In de kapitalistische economie zullen zaken zoals duurzaamheid en efficiëntie altijd ondergeschikt zijn aan de groei van winsten. Het kapitalisme vernietigt zo de natuur en daarmee ook de socialistische toekomst. Als we het hebben over het vernietigen van de natuur door het kapitalisme ligt de focus meestal op vervuiling door industrie en landbouw, maar er is nog een manier dat het kapitalisme, of beter gezegd het imperialisme, milieurampen en klimaatverandering veroorzaakt: constante oorlogen. Dit gebeurt op verschillende manieren.
Ten eerste is het geen verrassing dat legers gigantische vervuilers zijn. Het grootste industriële leger aller tijden, dat van de Verenigde Staten, stoot meer CO2 uit dan de meeste landen in hun geheel. Als we het Amerikaanse leger zouden zien als een land dan zou het in omvang de 55ste uitstoter zijn van CO2. Sinds het begin van de oorlog in Afghanistan in 2001 tot en met 2017 heeft het leger van de VS zo’n 1,2 miljard ton CO2 de lucht in gepompt. Ter vergelijking, de gehele Nederlandse economie veroorzaakt per jaar zo’n 200 miljoen ton aan CO2-emissies.
Naast deze passieve uitstoot van broeikasgassen is er de directe schade aan flora en fauna. Het bekendste voorbeeld hiervan is het gebruik van het chemische ontbossingsmiddel “Agent Orange” door het Amerikaanse leger tijdens de Vietnamoorlog. Tijdens de oorlog werd 100.000 ton van dit spul gebruikt op bijna de helft van het grondgebied in Zuid-Vietnam, op zowel agrarisch- als bosgebied. Dit, samen met de effecten van de ruim 10 miljoen ton conventionele en napalm explosieven zorgde voor de complete vernietiging of zware beschadiging van meer dan 40% van het bosgebied in Vietnam. Deze vernietiging van bossen had als gevolg dat complete ecosystemen instortten, met ontelbare dode dieren tot gevolg, en zonder bescherming van het bladerdak veroorzaakten het jaarlijkse regenseizoen modderstromen. Ondanks lopende herbebossingsprogramma’s blijven grote delen van de Vietnamese jungle beschadigd.
En dit is niet enkel iets uit een ver verleden. De NAVO-bombardementen op voormalig Joegoslavië vergiftigden grondwater dat gebruikt werd als drinkwater, en troffen zo’n 420 zeldzame diersoorten en 250 zeldzame plantensoorten. Deze oorlog zag ook het eerste gemilitariseerde gebruik van verarmd uranium. Deze radioactieve substantie kan leiden tot een verscheidenheid van gezondheidsklachten, met name longkanker, neurologische schade, en nierproblemen. Een groot probleem van het gebruik van verarmd uranium is dat het zeer lang in de atmosfeer blijft in de vorm van poeder en zo een gevaar blijft zelfs ver na het einde van de oorlog. Verarmd Uranium wordt nog altijd gebruikt door NAVO-leden, in de oorlogen in Irak en de oorlog in Afghanistan. Ook in deze landen zijn ecosystemen voor lange tijd, zo niet permanent, beschadigd.
Ten slotte is er nog de grote indirecte schade die imperialistische oorlogen veroorzaken. In oorlogen worden doelgericht veelal olievelden, raffinaderijen, pijpleidingen, en andere petrochemische industrie en infrastructuur geraakt. Dit heeft natuurlijk een directe strategische reden: het vernietigen van industrie die de vijand kan helpen, maar voor imperialistische landen is er nog een extra reden
deze te treffen: zodat na de oorlog de constructiebedrijven van de overwinnaar ingehuurd moeten worden om die infrastructuur weder op te bouwen.
Ook de schade aan het klimaat die op deze manier wordt veroorzaakt is niet te onderschatten. Brandende olievelden stoten niet alleen een gigantische hoeveelheid broeikasgassen uit, het vergiftigt ook de lucht in de directe omgeving. Omdat tijdens de Irak oorlogen zeewater werd gebruikt om deze branden te blussen, zorgde het zoute water voor de verzilting van de omliggende grond en verdere schade aan het ecosysteem. Ook de vele olielekken op zowel land als zee zorgden voor de vergiftiging van mens en dier.
Al deze milieuschade komt nog eens boven op het onschatbare verlies van levens die imperialistische oorlogen veroorzaken, en dat allemaal om de winsten van de bourgeoisie te vergroten. Strijd tegen klimaatverandering moet dan ook hand in hand gaan met strijd tegen imperialistische oorlogen. Maar burgerlijke “groene” partijen hebben het eigenlijk nooit over de effecten van oorlog op het milieu. Sterker nog deze partijen zie je veelal imperialistische interventies steunen, zoals D66 die de militaire missie steunt in Syrië, en GroenLinks de missies in Mali en Afghanistan.
Dit is eens te meer een reden dat alleen een socialistische maatschappij de oplossing is voor de klimaatproblematiek. Zolang wordt vastgehouden aan het kapitalisme, zal de noodzaak van eeuwig groeiende winstmarges blijven bestaan. Dit zal niet alleen direct de natuur uitputten, maar ook leiden tot imperialistische oorlogen en verdere milieuschade. Daarom moet de strijd voor een groene, duurzame toekomst een strijd zijn voor een rode, socialistische toekomst.
Bronnen
16th World Trade Union Congress (2011), General principles of WFTU for the global environmental problems.
Crawford, N.C. (2019), Pentagon Fuel Use, Climate Change, and the Costs of War.
CBS (2019), Emissies naar lucht door de Nederlandse economie; nationale rekeningen.
Groenlinks (2017), GroenLinks steunt verlenging missie Mali, https://groenlinks.nl/nieuws/groenlinks-steunt-verlenging-missie-mali.
D66 (2017), Deelname aan internationale missies, https://d66.nl/standpunt-over/deelname-aan-internationale-missies.