Meindert

Op maandag 13 februari 2023 kopte de NOS met trots in een pushmelding: “Kinderhartcentra Groningen en Rotterdam blijven open, besluit minister.”[1] In een tijd waarin een stuiptrekkend zorgsysteem dagelijks wordt geplunderd door zorgverzekeraars en farmaceuten werd het kinderhartcentrum in Groningen tegen alle verwachtingen gered van de ondergang. Maar hoe kon Minister Kuipers van Volksgezondheid deze beslissing maken ten tijde van aanhoudende sanering van de gezondheidszorg? Simpel, door twee levende offers te maken in de vorm van de kinderhartcentra te Leiden/Amsterdam en Utrecht.

Zo werd een bezuiniging gedraaid als een overwinning. Voor ons noorderlingen een logische eerste reactie. De angst was namelijk voor vele Groningers, Friezen, Drenthen en Overijsselaars dat de regionale krimp ook zou komen voor deze specialistische zorg. Voor een Drentse moeder van de ernstig zieke Sem zou het openblijven van het ziekenhuis er om spannen: “De voorganger van Kuipers, Hugo de Jonge, koos voor het openhouden van het UMCU en het Erasmus MC. Schilstra-Schaafsma: “Daarom was ik er niet gerust op. Kuipers had ervoor kunnen kiezen om die beslissing te handhaven, dan lag het niet aan hem.””[2]

De keuze ging in dit geval om het openhouden van het zorgcentrum in Utrecht of in Groningen. Rotterdam zou in beide scenario’s blijven en Leiden/Amsterdam had al geen kans meer in de nieuwe plannen. Kuipers krijgt bij zijn nieuwe saneringsplannen bijval van een aantal onderzoeken die zijn opgesteld door zorgconsultants. Bezuinigen op zorgfaciliteiten die een generatie geleden vanzelfsprekend waren zijn onderdeel van een bredere aantasting van onze medische zekerheden. Uit de toelichting van het besluit blijkt dat de bezuiniging gerechtvaardigd wordt met adviezen van lobbyisten, consultancybedrijven en medische bestuurders: “Er wordt al zo’n dertig jaar gesproken over de concentratie van de zeer gespecialiseerde behandeling van complexe aangeboren hartproblemen bij kinderen. Zowel de politiek als de betrokken bestuurders zijn het erover eens dat concentratie de beste gespecialiseerde behandeling kan opleveren. In tientallen rapporten wordt diezelfde conclusie getrokken.”[3]

Al in 2012 werd het begrip ‘geconcentreerde zorg’ gebruikt als het stokpaardje om de gezondheidszorg nog verder uit te kleden. Sinds dit soort plannen worden opgedrongen aan het publiek hebben uitvoerende zorgmedewerkers commentaar op de rooskleurige beloftes van betere efficiëntie en kwaliteit in de zorg. Professor dr. Jany Rademakers betoogde meer dan tien jaar geleden dat cruciale onderdelen van het zorgsysteem worden verwaarloosd door een doorgeslagen bureaucratische visie en een gebrek aan inspraak van de patiënten: “Aanleiding voor bijna al deze initiatieven waren het professioneel en organisatorisch perspectief, terwijl het maatschappelijk en patiëntenperspectief vooral werden gebruikt om de concentratie te legitimeren. De kwaliteitswinst voor patiënten blijkt echter niet altijd te worden waargemaakt. Voor patiënten wordt vooral aangegeven dat de uitkomsten niet (veel) slechter zijn geworden, maar dus ook niet beter.”[4]

Toch blijft de opvatting dat de kwaliteit van de zorg gewaarborgd zou worden door deze bezuinigingsmaatregelen zelfs in 2023 bijzonder hardnekkig. Toen de minister tijdens het debat op 22 februari werd ondervraagd over zijn besluit, herhaalde hij diezelfde achterhaalde stokpaardjes die dr. Rademakers al een decennium eerder ontkrachtte: “Maar volgens Kuipers is het voordeel van twee centra dat de kwaliteit omhoog gaat, de werkdruk van specialisten omlaag (omdat ze minder vaak 24/7 hoeven te draaien) en dat artsen “vaker worden blootgesteld aan complexe operaties waardoor ze meer ervaring kunnen opdoen.”[5]

Het moge duidelijk zijn dat er hier een discussie wordt gevoerd door gezaghebbers die niet in staat zijn om boven de denkkaders van het kapitalisme uit te stijgen. De commodificatie van de zorg, ook wel het tot een verhandelbaar goed maken van een noodzakelijke menselijke behoefte, heeft ertoe geleid dat zorgverzekeraars en farmaceuten het debat, de premiehoogte, de kwaliteit en de bezetting van de zorg domineren. De taal die deze partijen in samenspel met de burgerlijke politiek gebruiken benadrukt de dystopische realiteit waarin hulpbehoevende minderjarigen verkeren. Jaarlijks worden er 1200 kinderen met een hartafwijking geboren die afhankelijk zijn van dit soort zorgvoorzieningen.

De sluiting van de kinderhartcentra wordt gelegitimeerd vanuit budgettaire overwegingen en dit soort overwegingen spelen pas een rol zodra het zorgaanbod een winstoogmerk heeft. De hoge werkdruk wordt veelal genoemd als een oorzaak voor het besluit, maar de zorg is verre van de enige sector met een werkdrukprobleem. Personeelstekorten zijn wijdverbreid, waardoor de werkdruk toeneemt voor het resterende personeel dat in dienst blijft. De personeelstekorten worden op hun beurt weer veroorzaakt door de bezuinigingen op loonkosten in combinatie met de terughoudendheid om nieuw personeel op te leiden of aan te nemen.

Maar hoe kan het dan dat een publieke dienst zoveel moeite heeft met het vinden van nieuw personeel? Heel erg eenvoudig, dat komt omdat ziekenhuizen ondanks hun voornemens om commerciële prikkels te vermijden in de praktijk geregeerd worden door winstuitkeringen en financiële resultaten: “Let wel, binnen ziekenhuizen wordt gewoon geld verdiend en winst uitgekeerd. Bijvoorbeeld door onderaannemingen en maatschappen. Maar het ziekenhuis zelf mag geen winst maken. In de praktijk betekent dit vooral dat de winst niet transparant is én dat de belangen binnen het ziekenhuis uiteenlopen.”[6]

Hoewel zorgbestuurders voor de ideële vorm graag benoemen dat er geen winstprikkel in de zorg bestaat omdat het nou eenmaal in de wet staat, laat de praktijk zien dat het zorgaanbod allang bepaald worden door commerciële belanghebbenden: “Bedrijven declareren niet geleverde zorg en de winst wordt uit de zorgsector doorgesluisd via financiële constructies, zoals dividenduitkeringen voor directieleden.”[7] Een onderzoek van RTL Nieuws toonde aan dat ons zorgsysteem een soort Wilde Westen is zonder enige toezicht op overschreden winstpercentages: “…bij de meeste zorginstellingen is het aandeel winst ten opzichte van de omzet maximaal 8 procent. 287 bedrijven uit de lijst zitten daar boven. Meer dan 100 van hen hebben zelfs een winst die hoger is dan 20 procent van de omzet.”[8] Het onderzoek liet ook zien dat de argumenten die minister Kuipers gebruikt voor de verlaging van de werkdruk geen hout snijden met de praktijk van het sterke loonmatigingsbeleid in de zorg: “Op de lijst van RTL Nieuws staan 366 bedrijven waarbij er sprake is van een scheve verhouding tussen de omzet en de personeelskosten. Bij die bedrijven wordt slechts een beperkt deel (minder dan 65 procent) van de omzet gebruikt als loon voor het personeel.”[9]

Vandaar dat het besluit van minister Kuipers, met zijn aloude praatje over het behouden van de kwaliteit en het verhogen van de efficiëntie, niet minder dan gênant genoemd kan worden. Plaatsvervangende schaamte is er voor al die duizenden kinderen die nu geen operatie kunnen krijgen omdat de minister stelt dat een gedwongen sluiting hun operatie ten goede zou komen. De glasheldere winstbelangen die over de gehele sector zichtbaar zijn maken duidelijk dat de sluiting van deze locaties niets te maken heeft met het behouden van de kwaliteit en alles met de economische uitwassen van het kapitalisme.

Onder het socialisme keert de zorg terug naar wat het hoort te zijn: de vervulling van een sociale behoefte. Het wegnemen van de winstbelangen schept de broodnodige ruimte voor het behoud van levensreddende zorgdiensten zoals de kinderhartchirurgie. Zodra de gezondheidszorg in handen is van de arbeidersklasse kan iedereen die werkzaam is in deze sector hun werk uitvoeren zonder een perverse winstprikkel. Dan kunnen zij hun vak uitvoeren zonder zich te hoeven verantwoorden tegenover een verzekeringsmaatschappij die eist dat de geleverde zorg onbegrensd sneller en goedkoper moet om de aandeelhouders te bevredigen. Om de zorg overeind te houden dient de maatschappij deze terug te veroveren en te zuiveren van alle commerciële stimulansen die het zorgpersoneel uitbuit. Want het is hun aanhoudende en alsmaar toenemende uitbuiting die bestuurders als minister Kuipers het mandaat geeft om nog meer faciliteiten te sluiten onder het mom van kwaliteitsbehoud.

 

Bronnen:

[1] “Kinderhartcentra Groningen en Rotterdam blijven open, besluit minister,” NOS, 13-02-2023, geraadpleegd op 15-02-2023, https://nos.nl/artikel/2463674-kinderhartcentra-groningen-en-rotterdam-blijven-open-besluit-minister

[2] “Blije ouders ‘vieren een feestje’ omdat kinderhartchirurgie in UMCG openblijft,” RTV Drenthe, 13-02-2023, geraadpleegd op 15-02-2023,

https://www.rtvdrenthe.nl/nieuws/15352190/blije-ouders-vieren-een-feestje-omdat-kinderhartchirurgie-in-umcg-openblijft

[3] NOS, ibid.

[4] https://www.nivel.nl/nl/nieuws/concentratie-maakt-zorg-niet-altijd-beter

[5] Oscar Vermeer, “Emotioneel debat Kamer over minister Kuipers’ ‘onmogelijke keuzes’ bij sluiten twee kinderhartcentra,” NRC Handelsblad, 23-02-2023, geraadpleegd op 06-03-2023, https://www.nrc.nl/nieuws/2023/02/22/emotioneel-debat-kamer-over-minister-kuipers-onmogelijke-keuzes-bij-sluiten-twee-kinderhartcentra-a4157872

[6] Jasper van Dijk, “Doorbreek het taboe van winst maken door ziekenhuizen,” NRC Handelsblad, 04-09-2022, geraadpleegd op 06-03-2023, https://www.nrc.nl/nieuws/2022/09/04/doorbreek-het-taboe-van-winst-maken-door-ziekenhuizen-a4140663#:~:text=Gezondheidszorg%20Ziekenhuizen%20mogen%20geen%20winst,zorgmarkt%2C%20schrijft%20Jasper%20van%20Dijk

[7] “’Opnieuw ongebruikelijk hoge winsten bij 85 zorgbedrijven’,” NOS, 25-09-2022, geraadpleegd op 06-03-2023, https://nos.nl/artikel/2303257-opnieuw-ongebruikelijk-hoge-winsten-bij-85-zorgbedrijven

[8] Maaike Kempes, Meike van Roosmalen en Jasper Bunskoek, “Torenhoge winsten en piepjonge bestuurders: deze verdachte zorgbedrijven vallen op,” RTL Nieuws, 29-10-2021, geraadpleegd op 06-03-2023, https://www.rtlnieuws.nl/onderzoek/artikel/5262962/bloemlezing-zorgfraude-indicatoren-onderzoek-rtl-nieuws-zorg-ondermijning#:~:text=Opmerkelijk%2C%20want%20bij%20de%20meeste,20%20procent%20van%20de%20omzet.

[9] Ibid.