Eirini

“Vrouwelijke burgers, de beslissende tijd is aangebroken. We moeten wensen dat de oude wereld voorbij is! We willen vrij zijn. En het is niet alleen Frankrijk dat in opstand komt, alle beschaafde volkeren hebben hun ogen gericht op Parijs, wachtend op onze triomf, zodat wanneer hun beurt komt, ze kunnen worden bevrijd.”

Op deze manier roept de officiële krant van de Commune van Parijs (“Journal Officiel”) op 11 april 1871 de vrouwelijke werkers op om in de opbouw en de verdediging van de Commune mee te doen. Nog diezelfde dag werd door Nathalie Lemel en Elisabeth Dmitrieff de “Vrouwenbond voor de verdediging van Parijs en de zorg voor de verwonden” (Union des femmes pour la défense de Paris et les soins aux blessés) opgericht. Deze vrouwenbond was één van de manieren waarop vrouwen uit de arbeidersklasse actief deelnamen in de Commune.

Vrouwenemancipatie sinds de Franse Revolutie

Vanaf de burgerlijke Franse Revolutie in 1789 mochten vrouwen zichzelf “burgers” noemen. Dit was een oppervlakkige overwinning. Het mogen dragen van deze titel had weinig betekenis. Het betekende niet dat vrouwen dezelfde positie in de maatschappij hadden als mannen. In de praktijk hadden vrouwen namelijk nog steeds weinig rechten.

In de jaren die volgden zorgde de verdere ontwikkeling van de industrie en de kapitalistische verhoudingen in de economie ervoor dat steeds meer vrouwen in loondienst gingen werken. Dit was heel vaak werk waarbij ze slechter betaald werden dan hun mannelijke collega’s en vaak onder zware omstandigheden en lange werktijden. De arbeid van vrouwen was hierdoor echter steeds minder beperkt tot het werk rond het huishouden. Vrouwen gingen een meer centrale rol spelen in de maatschappelijke productie. Als gevolg hiervan werd de tegenstelling tussen enerzijds de sociale productie, waar steeds meer vrouwen bij betrokken werden, en anderzijds de uitsluiting van vrouwen in de maatschappij doordat vrouwen veel minder rechten hadden, steeds duidelijker.

Dit leidde ertoe dat vrouwen steeds vaker een belangrijke rol gingen spelen in revolutionaire bewegingen. Bijvoorbeeld tijdens de revoluties van 1830, waarin vrouwen actief revolutionairen ondersteunden. Dat ging nog verder in 1848, toen vrouwen voor het eerst hielpen met het opbouwen en verdedigen van barricades, deelnamen aan politieke comités en de gewonden verzorgden.

De heldhaftige strijd van de revolutionaire vrouwen in de Commune van Parijs

In deze context was het duidelijk voor de vrouwenbond dat emancipatie van de vrouw alleen kon worden bereikt wanneer deze samen met de arbeidersbeweging streed tegen de bourgeoisie en hun verrot systeem, het kapitalisme. Daarom eisten ze gelijk loon voor gelijk werk, het recht om te kunnen scheiden, seculier en beroepsgeoriënteerd onderwijs voor meisjes (in die tijd kregen vrouwen nauwelijks toegang tot onderwijs) en een einde brengen aan het sekswerk. De vrouwenbond organiseerde ook politieke bijeenkomsten en comités en haar leden droegen bij aan de algemene organisatie van de commune door voor gratis maaltijden voor kinderen en de strijders bij de barricades te zorgen. Ze zorgden voor het bezetten van posities in ziekenhuizen en zorgden voor gewonden. Ze deden mee aan het bouwen van barricades en hielpen met het transporteren van militaire goederen.

Lees hier meer over de Commune van Parijs: https://www.voorwaarts.net/150-jaar-sinds-de-commune-van-parijs/

Omdat veel kapitalisten Parijs hadden verlaten, was het moeilijk voor veel vrouwen om werk te vinden. Daarom eiste de vrouwenbond om onmiddellijk vrouwen aan het werk te zetten met het maken van kleding voor de milities. Bij deze lijst van eisen voegt Dmitrieff, lid van het Centraal Comité van de vrouwenbond en lid van de Eerste Internationale, waar onder andere Karl Marx ook lid van was, de volgende eis toe: “Een einde aan alle concurrentie tussen mannelijke en vrouwelijke arbeiders – hun belangen zijn identiek en hun solidariteit is essentieel voor de laatste wereldwijde slag van arbeid tegen het kapitaal.” Hieraan is te zien dat de vrouwenbond uit de meest vooruitstrevende en progressieve onderdelen van de werkende vrouwen van Parijs bestond.

De vrouwen van de commune hebben in veel gevallen hun heldhaftigheid en moed laten zien bij het verdedigen van de commune. Op 2 april heeft een groep van ongeveer 300 vrouwen met rode vlaggen gedemonstreerd, om het recht te eisen om in de gevechten die binnenkort plaats zouden vinden deel te nemen. Op 3 mei is een poster opgezet in heel Parijs door een anonieme groep van “burgers”. Deze poster eiste een wapenstilstand met Versailles. De vrouwenbond publiceerde toen een manifest tegen een wapenstilstand met de contrarevolutie en eiste het recht van de vrouwen om net zoals de mannen zich te bewapenen en de revolutie te verdedigen. “De vrouwen van Parijs zullen aan Frankrijk en aan de wereld bewijzen dat ook zij, op het moment van het grootste gevaar – op de barricades en bij de wallen van Parijs, als de reactionaire machten haar poorten zouden forceren – ook weten hoe, net als hun broers, om hun bloed en hun leven te geven voor de verdediging en triomf van de Commune, dat wil zeggen, het Volk.”. Veel vrouwen hebben uiteindelijk ook daadwerkelijk gevochten om de commune te verdedigen, en veel hebben daar de ultieme prijs voor moeten betalen.

De reactionairen slaan terug

De reactionaire regering in Versailles had het in sommige gevallen speciaal gemunt op de progressieve vrouwen in de commune. Zo werden ze vaak het doelwit van regeringspropaganda, die stelde dat vrouwen rondliepen met olie en huizen in Parijs platbranden – zogenaamde pétroleuses. De bourgeoisie wekte haar ultieme angstbeeld op. Niet alleen de vernietiging van de trots van de Franse natie door haar eigen inwoners, maar ook nog, tegen de ‘normale’ hiërarchie van de ordentelijke samenleving in, vrouwen die het sloopwerk deden. Oftewel: propaganda en leugens tegen de revolutie én tegen de progressieve vrouwen van de commune in een klap.

De soldaten, die door de Franse regering naar Parijs werden gestuurd, hebben dan ook niet geaarzeld om veel vrouwen en kinderen die niet meededen aan het gevecht te vermoorden. De vrouwenbond en de revolutionaire vrouwen waren ook een doelwit – bijna 1000 vrouwen zijn na de val van de commune gearresteerd. Op de laatste dag voordat de contrarevolutie Parijs binnen wist te komen werd er door de commune aangekondigd dat vrouwelijke arbeiders gelijk loon voor gelijk werk zouden krijgen. Helaas werd deze overwinning, samen met de commune zelf, in de kiem gesmoord en is deze eis vandaag de dag nog steeds geen realiteit in het grootste gedeelte van de wereld.

De strijd voor vrouwenemancipatie en de strijd voor socialisme

Door hun heldhaftigheid hebben de arbeiders van Parijs, mannen, vrouwen en kinderen, eens en voor altijd bewezen dat het de arbeidersklasse is die de leiding kan en moet nemen in de beweging naar een betere – socialistische-communistische – samenleving en als enige een realistisch antwoord bieden op de erbarmelijke manier van leven die het kapitalistische systeem betekent. Voor ons klinkt dit vandaag de dag vanzelfsprekend, maar lang niet iedereen had dit in die tijd nog door. Het was de leer van Marx en Engels die uitleg kon geven over hoe de arbeiders zich hadden kunnen organiseren en de leiding nemen in deze wereld historische gebeurtenis, terwijl die tijdens de Franse revolutie in de 18e eeuw alleen maar als aanhangers van de toen nog jonge burgerij kon functioneren.

Op dezelfde manier hebben de vrouwelijke arbeiders in de Vrouwenbond aangetoond dat de emancipatie van werkende vrouwen niet los te trekken is van de arbeidersbeweging, de georganiseerde en klassenbewuste beweging van de arbeiders tegen de kapitalisten. Veel burgerlijke feministen zien af van een klassenanalyse van de maatschappij, en geloven dat vrouwen geëmancipeerd kunnen worden door bijvoorbeeld meer vrouwelijke kapitalisten of politici aan de macht te laten komen, of zelfs meer vrouwelijk hoofdrollen in films of series. Dit soort zaken helpen werkende vrouwen natuurlijk helemaal niet, iets wat de Vrouwenbond toen al begreep.

De Vrouwenbond en de strijdbare vrouwen van de Commune van Parijs, vormen voor ons een voorbeeld van hoe wij als arbeiders samen kunnen vechten voor een betere wereld, een wereld zonder uitbuiting van mens door mens, zonder vrouwenhaat, zonder ouderwetse en verouderde ideeën en waar iedereen zich volledig kan ontwikkelen en ontplooien: de wereld van het socialisme-communisme!