd naar de verhouding tussen Nederland en Cuba antwoordt de heer Alfonso dat er sprake is van reguliere commerciële handel en een ingang voor Cubaanse producten in Europa. Dat is gewoon pragmatisch geregeld, los van de politiek. Inmiddels heeft Cuba overigens met 175 landen in de wereld betrekkingen opgebouwd en in 130 daarvan is er een ambassade. “Ons doel daarmee is niet propaganda te maken voor ons maatschappelijk systeem maar enkel om op basis van wederzijds respect relaties te onderhouden”.

Na de inleiding van Niels volgt een boeiend vragen-uur waarin Jorge Alfonso van de Cubaanse ambassade in Nederland ingaat op vragen uit de zaal. Onvermijdelijke vraag: wat gaat er volgens u gebeuren in Cuba als Fidel Castro er niet meer is? En het antwoord is nuchter: zoals in vele andere landen zal er dan volgens de grondwet worden gehandeld en een nieuwe president worden gekozen, zoals ook vorig jaar is gebeurd bij de ziekte van Fidel en de tijdelijke waarneming door Raul Castro. Overigens is volgens hem inmiddels duidelijk geworden dat Cuba ook zonder Fidel in staat is om het hoofd te bieden aan de problemen die er zijn. “Ook voor de VS wordt steeds duidelijker dat de revolutie niet alleen van Fidel is maar van de hele Cubaanse bevolking. Er is in Cuba een sterk nationaal gevoel omdat de mensen voor de onafhankelijkheid ook allemaal samen hebben betaald. Verder vinden er dit jaar en begin 2008 verkiezingen plaats: gemeenteraadsverkiezingen, provinciale en nationale verkiezingen en via die laatste wordt dan een nieuwe regering gekozen. Bij die verkiezingen is sprake van een ruime directe betrokkenheid van de bevolking. Op wijkniveau en uit diverse maatschappelijke organisaties worden kandidaten voorgedragen. Het is dus een misverstand dat alleen de communistische partij kandidaten zou mogen leveren. Sterker nog, het is voor de communistische partij zelfs grondwettelijk verboden om kandidaten te stellen”

Belangrijke ontwikkeling in de laatste jaren is dat Cuba een voortrekkersrol vervult voor steeds meer Zuid-Amerikaanse landen. Hij sluit het vragen-uur af met de opmerking dat Cuba nog al eens last heeft van verkeerde informatie in de media en hij stelt het daarom bijzonder op prijs dat hij op deze avond in een gewoon open gesprek op allerlei zaken in kon gaan. Vervolgens gaat Tim verder in op deze media-manipulatie door een overzicht te geven van de vele negatieve berichten over Latijns-Amerika. Zo worden in de westerse pers de berichten uit Cuba vaak omschreven als: de Cubaanse propagandamachine. Beweerd wordt regelmatig dat er geen verkiezingen zouden zijn in Cuba, president Chavez van Venezuela wordt omschreven als een linkse populist, Castro als een dictator, enzovoort. Tim pleit er voor dat vaker de hele waarheid wordt verteld en geen halve en dat ook de goede dingen over Cuba worden verteld. De avond wordt afgesloten met een documentaire over “De vijf” die de ondermijnende rol van de VS in beeld brengt, ondersteund door verklaringen van Phiplip Agee, oud CIA-agent. De film gaat over vijf Cubanen die in Miami proberen informatie boven tafel te krijgen over terroristische aanslagen tegen Cuba en vervolgens zelf als terroristen worden opgepakt en tot lange gevangenisstraffen worden veroordeeld. De echte terroristen en mensen die openlijk toegeven dat ze geprobeerd hebben Fidel Castro te vermoorden, lopen vrij rond in Amerika. Met verontwoordigde reacties uit de zaal wordt deze avond vol informatie, uiteindelijk al voorbij de klok van 23.00 uur, door Niels afgesloten. Met dank uiteraard aan Jorge Alfonso maar ook aan alle aanwezigen en vooral de vragenstellers.