Anticommunisme in de praktijk: Verzetsmuseum Amsterdam

Expositie ‘Goelag, willekeur en terreur in de Sovjet-Unie’  

In de aanloop naar de viering van de Oktoberrevolutie van 1917 in Rusland ontvingen zowel de NCPN als de CJB het bericht dat er in het verzetsmuseum een expositie gehouden werd over het onderwerp ‘Goelag, terreur en willekeur in de Sovjet-Unie’. Het is in eerste plaats niet bijzonder dat dit soort exposities bestaan, sterker nog, deze komen vaak in meerdere vormen en groottes voor. Het is echter wel te zot voor woorden dat uitgerekend het verzetsmuseum in Amsterdam een expositie houdt over de zogenaamde ‘willekeurige terreur’ van de Sovjet-Unie. Het is de zoveelste poging, zoals door allerlei lieden die we kennen (Solzjenitsyn, Hearst, Conquest, Applebaum, enz.), om op de anticommunisme trein te springen.  Ondanks dat de expositie kortgeleden is afgelopen willen we op dit onderwerp een duidelijk licht werpen.

Deze tentoonstelling is een klap in het gezicht van verzetsstrijders in de Tweede Wereldoorlog die met man en macht streden tegen het fascisme van Hitler. Hitler probeerde tevergeefs Nederland in te lijven bij het Duitse rijk.

Het was in grote mate vanwege het gewapend verzet en de organisatie en coördinatie van communisten als Jan Brasser, Jan Bonekamp, Hannie Schaft, Lou Jansen, Paul de Groot e.a. dat het mogelijk was om de fascistische oorlogsmachine te weerstaan.

Het was in grote mate vanwege het gewapend verzet en de organisatie en coördinatie van communisten als Jan Brasser, Jan Bonekamp, Hannie Schaft, Lou Jansen, Paul de Groot e.a. dat het mogelijk was om de fascistische oorlogsmachine te weerstaan. Dit was niet alleen omdat zij dat ‘durfden’, maar omdat zij ook een uitgebreide analyse van het kapitalisme, strategische inzichten en eenheid bezaten.

En dat terwijl op datzelfde moment de gehele sociaaldemocratische leiding capituleerde, het koningshuis met de staart tussen de benen vertrok (met voorop prominent SS’er Prins Bernhard) en de Nederlandse bourgeoisie zich overgaf.

Het verzetsmuseum vergeet haar rol in het blootleggen van de verzetsgeschiedenis van Nederland en de solidariteit met de Sovjet-Unie die haar verzetsstrijders in grote mate belichaamden. Het verzetsmuseum sluit zich naadloos aan bij de belangen van de kapitalisten om het communisme te demoniseren en gelijk te stellen aan het fascisme.

Zeker in het jaar 2017, waarin we de Oktoberrevolutie vieren en herdenken, zijn de burgerlijke schrijvers erop uit om de nalatenschap van de Sovjet-Unie kapot te maken. Zonder de Sovjet-Unie was het nazi-fascisme mogelijkerwijs niet verslagen, wat uiteindelijk wel mogelijk bleek dankzij de strijd van de bevolking van de Sovjet Unie onder leiding van de communistische partij , desalniettemin met enorme offers. Dat het verzetsmuseum dit niet op de voorgrond stelt geeft aan in hoeverre zij de geschiedenis trachten te vervalsen.

Estimates of those who perished under Stalin’s rule, based principally on speculations by writers who never reveal how they arrive at such figures, vary widely “.
Parenti, Michael. Blackshirts and Reds, San Francisco: City Light Books, 1997, p. 77

We moeten echter wel stellen dat het niet zo is dat Stalin en de Sovjet-Unie onfeilbare entiteiten zijn in de communistische beweging. We moeten als communisten een consequente, wetenschappelijke positie in blijven nemen ten overstaan van de historische en huidige ontwikkeling van het socialisme (en het kapitalisme). Tegelijkertijd is het problematisch om bewindsfiguren als absolute meetlat te nemen. We willen ook duidelijk maken dat we spreken over een ander soort democratisch stelsel, in het geval van de Sovjet-Unie, waarin politieke keuzes niet exclusief top-down worden gemaakt en moeten daarom in een bredere context worden geplaatst. Dit stuk is geen historische beschouwing, noch een zuiver antropologisch of sociologisch onderzoek, maar tracht de ideologische basis en de uitwerking daarvan te verklaren betreffende het onderwerp van de tentoonstelling ‘Gulag, terreur en willekeur‘ in de Sovjet-Unie.

De situatie van de revolutie tussen 1917-1932

In een opeenvolging van verschillende zaken tussen de revolutie van 1917 en 1932 deden zich een aantal onderwerpen voor die de basis legden voor de socialistische economie en maatschappij van de Sovjet-Unie.

Ten eerste was er natuurlijk de Eerste Wereldoorlog die net ten einde liep toen de Bolsjewieken het Brest-Litovsk overleg van 1918 voltrokken. De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog, die gestart was door de Tsaar en voort werd gezet door de bourgeois regering van Kerenski, waren desastreus en hadden grote gevolgen voor de nog jonge Sovjet-Unie. De Sovjets moesten hard werken om de  voorheen op achtergestelde productiewijzen en tradities en gewoontes te veranderen. Echter door de socialistische productiewijze waarin de werkenden de  macht hadden was er juist wel grote motivatie om te werken aan een gemeenschappelijke toekomst, een socialistische toekomst.

Echter door de socialistische productiewijze waarin de werkenden de  macht hadden was er juist wel grote motivatie om te werken aan een gemeenschappelijke toekomst, een socialistische toekomst.

Echter zou de Sovjet-Unie nog meerdere malen aangevallen worden, van binnen en van buiten. Een verbond van (op het hoogtepunt) 14 landen probeerde de revolutie te breken en de ontwikkelingen van de Sovjet-Unie te breken. O.a. Groot-Brittannië en de VS waren hier onderdeel van. Dit deden zij in samenwerking met de bourgeois elementen die overgebleven waren in Rusland na de Oktoberrevolutie en het begin van de socialistische opbouw. Deze combinatie van burgeroorlog en buitenlandse (imperialistische) interventie kon de opmars van de Sovjets echter niet breken.

Verschillende pogingen om de leiders van de Bolsjewistische partij te vermoorden mondden uit in grote opstanden van de boeren en arbeiders tegen de overgebleven bourgeoisie en landeigenaren. In deze periode werden strategische keuzes gemaakt (waaronder het opnemen van opportunisten en het sluiten van overeenkomsten met anti-revolutionairen) om de principes van de revolutie te waarborgen.

Een van de grootste tegenwerkingen van dit proces waren de sabotages van de grootgrondbezitters om de collectivisatie tegen te werken. Dit ging gepaard met grote vernietigingen van voedsel, grond en materialen om de grond te bewerken.

De Sovjet-Unie trachtte na de burgeroorlog, die ruwweg afgerond was rond 1920, een proces van collectivisatie en industrialisatie op gang te brengen. Dit werd gedaan om de landbouwsector, die grotendeels nog in handen van de grootgrondbezitters was, in dienst te stellen van de bevolking. De industrialisatie was nodig om het welvaartspeil van de bevolking omhoog te krijgen en te kunnen voldoen aan de noden van de bevolking. Een van de grootste tegenwerkingen van dit proces waren de sabotages van de grootgrondbezitters om de collectivisatie tegen te werken. Dit ging gepaard met grote vernietigingen van voedsel, grond en materialen om de grond te bewerken.

Terreur en willekeur?

In het Westen is het in bijna alle gevallen, op school, in de media, op de universiteiten etc. duidelijk dat er een ding is waar iedereen het over eens is: Stalin was een dictator en een moordenaar. Vreemd genoeg is het in veel gevallen zo dat niet alleen de aantallen van de slachtoffers sterk verschillen maar vooral dat daar geen wetenschappelijke basis voor is.

Twee van de zaken die daarin grote rollen spelen zijn niet zozeer de cijferbeschouwingen, maar eerder de ideologische inslag en hoe er gekeken wordt naar de interne klassenstrijd in de Sovjet-Unie.

In veel gevallen gebeurt het dat schrijvers en onderzoekers blind het onderzoek naar de Sovjet-Unie, vervolgingen, hoorzittingen, ‘zuiveringen‘ etc. beginnen, met keer op keer dezelfde problematische manier van onderzoeken. Twee van de zaken die daarin grote rollen spelen zijn niet zozeer de cijferbeschouwingen, maar eerder de ideologische inslag en hoe er gekeken wordt naar de interne klassenstrijd in de Sovjet-Unie. Dit komt in de volgende paragraaf verder aan de orde.

Als het namelijk gaat om de zogenaamde ‘miljoenen slachtoffers van de Sovjet-Unie‘ dan maken onderzoekers ook geen onderscheid tussen daadwerkelijke politieke (geweldadige) tegenstanders en misdadigers die voor criminele activiteiten in de gevangenis belanden. Desalniettemin komen de cijfers in beide gevallen totaal niet in de buurt van de werkelijkheid. De openlijke terreur van met name de overgebleven, rijke laag van grootgrondbezitters, met fascisten collaborerende groepen, politieke saboteurs etc. moeten genoemd worden willen we begrijpen wat de werkelijke context is.

Over de Gulag als gevangenissysteem geldt eenzelfde soort documentatie in de burgerlijke geschiedschrijving die vaak tekort doet als beschrijving of vanuit een ronduit anti-communistische invalshoek wordt bekeken. De tentoonstelling stelde dit niet of nauwelijks ter discussie en ging mee in de gebruikelijke retoriek over de Sovjet-Unie.

Andere schrijvers die de Gulags bezocht hebben en er een diepgaand onderzoek over hadden gedaan, hadden hele andere bevindingen dan in de tentoonstelling wordt getoond:

“But in general I believe the horrors of the exile system have been exaggerated. Before the revolution -according to all accounts- it was pretty terrible. forced laborers in those days, including exiles, were kept in leg-irons, which is never the case today. the present authorities do not use leg-irons, handcuffs, or uniforms for prisoners in any case which is known to me. But even before the Revolution, according to the books which I have read on the subject, most political exiles were allowed a considerable degree of freedom, similar to that of the free exiles today “.
Littlepage, John D. In Search of Soviet Gold. New York: Harcourt, Brace. (1938) p. 135-139

 

The picture that these words aroused for the average American–of idealistic intellectuals condemned to heavy, unpaid, chain-gang work–does not exist in the USSR. 
There are, however, “labor camps” in many parts of the country, as part of the Soviet method of reclaiming anti-social elements by useful, collective work. They replace prisons, which have been steadily closing; I have found old prison buildings remodeled as schools. Men in the labor camps draw wages, have vacations in which they leave the camp, and rise in their profession like free workers “.
Strong, Anna Louise. Searching Out the Soviets. New Republic: (1935) p. 358

Maar als we deze informatie tot onze beschikking hebben, hoe kan het dan dat men nog steeds continue een soort  ‘totalitaire terreurstaat‘ naar voren zien komen als men praat over de Sovjet-Unie? Dit heeft te maken met de ideologische strijd.

De ideologische strijd als grondslag

Als Marxisten, en daarmee als materialisten, beschouwen we de totstandkoming van de maatschappij als een wisselwerking tussen economie en cultuur. Als we vervolgens de economie als beginsel nemen, kunnen we niet anders dan tot de conclusie komen dat ook de daaruit voortvloeiende politieke, ideologische en culturele uitingen onlosmakelijk verbonden zijn met het begrip klassenstrijd, de maatschappelijke motor van ontwikkeling en de economische strijd. Zoals Karl Marx terecht opmerkte:

 “Bij de maatschappelijke voortbrenging van hun bestaan, gaan de mensen, bepaalde, noodzakelijke en van hun wil onafhankelijke verhoudingen aan (…) Het geheel van deze productieverhoudingen vormt de economische structuur van de maatschappij, haar werkelijke grondslag, waarboven zich de juridische en politieke bovenbouw verheft en waaraan bepaalde maatschappelijke bewustzijnsvormen (d.w.z. ideologische vormen) beantwoorden. De productiewijze van het materiële leven bepaalt in het algemeen het maatschappelijk, politiek en geestelijk levensproces “
– Marx: Voorwoord bij “Zür kritik der politischen ökonomie“ 1859; Marx-Engels,  “Ausgewählte schriften“1863.

Zo zien we dat de economische basis zijn weerspiegeling vindt in de politieke ontwikkeling en uiting van ideologie.

In hoeverre kunnen we dan vaststellen dat de zaak van klassenstrijd in de transitie van kapitalisme naar socialisme in Rusland een duidelijke verklaring biedt? Op het moment dat de arbeider de macht overneemt van de bourgeoisie, en daarmee de dictatuur van het kapitaal opheft, ontstaan er per definitie breuken in de maatschappelijke manier van doen en laten, als gevolg van de veranderde economische omstandigheden. Hierin komt een grote tegenstelling naar voren, de belangen van de massa’s en die van de rijken (waarin die van beiden op het spel staan). Elke klasse heeft zijn eigen objectieve redenen om het systeem in stand te houden of niet, maar daarin is de ontwikkeling van historische noodzakelijkheid niet meegenomen. De Russische arbeidersklasse was zich ervan bewust dat de revolutie een levensvatbare optie was binnen de omstandigheden van de klassenstrijd in Rusland.

Als we dit doorvertalen naar de situatie van Rusland rond 1930-1939, waren er nog steeds groepen binnen de maatschappij die een bepaald ideeënstelsel kenden, de mensen die belang hadden bij het socialisme (de overgrote meerderheid) en de mensen die dat niet hadden (de minderheid). Als we dan het voorgaande meenemen kunnen we ook vaststellen dat de klassenstrijd in Rusland in  ‘30- ‘39 van een versterkt karakter was, waarin de minderheid (die voor 1917 wél de macht bezat) zich probeerde te handhaven ten overstaan van een overweldigende macht van de arbeiders. Deze minderheidsklasse van met name overgebleven rijken, grootgrondbezitters en politieke saboteurs wist zich (waarvan de Russische arbeidersklasse zich bewust was) te bewapenen en haar pijlen te richten tegen alles wat de Russische revolutie had weten te bereiken. Dit had uiteraard catastrofale gevolgen voor de arbeidersklasse in Rusland. Agrarische sabotage, voedselgebrek, repressie en verwarring, vervalsing van het socialisme, opportunisme en reformisme, enzovoorts.

De klassenstrijd intensifieerde in  ‘30- ‘39 tot een ongekend niveau. Dit valt te verklaren door de klassenverhoudingen onder Lenin rond 1918-1929, die voor een groot gedeelte de klassenspanningen, die weliswaar van een ander karakter waren dan voor 1917, wist te sussen.

De klassenstrijd intensifieerde in  ‘30- ‘39 tot een ongekend niveau. Dit valt te verklaren door de klassenverhoudingen onder Lenin rond 1918-1929, die voor een groot gedeelte de klassenspanningen, die weliswaar van een ander karakter waren dan voor 1917, wist te sussen. Dit had zijn uiting in bijvoorbeeld de NEP (Nieuwe Economische Politiek), waarin een korte terugval genomen werd in de Sovjet-Unie (van kapitalistische verhoudingen in de landbouw) ten behoeve van het verdedigen van de revolutie tegen invallende troepen in binnen- en buitenland. De voedselvoorziening heeft in de geschiedenis van de Sovjet-Unie altijd een cruciale rol gespeeld. Het vraagstuk om dit uiteindelijk, onder gunstigere verhoudingen, weer aan te passen en op te lossen kwamen na de dood van Lenin in 1924 onder het stof vandaan.

Er was in de tijd van de NEP een groep ontstaan van rijke grootgrondbezitters die de objectieve belangen hadden ontwikkeld voor duidelijk meer kapitalistische verhoudingen. De belangenstrijd (en daarmee de klassenstrijd) hervatte zich zodoende in een later stadium onder andere verhoudingen.

Vervalsing van de geschiedenis, vervalsing van klassenstrijd

Als we vervolgens kijken naar de expositie, zien we wederom exact dezelfde fouten (de ideologische factor en de foutieve observatie van klassenstrijd) die gemaakt werden door de bekende anticommunisten (Solsjenitznin, Hearst, Conquest, Applebaum & co.).

Om dichter tot de werkelijkheid te komen van de Sovjet-Unie moeten we dan ook kijken naar de ontstane levensstandaard, de sociale ontwikkeling, en het bezit van de economische middelen als gevolg van het socialisme.

Om dichter tot de werkelijkheid te komen van de Sovjet-Unie moeten we dan ook kijken naar de ontstane levensstandaard, de sociale ontwikkeling, en het bezit van de economische middelen als gevolg van het socialisme. Als dit niet in contrast wordt gesteld met de problematiek van het kapitalisme en de historische context kan men onmogelijk tot een correcte beschouwing komen.

Het begrip van klassenstrijd, de beschouwing van de politieke economie en de maatschappelijke beweging kunnen we dan met de kennis van het voorgaande plaatsen in een kader van revolutie, waarin een verslagen klasse wanhopig herboren probeerde te worden om haar plek terug te veroveren. De bevolking van de Sovjet-Unie had dit als geen ander door en wist de meeste ontberingen te doorstaan en de revolutie te beschermen, juist met de principes van het marxisme-leninisme.

Ongeacht wat er gedacht wordt van Stalin, het socialisme en de beschouwingen van de Sovjet-Unie, kan men niet anders dan ook de transitie in materiële werkelijkheid onderzoeken, wil men de situatie in de Sovjet-Unie correct onderzoeken, want een wetenschappelijke houding is uiteraard niet alleen voorbehouden aan kapitalisten en co.

Terreur is zeker vandaag de dag een begrip dat burgerlijke schrijvers gebruiken om mensen op te hitsen voor oorlog, fascisme en het verdedigen van het kapitalisme. Als we nog eens teruggaan naar het verzetsmuseum zien we een uitzonderlijk standpunt tegenover kapitalisme en oorlog bij de communistische verzetsstrijders in Nederland. Het standpunt betrof precies datgene dat andere politieke bewegingen niet bezaten en dat ook niet konden bezitten. Dit standpunt werd omvat in:

“De heersende klassen van de aan de oorlog direct of indirect deelnemende landen en ook van de neutrale landen trachten (…) het imperialistische karakter van de oorlog te verbergen (…) de werkenden massa’s over de werkelijke oorzaken en de imperialistische doeleinden van de oorlog te misleiden en hen door een handige oorlogspropaganda te winnen “.
Wilhelm Pieck, Waar gaat het om in deze oorlog? Politiek en Cultuur, Nr.1 (1940) Pag. 19-20 Pegasus Amsterdam.

 “De taak van de CPH (later de CPN) (…) is dat zij terwijl zij de onverzoenlijke strijd voert voor de beveiliging van de economische en politieke posities der arbeiders, werkende boeren en middenstand, gelijktijdig de arbeidersklasse oproept de bevrijdingsoorlog te voeren en niet toe te laten, dat de Nederlandse bourgeoisie het met de aanvallende mogendheid op een akkoord gooit”.
– Congres van de CPH, 1935.  

Bronnen:

Getty, A. Origins of the Great Purges. Cambridge, N. Y.: Cambridge Univ. Press, 1985
– Tottle, D. Fraud, famine and fascism. Toronto (1987)
– Littlepage, John D. In Search of Soviet Gold. New York: Harcourt, Brace.(1938)
– Strong, Anna Louise. Searching Out the Soviets. New Republic: 1935
– Parenti, Michael. Blackshirts and Reds, San Francisco: City Light Books, 1997
– Marx, K., Zür kritik der Politischen ökonomie, (1859) https://www.marxists.org/archive/marx/works/1859/critique-pol-economy/preface.html
Politiek en cultuur, CPN-Pegasus Amsterdam: 1940 http://pubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/PolitiekenCultuur/PenC06/PenC_1940_01.pdf
Politiek en cultuur, CPN-Pegasus Amsterdam: 1964
http://pubnpp.eldoc.ub.rug.nl/FILES/root/tijdschrift/PolitiekenCultuur/PenC024/PenC_1964_03.pdf
– De tentoonstelling:
https://www.verzetsmuseum.org/museum/nl/exposities/de-goelag