De afgelopen maanden is Venezuela vaak in het nieuws geweest. Op 23 januari werd er een brandend lont geworpen in het kruitvat dat Venezuela is toen de oppositiepoliticus en voorzitter van het parlement Juan Guaidó zichzelf uitriep tot interim-president van het land. Het lukte Guiadó niet om direct de macht over te nemen. Maar hij krijgt wel de steun van de VS en hun bondgenoten, waaronder de Nederlandse regering. Andere landen steunen juist de zittende president Nicolás Maduro, zoals Rusland, China, Turkije, Cuba en Bolivia.

Berend (Internationaal Bureau)

Op 30 april probeerde Guaidó opnieuw een staatsgreep uit te roepen, waarbij hij een beroep deed op het leger en de bevolking. Maar ook deze poging mislukte. Het leger blijft over het algemeen achter Maduro staan en de bevolking demonstreerde op 1 mei massaal tegen de staatsgreep. De VS heeft een economische blokkade opgelegd aan Venezuela en blijft constant dreigen met militaire interventie. De situatie is erg gespannen en kan ieder moment uit de hand lopen.

In een chaotische situatie als deze is het zaak om de grote lijnen niet uit het oog te verliezen. Daarvoor is het nodig om naar de recente geschiedenis van Venezuela te kijken. Wat heeft geleid tot de situatie van vandaag en zijn er zaken die helpen te begrijpen waarom dit allemaal gebeurt?

Interventies van het Amerikaanse imperialisme

Venezuela is het land met de grootste olievoorraden ter wereld. Het is niet vreemd dat de VS en andere machten in de regio zeer geïnteresseerd zijn in Venezuela. Tot de verkiezing van Hugo Chávez tot president in 1998 werd het beleid van Venezuela veertig jaar lang gekenmerkt door sterke conformiteit met de belangen van de VS.

De buitenlandse politiek van de Venezolaanse regeringen betekende steun aan de meeste imperialistische ingrepen die de VS deden in andere Zuid-Amerikaanse landen en het buitensluiten van Cuba uit internationale Latijns-Amerikaanse samenwerkingsverbanden. Daarnaast had Venezuela in het decennium voor Chávez’ verkiezing te maken met grote economische crises en enorme armoede. Grote gedeeltes van de economie en natuurlijke grondstoffen werden geprivatiseerd en in samenspraak met het IMF werden verschillende bezuinigingsprogramma’s ingesteld.

Alhoewel Venezuela een van de rijkste landen van Latijns-Amerika was, had het last van enorme werkloosheid en inflatie. Chávez, een voormalig kolonel, werd in 1998 verkozen op een golf van anti-establishment sentiment. Hij veroverde de politieke steun van een groot deel van de armste lagen van de bevolking met allerlei sociale programma’s die gericht waren op armoedebestrijding, het bestrijden van analfabetisme en het verbeteren van de levensomstandigheden.

Deze beloftes van Chávez werden in Washington aanvankelijk afgeschreven als demagogie; hij zou na zijn verkiezing wel ‘bijdraaien’. Dat idee draaide echter toen Chávez zich actief uitsprak tegen de ‘War on Terror’ in 2001. Blijkbaar liet de nieuwe man in Venezuela zich toch niet zo makkelijk sturen door Washington. Chávez voelde zich hierin gesterkt door opstanden en ontwikkelingen in andere landen van Latijns-Amerika, aangezien indertijd sociale bewegingen in verschillende landen streden voor democratie en soevereiniteit.

In 2002 leidde het verzet van Chávez tegen de lijn van Washington ertoe dat de regering van de VS verschillende top-militairen in Venezuela opstookte en haar steun uitsprak voor hun coup.

Deze coup mislukte echter jammerlijk. Het lukte de coupplegers om de president gevangen te zetten, maar Chávez had veel steun opgebouwd onder de armste lagen van de bevolking en verschillende specialistische bataljons van het leger. Deze belegerden al gauw het presidentieel paleis en de coupplegers zagen zich genoodzaakt op te geven.

Nadat dit faalde, steunde de VS een ‘algemene staking’ tegen Chávez. Hij werd in de internationale media geportretteerd als een impopulaire dictator waartegen het volk in opstand kwam. In werkelijkheid ging het echter om een kleine elite binnen de olie-industrie die de motor was van deze staking en uiteindelijk zagen zij zich dan ook genoodzaakt om op te geven, toen bleek dat de positie van Chávez amper verzwakte.

Door deze mislukkingen verspeelde de VS enkele sterke kaarten die zij in handen hadden. Chávez gebruikte deze couppogingen om het leger te zuiveren en het oliebedrijf te nationaliseren. Overal werden posities die werden bezet door aanhangers van de belangen van de VS vervangen door loyalisten van Chávez. Daarnaast stuurde hij aan op een directere samenwerking tussen verschillende Latijns-Amerikaanse economieën, mede om de inmenging van de VS in de regio te beperken. In de vijftien jaar na de mislukte couppogingen waren de VS genoodzaakt om op ‘zachtere’ en indirecte vorm te interveniëren.

Directe militaire actie was uitgesloten, mede doordat de troepen van de VS al in veel andere landen actief waren in de ‘War on Terror’ en omdat de VS de loyaliteit van enkele buurlanden verloren hadden. Daarom grepen de VS terug op het financieel steunen van oppositiegroepen en het opbouwen van een netwerk van medestanders onder de middenklasse en de top van het bedrijfsleven.

Die oppositiegroepen wonnen aan invloed in de afgelopen jaren, mede dankzij de economische problemen en toenemende armoede waarmee het land te maken heeft. Sinds 2017 is de grip van de VS op Venezuela veel directer geworden. Economische blokkades en dreiging van militair ingrijpen moeten de steun voor de huidige regering doen afnemen en de bevolking in handen drijven van Guaidó, die terecht een marionet van de VS genoemd wordt. In januari nog lekten aantekeningen uit van de nationale veiligheidsadviseur, John Bolton, waarin gesproken werd over het verplaatsen van 5000 troepen naar Colombia.

Venezuela onder Chávez en Maduro

Onder Chávez en zijn opvolger Maduro zijn grote sociale programma’s opgezet. Zij gebruikten de inkomsten van de olie-industrie om de werkloosheid en armoede minstens te halveren. Met deze programma’s wonnen hun regeringen grote steun. Nog steeds steunen veel Venezolanen de regering, wat blijkt uit de recente massale demonstraties tegen de interventie die Caracas rood kleuren.

Venezuela wordt weleens socialistisch genoemd, maar dat is onjuist. De economie in Venezuela is gebaseerd op privé-eigendom en loonarbeid en er is dus sprake van een kapitalistische economie. Of een land socialistisch of kapitalistisch is wordt namelijk niet bepaald door hoe de regerende partij zich noemt of door vooruitgangen in het levenspeil van de bevolking. De verhoudingen in de economie zijn bepalend: zijn de grote bedrijven, fabrieken, kantoren en transportmiddelen in handen van de arbeiders of van private eigenaren?

Net als ieder kapitalistisch land heeft Venezuela ook te maken met economische crises, die nu eenmaal onvermijdelijk zijn in een kapitalistische economie. In Venezuela was de economische crisis extra hevig doordat het gepaard ging met een oliecrisis. De inkomsten van de staat steunen voor een groot deel op de export van Venezuela’s enorme olievoorraden. Als de olieprijs sterk daalt, komt de overheid dus in financiële problemen. Het wordt dan moeilijk om de dure sociale programma’s in stand te houden.

De VS doen er een schep bovenop door het land economisch te blokkeren: miljarden dollars van de Venezolaanse overheid en van staatsbedrijven zijn door de internationale banken op last van de VS bevroren, en de VS leggen sancties op aan bedrijven die zaken blijven doen met Venezuela. Dat heeft tot gevolg dat het voor het land zeer moeilijk is om producten te importeren, zoals voedsel of medicijnen. Een tragisch gevolg is ook dat ruim 20 Venezolaanse kinderen die naar Italië waren gestuurd om daar een operatie te ondergaan, nu niet geopereerd kunnen worden, omdat het geld dat de Venezolaanse overheid daarvoor beschikbaar had gesteld is bevroren. Recentelijk is het tweede kind overleden.

Conclusie

Venezuela kent een lange geschiedenis van imperialistische agressie vanuit de VS. De achterliggende doelen worden in het huidige mediabeeld amper vertoond. De inmenging van de VS, de EU en andere landen heeft niets te maken met zorgen om de democratie of armoede in Venezuela. De acties zijn alleen bedoeld om Venezuela te destabiliseren, met als enig doel de enorme olievoorraden en de markt van Venezuela open te stellen voor het Amerikaanse kapitaal.

De recente acties van Juan Guaidó passen dan ook goed in die geschiedenis van imperialistische bemoeienis. Hij wordt gesteund en gefinancierd door de VS om de huidige regering die de belangen van de VS dwarszit uit het zadel te wippen, zodat de Venezolaanse economie kan worden opengesteld voor de Amerikaanse monopolies. Door sancties wordt de kapitalistische economische crisis uitvergroot en is er sprake van een algehele economische oorlog tegen de regering.

De Venezolaanse bevolking die het al moeilijk heeft door de kapitalistische economische crisis is de dupe van het agressieve beleid van de VS. Los van wat iemand vindt van de regering-Maduro, is het van belang dat iedereen die solidair is met het Venezolaanse volk zich uitspreekt tegen deze imperialistische agressie. Het is het recht van ieder volk om te strijden voor een betere toekomst en te bepalen met welke middelen die strijd gevoerd moet worden, zonder inmenging en dreiging van buitenaf.