Redactie Voorwaarts

Op 3 januari is een brief onder de titel ‘NCPN: de feniks die niet herrees’ gepubliceerd door het zogenaamde ‘Communistisch Platform’. In de brief zet een ex-CJB’er uiteen wat zijn beweegredenen waren om de overstap te maken naar de SP, door op te sommen wat volgens hem de tekortkomingen zijn van de NCPN en CJB. Daarbij worden de volgende punten genoemd:

  1. De NCPN en CJB zouden geen vrijheid van discussie kennen omdat ze functioneren op basis van het democratisch centralisme.
  2. Er zou een bureaucratische “controle-cultuur” zijn en dat zorgt voor het “smoren van initiatieven van onderaf”
  3. Er zou sprake zijn van een “kritiekloze verheerlijking van het reëel bestaand socialisme”.
  4. De NCPN en CJB zouden lijden aan een “beperkt denkvermogen”, omdat we niet verder kunnen kijken dan het jaar 1917 en het marxisme-leninisme.

De NCPN en CJB staan altijd open voor kritiek. Omdat we ons echter niet herkennen in het beeld dat van onze organisaties wordt geschetst in het artikel, en omdat er bepaalde onwaarheden instaan, zouden we hierop willen reageren en willen we kijken wat waar is van al deze beschuldigingen.

Is er vrijheid van discussie in de CJB? – het democratisch centralisme

Laten we eens kijken hoe de standpunten van de CJB tot stand komen. De algemene standpunten worden bepaald door de Algemene Ledenvergadering (ALV) van de CJB, die eens in de twee jaar plaatsvindt. De conceptstukken voor de ALV worden maanden van tevoren door het Algemeen Bestuur opgesteld. Deze stukken worden vervolgens besproken in alle afdelingen van de CJB. Elk lid in het hele land uit zijn mening en kritiek op de stukken en draagt bij aan het vormen van de standpunten. Bij de laatste ALV leverden de discussies in de afdelingen dan ook tientallen amendementen op die zijn besproken en verwerkt. De totstandkoming van de standpunten is dus een uiterst democratisch proces met veel discussie.

De ALV kiest een Algemeen Bestuur dat de leiding heeft tot aan de volgende ALV en dat handelt op basis van de besluiten van de ALV. Alle leden van de CJB zijn lid van een afdeling en wonen de afdelingsvergaderingen bij. Daar worden de richtlijnen uit het Algemeen Bestuur besproken, wordt besloten wat de afdeling gaat doen en kan iedereen altijd vrij zijn mening geven. Iedereen is ook vrij om kritiek te uiten op de besluiten en acties van elk lid, kaderlid of orgaan van de CJB, ook van het Algemeen Bestuur. Sterker nog, na elke activiteit wordt in alle afdelingen zowel de inhoud als het praktische verloop van de activiteit geëvalueerd, en de kritiek uit alle afdelingen wordt altijd gecommuniceerd naar het Algemeen Bestuur en daar wordt het besproken. De vrijheid om kritiek te geven is zelfs vastgelegd in de statuten van de CJB: “Ieder lid doet aan opbouwende kritiek en zelfkritiek. Het is een recht om kritiek te ontvangen het is een plicht om kritiek te geven.”

De eerste beschuldiging, namelijk dat er geen vrijheid van discussie zou zijn, is dus compleet ongegrond. In het stuk worden ook andere zaken gesteld die niet waar zijn, bijvoorbeeld: “Bij ideologische congressen, scholingen, etc., dicteert de leiding wat voor werken en teksten al dan niet goed zijn voor de leden.” De opzet voor alle scholingen die afgelopen jaren in de CJB zijn georganiseerd en nu georganiseerd worden, zijn besloten door een ALV. Dus elk lid heeft daarover zijn of haar mening kunnen geven. De opzetten voor de scholingen zijn de afgelopen jaren unaniem aangenomen op de Algemene Ledenvergaderingen.

Achter deze beschuldigingen ligt eigenlijk een ander probleem, namelijk een verschil van opvatting over wat ‘democratie’ in een organisatie inhoudt. Communisten vatten democratie in de organisatie op als collectief, gezamenlijk besluiten wat de standpunten zijn, welke zaken prioriteit hebben en wat we gaan doen. Dat is wat democratisch centralisme inhoudt. Vrij discussie voeren, meningsverschillen bespreken, gezamenlijk een besluit nemen, het besluit met z’n allen uitvoeren, en dan natuurlijk kijken wat er goed en fout gaat om verkeerde standpunten en werkwijzen aan te passen. Dat is hoe een organisatie werkelijk democratisch kan functioneren en gezamenlijk zwaktes kan overwinnen, om zo stappen vooruit te maken.

In het stuk komt een hele andere opvatting naar voren, namelijk dat het goed zou zijn voor de democratie en vrijheid van discussie als iedereen maar z’n eigen gang gaat in de organisatie, ongeacht de besluiten die collectief zijn genomen. Vanuit dat opzicht wordt ook fractievorming verdedigt, dat wil zeggen dat verschillende groepen in de partij hun eigen gang gaan. Het tegenovergestelde is waar. Als iedereen maar wat doet, als samen iets besloten wordt en iedereen vervolgens iets anders gaat doen, dan is er juist geen sprake van een democratische organisatie. Dan kun je ook niet als organisatie collectief lessen trekken uit successen en fouten en daar gezamenlijk sterker door worden.

Krijgen initiatieven van onderaf geen kans?

Dit brengt ons op het tweede punt: het “smoren van initiatieven van onderaf” door “extreem bureaucratische en rigide processen”.

Veel van de activiteiten die we als CJB doen, zijn door leden in de afdelingen voorgesteld, of zelfs door sympathisanten. Immers vinden we in de CJB dat de taak om de democratisch genomen besluiten te realiseren niet alleen ligt bij het Algemeen Bestuur, maar ook bij de afdelingen en individuele leden. Er zijn vaak creatieve voorstellen van onderaf of zelfs van buitenaf, die bijdragen aan de realisering van de collectief gestelde doelen, en die initiatieven moedigen we ook aan.

Als voorstellen echter ingaan tegen de standpunten en strategie van de CJB, of als voorstellen wel goed zijn maar we nu eenmaal niet de vereiste middelen of mankracht hebben, dan moeten ze worden bijgesteld als dat mogelijk is, en anders kan het zijn dat besloten wordt om iets niet te doen. Immers zijn we een organisatie die democratisch en collectief prioriteiten stelt en besluit wat te doen en wat niet. Dat is iets anders dan het “smoren van initiatief van onderaf”.

De ergernis aan de “extreem bureaucratische en rigide processen” is niets anders dan de ontkenning van de democratie in de organisatie. Het is niet vreemd: wanneer iemand de opvatting heeft dat er verschillende fracties moeten zijn in de partij en dat iedereen zijn of haar eigen gang moet gaan ongeacht wat democratisch en collectief is besloten, dan zal diegene ook niet de waarde kunnen inzien van de processen die ervoor moeten zorgen dat voorstellen besproken worden en dat erover gestemd wordt in de organen die erover gaan.

Wordt het reële socialisme door de NCPN en CJB “kritiekloos verheerlijkt”?

Het derde punt van kritiek, dat het socialisme zoals het in de 20ste eeuw werd opgebouwd “kritiekloos verheerlijkt” zou worden in de NCPN en CJB, staat ver van de werkelijkheid. De NCPN en CJB verdedigen de eerste pogingen om het socialisme op te bouwen, maar nooit door fouten en gebreken te ontkennen of dingen te idealiseren. We proberen juist kritisch de geschiedenis van het bestaande socialisme te bestuderen en daar lessen uit te trekken. Wij weten immers dondersgoed dat het socialisme is gevallen in de Sovjet-Unie en veel andere landen waar het in de 20ste eeuw werd opgebouwd. Als geen ander houden we ons dan ook bezig met de oorzaken daarvan, waarbij we wel degelijk kritiek hebben en dat is ook bekend.[1]

Waar het eigenlijk om gaat, is dat er totaal anders gedacht wordt over wat die oorzaken zijn. Er wordt gesteld dat men “niet kritiekloos [moet] meegaan in de aanvallen van de kapitalistische media op socialistische landen,” maar vervolgens wordt in grote lijnen de argumentatie en het denkkader van de anticommunistische burgerlijke geschiedschrijving toch overgenomen.

Dogmatisme

Het vierde punt is dat het “denkvermogen” van de NCPN’ers en CJB’ers “is beperkt tot de traditie waar ze toe behoren (marxisme-leninisme).” Hier moeten we gedeeltelijk schuld bekennen. We zijn inderdaad een marxistisch-leninistische partij en jongerenbeweging. Dat betekent echter niet dat ons denkvermogen beperkt is of dat we “dogmatisch” zijn, want dat staat juist haaks op het marxisme-leninisme. Niet voor niets is het eerste wat op de website van de NCPN staat het bekende citaat van Lenin: “Onze leer is geen dogma, maar een leidraad voor het handelen”.

Dat we communisten zijn betekent ook niet dat in onze ogen “alle belangrijke theoretische discussies al beslecht zijn” en er “alleen maar gekeken [hoeft] te worden hoe deze theorieën het beste toegepast kunnen worden.” In tegendeel, in de CJB worden juist zeer veel belangrijke theoretische (en praktische) discussies gevoerd. Bijvoorbeeld: hoe kan de arbeidersbeweging en de studentenbeweging in Nederland zich hergroeperen en versterken? Hoe bouwen we de partij op in de huidige omstandigheden? Hoe kunnen we actuele ontwikkelingen in de economie en politiek begrijpen, op nationaal en internationaal niveau? Maar ook allerlei andere actuele vraagstukken worden uitvoerig besproken, zoals racisme en fascisme, of de milieuproblemen en klimaatverandering. En deze discussies worden niet alleen gevoerd door de leiding, maar worden over de hele breedte van de CJB gevoerd (zo zal in januari een conferentie plaatsvinden, waarin delegaties uit alle afdelingen uitgebreid zullen spreken over bepaalde actuele onderwerpen).

Het echte ‘probleem’ is dat NCPN en CJB communistische organisaties zijn

Alle problemen die in de brief bij de NCPN en CJB worden geïdentificeerd, zouden te herleiden zijn tot het “militarisme”. Na de revolutie van 1917 zou, zo wordt beweerd, door middel van de Komintern de “militarisering” van de communistische beweging “hardhandig” zijn doorgeduwd. Waarschijnlijk wordt hier het woord ‘militant’ verward met het woord “militaristisch”. Communisten zijn militant, wat wil zeggen dat ze strijdbaar en activistisch zijn, dat ieder individueel lid actief een bijdrage levert in het kader van de collectieve organisatie van de partij en CJB, dat iedereen bijdraagt aan het vormen van standpunten en de uitvoering ervan.

Militarisme is iets totaal anders. Militarisme is een obsessie met wapens en uniformen, het kritiekloos gehoorzamen aan bevelen, etc. Met andere woorden: het is een obsessie met hoe het burgerlijke leger functioneert. Dit staat haaks op de werkwijze van de NCPN en CJB, en op de werkwijzen en tradities van de internationale communistische beweging in het algemeen. In het bijzonder in de jaren ’30, waar de auteur expliciet naar verwijst, was de ideologische strijd tegen het militarisme in het kader van de aankomende oorlog juist één van de belangrijkste speerpunten van de Komintern (de Communistische Internationale) en vooral ook de jongerensectie daarvan, de Communistische Jeugd Internationale.[2] De “militarisering” van de internationale communistische beweging heeft dus nooit plaatsgevonden.

Hoe dan ook, deze denkbeeldige “militarisering” wordt als de kern van het leninisme beschreven. Het leninisme wordt in het algemeen dan ook afgewezen, ook al staat er “niet dat Leninisme geen enkel nuttig facet heeft”. Hiermee komen we tot de kern van de zaak: het werkelijke probleem met de NCPN en CJB is het marxisme-leninisme, dat is waar sommigen zich blijkbaar aan storen en waar men vanaf wil.[3] Maar de beschuldigingen tegen de NCPN en CJB kunnen niet maskeren dat samen met het leninisme ook fundamentele principes van het marxisme overboord gegooid worden (iets wat onvermijdelijk is naar onze mening). Wat overblijft is een verdraaid marxisme; iets wat wij geen communisme maar sociaaldemocratie zouden noemen – vanzelfsprekend in een marxistische verpakking.

Hoe vaak echter ook wordt beweerd dat het marxisme-leninisme van de CJB “contraproductief” is, feit is dat de CJB een groeiende organisatie is, kwantitatief en kwalitatief. De CJB is opgericht door een handvol jongeren in 2003. Nu is de CJB vertegenwoordigd door actieve afdelingen in bijna alle provincies, waar CJB’ers en sympathisanten stapje voor stapje – en natuurlijk soms ook met wat stappen terug – de basis leggen voor de opbouw van een sterke en massale communistische partij en jongerenbeweging, de NCPN en CJB.

Kameraadschappelijke kritiek of anticommunisme?

Zoals we in het begin aangaven, staan de NCPN en CJB open voor kritiek. Regelmatig spreken we met mensen of ontvangen we bijvoorbeeld mailtjes van mensen die onze standpunten en activiteiten volgen en bepaalde kritiek of een suggestie hebben. Die nemen we altijd serieus, vaak is het een aanleiding om dingen aan te passen.

Die kritiek hebben we ook hard nodig. We hebben totaal geen illusies bij de toestand van de NCPN en CJB. We beseffen heel goed dat we relatief kleine organisaties zijn, dat we de communistische partij en jongerenbeweging aan het opbouwen zijn in moeilijke omstandigheden en dat we nog veel te leren hebben. De NCPN en CJB pretenderen nooit “alle antwoorden te hebben op elk tactisch, strategisch en ideologisch vraagstuk,” zoals ten onrechte wordt beweerd.

Oprechte kritiek van mensen die willen bijdragen aan de versterking van de arbeidersbeweging en het perspectief op een andere maatschappij, zonder armoede, uitbuiting en oorlog, nemen we dus ter harte. De ingezonden brief schetst echter bewust een onjuist en negatief beeld over de interne werkwijzen van de NCPN en CJB en zoals we gezien hebben deinst het er niet voor terug om ook een reeks zaken te beweren die onwaar zijn.

Het stuk dat is gepubliceerd door het ‘Communistisch Platform’, heeft dan ook geenszins de intentie om werkelijk “kameraadschappelijke kritiek” te geven, zoals in de inleiding staat aangegeven. Het artikel, dat smakeloos wordt vergezeld door een foto van het lijk van Stalin, probeert de NCPN en CJB slechts te overgieten met anticommunistische vooroordelen over interne dictatuur, dogmatisme en bureaucratie.[4] Helaas is de intentie niet anders dan een openlijke aanval te doen op de NCPN en CJB, waarbij onwaarheden niet geschuwd worden om de NCPN en CJB zwart te maken en het communisme te verdraaien, zoals anticommunisten dat gewoonlijk doen. Het echte probleem waar sommigen zich zo aan storen is uiteindelijk dan ook niets anders dan dat de NCPN en CJB marxistisch-leninistische, oftewel communistische organisaties zijn.

Communisten strijden voor een maatschappij zonder uitbuiting, armoede en oorlog

In de brief wordt verder het standpunt van het ‘Communistisch Platform’ verdedigt, dat de noodzaak van een communistische partij ontkent en vindt dat mensen die zich communist voelen zich bij de SP moeten aansluiten. De noodzaak van de communistische partij is een politieke kwestie waar we zeker op in willen gaan, maar in een werkelijk kameraadschappelijk kader, zonder onwaarheden en zonder allerlei ongegronde anticommunistische vooroordelen aan te wakkeren.

Dit is dus niet de plaats om er uitgebreid op in te gaan, maar we geven wel aan dat de CJB is overtuigd van de noodzaak van de opbouw van een communistische partij en jongerenbeweging, de NCPN en CJB. Alleen een communistische partij, die niet als doel heeft het kapitalisme – met wat pleisters hier en daar – in stand te houden, maar die als doel heeft daadwerkelijk een andere maatschappij op te bouwen, kan consequent de belangen van de werkende, werkloze, schoolgaande en studerende jongeren uit de arbeidersklasse verdedigen.

Onze strijd beperkt zich niet tot een loonsverhoging of wat verbeteringen in het onderwijs of de zorg. Dat is ook belangrijk. Maar we strijden voor een maatschappij waar werkloosheid, armoede en oorlog helemaal verleden tijd zijn. Een maatschappij waarbij de rijkdom niet terechtkomt bij een kleine groep private eigenaren van de grote bedrijven, de kapitalisten, maar waar de rijkdom in handen is van de mensen die de rijkdom hebben geproduceerd, de werkende mensen. Dat vereist maatschappelijk eigendom van de productiemiddelen, zoals de fabrieken, kantoren en transportmiddelen, zodat de economie centraal en wetenschappelijk kan worden gepland op basis van wat de bevolking nodig heeft, in plaats van wat de meeste winst oplevert. Op die basis kunnen onderwijs en zorg kwalitatief en volledig gratis zijn voor iedereen, kan er werkelijk gezorgd worden voor zaken als fatsoenlijke en toegankelijke huisvesting of openbaar vervoer, maar kunnen ook de nodige maatregelen genomen worden om bijvoorbeeld milieuproblemen en klimaatverandering aan te pakken. Op die basis kan definitief een einde worden gemaakt aan de oorlogen tussen imperialistische machten, die gevoerd worden voor de controle over grondstoffen, markten en transportroutes.

We zetten ons dus in voor een maatschappij waarin de behoeften die jongeren in de 21ste eeuw hebben worden vervuld, waarin alle jongeren gelijke rechten en mogelijkheden hebben om zich te ontplooien en hun persoonlijkheid te ontwikkelen. Dat is waar we als NCPN en CJB voor strijden, voor de omverwerping van het kapitalisme en de opbouw van het socialisme-communisme.

 [1] De NCPN en CJB staan nog in de kinderschoenen als het gaat om de studie van het socialisme dat in de 20ste eeuw is opgebouwd. Afgeronde standpunten hebben we nog niet. Maar het is wel duidelijk dat we het vraagstuk vanuit een klassenperspectief benaderen. We kijken daarbij o.a. kritisch naar de strategie van de regerende Communistische Partijen en de herintroductie van kapitalistische elementen in de economie en de bovenbouw.

[2] Iemand die de geschiedenis goed bestudeert zal ontdekken dat zelfs in omstandigheden waarin communisten gewapende strijd voerden, ze probeerden dat niet op een militaristische wijze te doen. Dat geldt voor de Oktoberrevolutie, maar ook voor de opstanden begin jaren ’20, de Spaanse burgeroorlog in de jaren ‘30, het verzet, de Griekse burgeroorlog in de tweede helft van de jaren ’40, etc. Anders dan in de burgerlijke legers, vond in de gewapende strijd van communisten vaak discussie plaats en waren er vaak mogelijkheden om kritiek te uiten (natuurlijk niet midden op het slagveld terwijl er geschoten werd, dan moesten bevelen gewoon worden opgevolgd, maar tussen de veldslagen in). In sommige gevallen waren er bijvoorbeeld politieke commissarissen, die buiten de hiërarchie vielen en die verantwoordelijk waren voor scholing, politieke discussies en voor het welzijn van de soldaten.

[3] De auteur heeft het aan het eind dan ook alleen over marxisme. We zullen hier niet ingaan op de poging om Marx, Engels en Lenin tegenover elkaar te zetten. Daar hebben we immers vaker over gepubliceerd en we zullen ook dit jaar daarover publiceren in het kader van het 150ste geboortejaar van Lenin.

[4] Het stuk werkt daarmee – ook al gaan we er niet van uit dat dat de intentie is – het anticommunisme in de hand. Dat is erg kwalijk gezien de recente ontwikkelingen in de EU, waarbij de EU steeds verder gaat in het gelijkstellen van communisme aan fascisme en in steeds meer Europese landen communistische partijen en symbolen worden verboden en communisten worden vervolgd.