Afdeling Amsterdam van de CJB

Op woensdag 15 maart organiseerde de afdeling Amsterdam van de CJB een interview en lezing met de auteur en historicus Jacques Pauwels met het thema: ‘Big Business met Nazi-Duitsland’. Valerie, lid van de Commissie Antiracisme en Antifascisme van de NCPN en CJB gaf een inleiding. Zij sprak daarin over de historische context van het ontstaan van het fascisme. Jacques, auteur van onder andere: Big Business met Nazi-Duitsland, De Groote Klassenoorlog 1914-1918 en De grote mythen van de moderne geschiedenis, vertelde over het verband tussen het grootkapitaal en het fascisme in Nazi-Duitsland. Ook werd er verteld over de grote mythen van de verhouding tussen de Sovjet-Unie en de westerse geallieerden aan de ene kant en de fascistische mogendheden aan de andere.

In haar inleiding ging Valerie in op persoonlijke kennissen en familie die actief waren in het verzet. Haar boodschap was dat het verleden en het verzet tegen het fascisme in Nederland dichterbij is dan we denken. Vervolgens ging ze wat dieper in op de bredere historische context van het ontstaan van het fascisme. Haar bijdrage publiceren we hieronder.

Na deze inleiding volgde de lezing van Jacques Pauwels en was er ook een Q&A waar vragen gesteld werden voor meer diepgang in deze onderwerpen, zoals de relatie tussen het Amerikaans kapitaal en Nazi-Duitsland, de houding van de westerse bourgeoisie tegenover de oorlog tussen het fascisme en socialisme en de huidige verdraaiing van de recente geschiedenis.

Jacques Pauwels, een Belgische historicus die al sinds 1969 in Ontario (Canada) woont, ging dieper in op zijn wetenschappelijke houding ten opzichte van de geschiedenis. In zijn onderzoek wordt hij vaak geconfronteerd met verklaringen van de geschiedenis die een benadering hebben vanuit belangrijke individuen. Al vrij snel begreep hij dat geschiedenis juist veel beter te verklaren was door de klassenstrijd te analyseren. Het goed begrijpen van de verhouding tussen de basis en bovenbouw is juist cruciaal voor een verhelderende blik op de ontwikkelingen in de wereld.

Een voorbeeld van de onwetenschappelijke benadering is de ‘theorie van belangrijke mensen’, waarbij de Tweede Wereldoorlog volledig verklaard wordt door naar persoonlijke kenmerken van Hitler te kijken. De schuld leggen bij enkele individuen is bijzonder gunstig voor de kapitalisten, omdat ze dan het systeem zelf buiten schot houden. 

Jacques ging verder uitgebreid in op de drijfveren van het nazisme, de interventies tegen de Sovjet-Unie, de invloed van de overwinning van het Rode Leger tegenover het fascisme en de samenwerking tussen het fascisme en de westerse geallieerden. Ook het Molotov-Ribbentroppact werd behandeld. Hij maakte duidelijk dat dat de Sovjet-Unie eerst meerdere pogingen had gedaan om met Frankrijk en het VK een pact te sluiten. Dit werd echter afgewezen omdat die landen er juist op uit waren dat Duitsland zich ging richten op een aanval op de Sovjet-Unie en daarom probeerden zij de vrede met de Nazi’s te behouden, de zogenaamde ‘appeasementpolitiek’. Ze tekenden bijvoorbeeld het Verdrag van München, waarbij Tsjecho-Slowakije aan Duitsland overgeleverd werd, wat de nazi’s weer een stapje dichter bij de Sovjet-Unie bracht. De historicus wees er ook op dat het Rode Leger Polen alleen is ingetrokken nadat de Poolse regering zich had opgeheven en de verdediging van die gebieden tegen de nazi’s volledig opgaf. Er was dus geen sprake van een gezamenlijke aanval zoals de burgerlijke geschiedschrijving vaak beweert. Dan zou ook logisch geweest zijn dat de Engelse regering de oorlog zou verklaren aan de Sovjet-Unie, maar dit is niet gebeurd. Hij concludeert dus dat het tekenen van het Molotov-Ribbentroppact geen basis is voor de gelijkstelling van het fascisme en het communisme, een centraal aspect van de ideologie van de EU, maar juist een noodzakelijke zet in het schaakspel van de inter-imperialistische en klassentegenstellingen die zich in die tijd uitspeelden. Nota bene is de gewonnen 300 kilometer afstand tussen de frontlinie, Moskou en de olievelden in de Kaukasus cruciaal geweest voor de overwinning van het Rode Leger ten opzichte van de nazi’s.

De Q&A is ook verder ingegaan op de Frans-Duitse oorlog en de samenhang tussen het pond-sterling systeem en de overgang naar het Bretton-Woods systeem dat later ingevoerd werd, waarbij het Marshallplan van groot belang was. 

Tot slot werd Jacques hartelijk bedankt door de CJB en een cadeau overhandigd. Zijn inzichten zijn uiterst belangrijk onderdeel in het begrijpen van het fascisme toen en het voorkomen ervan in de toekomst.

 

“Het fascisme had gewonnen door de steun van het grootkapitaal”

Inleiding van Valerie van de Commissie Antiracisme en Antifascisme van de NCPN en CJB bij de lezing met historicus Jacques Pauwels over het thema ‘Big Business met Nazi-Duitsland’.

Valerie

De eerste paar decennia van de vorige eeuw werden gekarakteriseerd door een enorme angst, een angst voor het verlies van het in honderden jaren geroofde, geplunderde en met dwangarbeid en slavernij bewerkstelligde kapitalisme – voor het eerst in de geschiedenis was de kapitalistenklasse zich ineens bewust van de limieten van haar bestaan. De Oktoberrevolutie in Rusland, maar ook een reeks andere revolutiepogingen en koloniale bevrijdingsbewegingen bedreigden het kapitalisme wereldwijd. De socialistische revolutie onttrok enorme afzetmarkten van het kapitalistische deel van de wereld en versnelde hiermee de periodieke crisis van het kapitalisme, dat in zijn honger naar winst steeds minder mogelijkheden had. Voor de kapitalisten was er één heel duidelijk doel: het vernietigen van de door de Sovjet-Unie geïnspireerde arbeidersbeweging, bevrijdingsbewegingen en vakbonden. Daarnaast zorgde de Eerste Wereldoorlog voor een versnelling van de verarming van grote delen van de werkende klasse. Duitsland en andere landen hadden enorme nederlagen geleden. Het werd steeds duidelijker dat een uitweg moeilijker werd voor de kapitalist – de roep om hogere lonen, meer democratische rechten en verregaande revolutionaire eisen werden steeds sterker.

Het was in deze context dat het fascisme zoals we het inmiddels kennen werd geboren. In eerste instantie werden in Italië in de vroege jaren ’20, met de squadristi van Mussolini – crimineel tuig dat vakbondsmensen, communisten en iedereen kort en klein sloegen – degenen die het durfden om nog meer rechten voor werkende mensen te eisen, kapot geslagen. In de meeste geschiedenisboeken zul je teruglezen dat het fascisme voornamelijk aan de macht kwam door dit geweld, extreem discriminatoire opvattingen over minderheden, enzovoorts. Alsof het merendeel van de bevolking aan hun kant stond en zich moedwillig liet inlijven! Het laat de economische omstandigheden volledig buiten beschouwing.

Wat interessant is om te benoemen is dat Mussolini zelf voor de Eerste Wereldoorlog zichzelf niet alleen socialist noemde maar ook in zijn geschriften veel schreef over de economische situatie in Italië op dat moment. Hij deelde met Hitler daarin een felle kritiek op de ver achtergestelde mensen die door de diepe crises van het kapitalisme velen zonder werk lieten en tot wanhoop dreven. Wat Hitler en Mussolini ook gemeen hadden was de diepe haat voor het communisme en minderheden zoals joden, de LHBTI-personen en mensen van kleur. Voor hen was de economische situatie vooral een gevolg van complotten van Joodse bankiers en bolsjewistische inmenging in de gang van zaken. Ze staken vakbondshuizen in brand, sloegen mensen op straat in elkaar en vermoordden mensen op basis van hun vermeende ‘afwijkende ideeën’ die een ‘bedreiging waren voor de natie’. In 1922 besloten de industriëlen van Italië en bankconcerns dan ook om Mussolini een aanbod te doen voor de macht; binnen 2 jaar na de fascistische overname, betaald met enorme bedragen uit de kapitalistische klasse, was praktisch al het arbeidersverzet bruut uiteengeslagen, alle dissidente partijen en vakbonden verboden en werden de meeste rechten van arbeiders ingetrokken. Kinderarbeid werd weer ingevoerd, minimumlonen verdwenen, belastingen werden verhoogd voor de werkende mensen, maar verlaagd voor de kapitalisten en de burgerlijke democratie werd opgeheven. Alles om de winsten van het grootkapitaal in de lucht te houden. 

Het fascisme had gewonnen door de steun van het grootkapitaal, dat immers niet vreemd was van het geweld en de onderdrukking tegen iedereen die in hun weg stond. Het moderne kapitalisme dat is gebouwd op plundering en het tot slaaf maken van hele bevolkingsgroepen maakte nuttig gebruik van het superioriteitsdenken van het fascisme. Het fascisme is geboren in de traditie van het kapitalisme, en kreeg dan ook wanneer dat nodig was alle steun. 

Jullie zien dat fascisme niet alleen een beweging was die de macht kreeg toen het kapitalisme in het nauw werd gedreven maar vooral omdat de angst voor het socialisme en de revolutie een heel reëel gevaar waren geworden. Nadat in Italië en Duitsland het fascisme het staatsbestel overgenomen had en de oorlogsindustrie met geld uit de VS en Engeland weer opgebouwd was, werden deze wapens vooral gebruikt om het verzet tegen het fascisme in heel Europa de kop in te drukken. Duitse en Italiaanse vliegtuigen bombardeerden bijvoorbeeld in 1937 Baskische dorpen en steden die zich verzetten tegen de fascistische generaal Franco – vandaar de term ‘de oorlog begon in Spanje’. Maar ook na de Tweede Wereldoorlog werden de verbindingen tussen het fascisme en het kapitalisme steeds zichtbaarder. In Nederland konden direct na de overgave van Duitsland bekende collaborateurs en NSB’ers gewoon weer aan het werk! Sterker nog, de overtuigde Nederlandse Unie fascist Jan de Quay werd minister-president van Nederland en zijn compagnon Louis Einthoven mocht als directeur van de binnenlandse veiligheidsdienst aan de slag. In West-Duitsland werden notoire fascisten opgenomen in het Amerikaanse leger of mochten ze aan de slag in de nog steeds aanwezige NAVO. Of neem bijvoorbeeld Kurt Waldheim, voormalig president van Oostenrijk en tevens groot aanhanger van het nazisme. Het was Kurt Waldheim die later ook nog eens de secretaris-generaal van de Verenigde Naties is geworden. Het blijkt maar weer dat hun verdiensten tegen de communisten en het verzet van onschatbare waarde waren voor het grootkapitaal. 

Ik wil graag afsluiten met een citaat uit een verhaal van verzetsman Hugo van Langen, die schreef over hoe de situatie na de oorlog verliep:

“De oude conservatieve krachten hebben na de oorlog hun bevoorrechte posities door middel van de Putsch genaamd: ‘militair gezag’ onder generaal Kruls weer weten in te nemen. Zij wisten de wereld van de mensonwaardige kapitalistische tweedeling in onze samenleving weer te herstellen. Zij voerden een wrede koloniale oorlog tegen het Indonesische volk. Nederlandse jongeren bestreden die koloniale oorlog met een moed zoals die van Jan Bonenkamp. Het waren jongens zoals Piet van Staveren, Eric Mol en Ratio Koster die voor jaren in de gevangenis werden gesmeten omdat zij weigerden naar Indonesië te gaan of de bevelen tot misdaden tegen het Indonesische volk uit te voeren. 

De overwinning in de strijd voor een tijdperk zonder de kapitalistische tweedeling is het diepere verlangen waar de arbeiders (…) voor streden.”

* Valerie is lid van de Commissie Antiracisme en Antifascisme