Ambassade van Cuba in Nederland

Fidel Alejandro Castro Ruz, de historische leider van de Cubaanse Revolutie, werd op 13 augustus 1926 in het dorpje Birán in de voormalige Cubaanse provincie Oriente geboren. Dit jaar herdenken we de 96e verjaardag van zijn geboorte.

In september 1945 schreef hij zich in voor de opleidingen Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen en Diplomatiek Recht aan de Universiteit van Havana. Daar raakte Castro als onderdeel van de studentenbewegingen onmiddellijk betrokken bij de politieke strijd en bekleedde hij verschillende functies bij de Cubaanse Universitaire Studenten Federatie (Spaanse afkorting F.E.U.). Hij was een vooraanstaand lid van verschillende progressieve en anti-imperialistische studentenorganisaties. Als onderdeel van zijn politieke activiteiten in die jaren organiseerde en nam hij deel aan talloze protestacties en demonstraties tegen de politieke situatie in het land, waarbij hij meerdere malen in elkaar geslagen en gevangengezet werd door repressieve ordetroepen. Hij kwam als student voor het eerst in aanraking met het marxistische gedachtegoed.

Over de Universiteit van Havana zei hij: “…hier werd ik een revolutionair, ik werd een marxist-leninist en ik verwierf de ideeën die ik nooit heb opgegeven, noch ben ik ooit in de verleiding gekomen om dat te doen, allerminst. Om die reden durf ik te zeggen dat ik ze nooit in de steek zal laten”.

Fidel studeerde in 1950 af als advocaat in burgerlijk recht toen hij zijn bachelor in diplomatiek recht behaalde. In zijn advocatenkantoor wijdde hij zijn inspanningen aan het verdedigen van de armste en meest nederige bevolkingsgroepen. Toen Fulgencio Batista op 10 maart 1952 een staatsgreep leidde, was Castro een van de eersten die het reactionaire en onwettige de facto regime veroordeelde en opriep tot omverwerping ervan.

Hij organiseerde en trainde een brede troepenmacht van meer dan duizend jongeren, voornamelijk arbeiders, werknemers en studenten uit de gelederen van de Orthodoxe Partij. Op 26 juli 1953 leidde hij een groep van 160 van hen bij de bestorming van de Moncada-kazerne in Santiago de Cuba en de Carlos Manuel de Cespedes-kazerne in Bayamo in een actie die bedoeld was om de gewapende strijd tegen het Batista-regime te openen.

Fidel werd enkele dagen na de militaire tegenslag van de mislukte aanval gevangengenomen door de repressieve troepen van het regime en werd 76 dagen in eenzame opsluiting gehouden. Hij werd later berecht en veroordeeld tot 15 jaar gevangenisstraf. In een rechtszaal vol regime-troepen en zonder toegang van publiek nam hij voor de rechtbank die hem berecht had zijn eigen verdediging op zich, en gaf hij de toespraak die bekend staat als “De geschiedenis zal me vrijspreken”, waar hij het programma voor de toekomstige Cubaanse revolutie schetste.

In juli 1955, nadat duidelijk was geworden dat de strijd tegen Batista niet met legale middelen kon worden gevoerd, vertrok Fidel naar Mexico om de gewapende opstand in ballingschap te organiseren. Onder zeer moeilijke economische omstandigheden en onderworpen aan hevige surveillance en vervolging door Batista’s agenten voerde hij intensieve organisatie- en voorbereidingsactiviteiten uit. In de voetsporen tredende van onze Nationale Held Jose Martí reisde Fidel naar de Verenigde Staten, waar hij samen met zijn kameraden in ballingschap “patriottische clubs” oprichtte om politieke en economische steun te verlenen aan de revolutionaire strijd. Deze reis bracht hem onder andere in Philadelphia, New York, Union City, Bridgeport en Miami.

Op 2 december 1956 kwam hij op het jacht de Granma samen met 81 kompanen aan in Las Coloradas, aan de zuidwestkust van de provincie Oriente. De Batista-troepen achterhaalde de locatie van de landing en stuurden soldaten om de rebellen aan te vallen. Met de waardevolle medewerking van boeren werd Fidel in Cinco Palmas herenigd met zijn broer Raul en hergroepeerde hij de revolutionaire krachten. Vervolgens trok hij naar het Sierra Maestra-gebergte om de revolutionaire strijd voort te zetten. Gedurende de 25 maanden lange strijd leidde hij als opperbevelhebber van de revolutionaire strijdkrachten de militaire acties en bovendien de ‘Beweging van de 26ste juli’-organisatie. Bij het aanbreken van 1 januari 1959 versloeg Fidel met een landelijke algemene staking een poging tot staatsgreep gesponsord door de Amerikaanse regering. Hij kwam diezelfde dag als overwinnaar aan in Santiago de Cuba en bereikte op 8 januari Havana.

Hij behield zijn rang van opperbevelhebber van de revolutionaire krachten toen de strijd eindigde. Op 13 februari 1959 werd hij benoemd tot premier van de revolutionaire regering. Hij leidde en nam deel aan alle acties die werden ondernomen om Cuba en zijn revolutie te verdedigen tegen buitenlandse agressie en contrarevolutionaire activiteiten, in het bijzonder de door de Verenigde Staten georganiseerde invasie van de Varkensbaai, die op april 1961 in Giron Beach eindigde met de Cubaanse overwinning. Namens de revolutionaire macht riep hij op 16 april 1961 het socialistische karakter van de Cubaanse revolutie uit. Fidel ontving meer dan honderd hoge onderscheidingen, zowel buitenlandse als Cubaanse, evenals talrijke academische onderscheidingen en dictaten in hogere onderwijsinstellingen in Cuba, Latijns-Amerika en Europa.

Hij leidde op meesterlijke wijze de deelname van honderdduizenden Cubaanse strijders aan internationalistische missies in Algerije, Syrië, Angola en Ethiopië en andere landen. Hij promootte en organiseerde de bijdrage van duizenden Cubaanse artsen, leraren en technici die hun diensten hebben bewezen in meer dan 40 derdewereldlanden. Hij regelde en promootte ook beurzen voor tienduizenden studenten uit deze landen in Cuba. Hij stond centraal bij het opzetten van uitgebreide programma’s voor Cubaanse samenwerking in verschillende Latijns-Amerikaanse, Afrikaanse en Caribische landen, evenals bij de oprichting in Cuba van scholen voor geneeskunde, sport, lichamelijke opvoeding en andere opleidingen voor buitenlandse studenten.

Gedurende vele jaren van de Cubaanse revolutie leidde en moedigde hij het Cubaanse volk aan in zijn streven om de revolutie, de weg naar het socialisme, de eenheid van de revolutionaire krachten en het volk in het algemeen te consolideren. Hij was ook essentieel in de economische en sociale transformaties van het land, bijvoorbeeld de vooruitgang op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg, sport, cultuur en wetenschap, en leidde Cuba in de verdediging tegen buitenlandse agressie en bij het naleven van een actief buitenlands beleid dat principes en acties van solidariteit met de volkeren die vechten voor onafhankelijkheid en vooruitgang promoot.

Op 25 november 2016 stierf de toen 90-jarige Fidel Castro in Havana en op 4 december 2016 werd tijdens een plechtige ceremonie zijn as neergelegd op de begraafplaats Santa Iphigenia. Zijn constante prediking en zijn absolute inzet voor de revolutie lieten een onuitwisbare stempel achter op het Cubaanse volk en zijn een bron van inspiratie geweest voor miljoenen mensen uit alle continenten. Toekomstige generaties Cubanen zullen in hem, net als in Marti, een voorbeeld, een paradigma en een motivatie zien om zijn werk voort te zetten. Tijdens de rouwceremonie riepen de mensen gezamenlijk: “Yo soy Fidel” (Ik ben Fidel).