De Amerikaanse politieke wetenschapper en geschiedkundige Michael Parenti schreef eerder dit jaar een helder verhaal over de toestand in Afghanistan en de geschiedenis van dit land. Met het oog op de Nederlandse deelname aan de bezetting van Afghanistan is het ook voor ons de moeite waard om deze belangrijke feiten te kennen. Voorwaarts! heeft het artikel daarom vertaald en plaatst het in twee delen. Hieronder volgt het slot.

Michael Parenti

Tijdens het overnemen van Afghanistan begonnen de moedjahedien onder elkaar te vechten. Ze vernietigden steden, terroriseerden de bevolking, plunderden, voerden massa-executies uit, sloten scholen, verkrachtten duizenden vrouwen en meisjes en maakten half Kaboel tot puin. In 2001 berichtte Amnestie International dat de moedjahedien seksuele misdrijven gebruikten als “een methode om de overwonnen bevolking te intimideren en de soldaten te belonen.

”De stammen regeerden het land als gangsters, op zoek naar lucratieve manieren om geld te verdienen. Ze dwongen de boeren om opiumpapaver te verbouwen. De Pakistaanse veiligheidsdienst ISI, met nauwe banden met de CIA, opende honderden heroïnelaboratoria in Afghanistan. Het Pakistaans-Afghaanse grensgebied werd binnen twee jaar de grootste heroïneproducent van de wereld.

De moedjahedienhuurlingen, voornamelijk opgericht en financieel gesteund door de CIA, begon een eigen leven te leiden. Honderden van hen gingen terug naar huis in Algerije, Tsjetsjenië, Kosovo en Kasjmir. Zij gingen door met terroristische aanslagen in de naam van Allah, tegen de verspreiders van seculiere “corruptie”.

In Afghanistan zelf greep de Taliban in 1995 de macht. Deze extremistische Soennitische beweging kreeg financiële hulp en advies van de ISI en de CIA, en kon rekenen op de steun van de islamitische partijen in Pakistan. Dankzij dreigementen en steekpenningen sloten vele stamhoofden zich aan.De Taliban beloofde een einde te brengen aan de factiestrijd en de macht van de bandieten onder de moedjahedien. Vermeende moordenaars en spionnen werden elke maand in het stadion geëxecuteerd, terwijl verdachten van diefstal de handen afgehakt werden. De Taliban verwierp elke vorm van “immoraliteit”, waaronder seks voor het huwelijk, overspel en homoseksualiteit. Ze verboden daarnaast alle vormen van muziek, theater, bibliotheken, literatuur, seculier onderwijs en veel soorten wetenschappelijk onderzoek.

De Taliban stelde een schrikbewind in. Hun interpretatie van de islamitische wet was nog strenger dan die van de geestelijken in Kaboel. De mannen moesten onverzorgde baarden dragen, terwijl alle vrouwen gehuld moesten worden in een boerka, die hen van top tot teen bedekte, ook het gezicht. Mensen die niet snel genoeg gehoorzaamden werden hard gestraft door het Ministerie van Deugden. Een mishandelde vrouw die wegliep of haar man beschuldigde, kreeg zelf zweepslagen van de theocratische overheid. Vrouwen mochten niet aan het sociale leven meedoen, kregen nauwelijks gezondheidszorg, en mochten geen onderwijs volgen of buitenshuis werken. “Zondige” vrouwen werden gestenigd of levend begraven.

Dit maakte de leiders in Washington niets uit, zij konden uitstekend opschieten met de Taliban. In 1999 werd het loon van alle leden van de Taliban-regering nog door de Amerikaanse overheid betaald. President George W. Bush verwierp de mishandeling en onderdrukking van vrouwen door de Taliban pas in oktober 2001, toen hij het volk achter zijn bombardementen tegen Afghanistan probeerde te krijgen. Zijn vrouw Laura Bush ontpopte zich ineens tot een fanatieke feministe, die in het openbaar de mishandeling van Afghaanse vrouwen aanklaagde.

Als er iets positiefs over de Taliban te zeggen valt, dan is het dat ze wel degelijk het grootste deel van de plunderingen, verkrachtingen en willekeurige moorden verijdelden, die onder de moedjahedien regelmatig voorkwamen. In 2000 maakte de Taliban ook een einde aan de verbouwing van opiumpapaver in hun gebieden. Het International Drug Control Program van de Verenigde Naties oordeelde dat deze campagne bijna volledig geslaagd was. Na het omverwerpen van de Taliban hielp het westen in 2001 een nieuwe, zelf uitgekozen moedjahedienregering aan de macht. In december schoot de papaverproductie alweer omhoog.De daaropvolgende oorlogsjaren hebben al tienduizenden Afghanen het leven gekost. Er zijn al veel doden gevallen door kruisraketten, stealth bommenwerpers, Tomahawks, daisy cutters (zware bommen) en landmijnen. Daarnaast sterven er mensen door de hongersnood, de kou, omdat ze geen dak boven hun hoofd hebben en het gebrek aan water.

De heilige kruistocht voor olie en gas

De leiders van de VS beweren tegen het terrorisme te strijden, maar hun andere redenen om zich in Afghanistan te storten zijn minder bekend. De regio van Centraal-Azië is rijk aan olie- en gasreserves. Tien jaar voor 11 september berichtte het blad Time (18 maart 1991) dat de beleidsmakers in de Amerikaanse elite aan een militaire aanwezigheid in Centraal-Azië zaten te denken. De ontdekking van grootschalige olie- en gasreserves in Kazachstan en Turkmenistan lonkten, terwijl met de ontbinding van de USSR het enige obstakel voor een agressieve interventiepolitiek in dat deel van de wereld verdwenen was.

De Amerikaanse oliebedrijven eigenden zich het recht op 75 procent van deze nieuwe reserves toe. Het vervoeren van de olie en het gas uit deze geheel door land omgeven regio vormde een groot probleem. De Amerikaanse leiders wilden niet de Russische leiding of de directe route door Iran, naar de Perzische Golf, gebruiken. Ze sloegen de handen ineen met olieondernemers om een aantal alternatieve routes voor de leidingen te bedenken. Door Azerbeidzjan en Turkije naar de Middellandse Zee, of door China naar de Stille Oceaan.

Het Amerikaanse oliebedrijf Unocal was voor een route door Afghanistan en Pakistan naar de Indische Oceaan. Unocal kwam er in 1998, na intensieve onderhandelingen met het Talibanregime, nog niet uit omdat een Argentijnse concurrent ook een bod deed. De oorlog van Bush tegen de Taliban wakkerde de hoop van Unocal op een stuk van de taart opnieuw aan.

Saillant detail is dat de regeringen van zowel Clinton als Bush Afghanistan nooit op de lijst van landen die het terrorisme steunen hebben geplaatst, terwijl de aanwezigheid van Osama bin Laden als gast van de Taliban bekend was. Als het land bekendstond als “schurkenstaat”, dan kon een Amerikaans olie- of bouwbedrijf immers nooit een afspraak maken met Kaboel om een leiding naar de Centraal-Aziatische olie- en gasvelden te bouwen.

De regering van de VS was al lang voor de aanvallen van 11 september van plan om stappen tegen de Taliban te ondernemen. Daarmee zou een gehoorzaam regime in Kaboel ontstaan, en zou er een directe Amerikaanse militaire aanwezigheid in Centraal-Azië zijn. De aanslagen op 11 september zorgden voor een uitstekende impuls. De publieke opinie in de VS en de terughoudende bondgenoten stonden nu vierkant achter een militaire ingreep.Je zou het dan ook goed eens kunnen zijn met John Ryan, die aangaf wat er was gebeurd als Washington de marxistische regering destijds in 1979 gewoon met rust had gelaten. “Er zou geen moedjahedienleger zijn, geen Sovjetingreep, geen oorlog die Afghanistan verwoestte, geen Osama bin Laden en geen tragedie op 11 september.” Maar het is aan Washington teveel gevraagd om een progressieve linkse regering ongemoeid te laten, een regering die het sociale kapitaal rond de collectieve behoeften organiseerde in plaats van privéaccumulatie.

Er blijkt niet veel verschil te bestaan tussen de Amerikaanse ingreep in Afghanistan en die in Cambodja, Angola, Mozambique, Ethiopië, Nicaragua, Grenada, Panama en andere plekken. De bedoeling was steeds om egalitaire maatschappelijke veranderingen tegen te houden, en tegelijkertijd de overheid van economische hervorming omver te werpen. In al deze voorbeelden bracht de ingreep elementen aan de top die achteruitgang wilden, werd de economie verwoest achtergelaten en werden vele onschuldigen op genadeloze wijze omgebracht.

De oorlog tegen Afghanistan, een afgestopt en verarmd land, wordt in de officiële kringen van de VS nog steeds afgeschilderd als een dappere kruistocht tegen het terrorisme. Als dat überhaupt ooit zo was, dan was het slechts een middel voor hele andere dingen: de vernietiging van een links-revolutionaire maatschappelijke orde, de winstgevende toe-eigening van de laatste onaangeraakte reserves fossiele brandstoffen in deze wereld, en het planten van VS-bases en Amerikaanse legermacht in weer een nieuwe regio van de wereld.

Met dit alles in het achterhoofd klinkt de oproep van Obama tot “verandering” wel erg hol.

Bron van het artikel: The Marxist-Leninist

Vertaling: Matthijs Dröge

Lees ook deel 1